Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Inleiding
facilitatorvan onder meer [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
2.Waardering van het bewijs
“Hierbij willen wij bevestigen dat de heer [medeverdachte 2] bij ons in dienst is vanaf 1 juli 2014 als zijnde consultant en tolk. (..) Als de heer [medeverdachte 2] zijn werkzaamheden niet meer voor ons kantoor zou kunnen doen om wat voor reden dan ook zal dit voor ons negatieve consequenties hebben. Wij zijn ons bewust van de lopende strafrechtelijke procedure die tegen de heer [medeverdachte 2] loopt.” [11]
eerste alternatief) van beschuldigd dat hij feitelijk leiding heeft gegeven aan, dan wel opdracht heeft gegeven tot het medeplegen van het opzettelijk afleveren/voorhanden hebben van zes valse facturen. Onder feit 2 (
tweede alternatief) wordt hij ervan beschuldigd dat hij dit feit samen met anderen heeft gepleegd.
a tot en met f [18] ten laste gelegde facturen zijn aangetroffen bij de doorzoeking van het kantoor van [naam holding BV 1] , dat is gevestigd op het huisadres van [medeverdachte 6] . [19] De facturen zijn afkomstig van [naam bedrijf BV 1] en geadresseerd aan [naam holding BV 1] / [naam bedrijf BV 4] , het bedrijf van [medeverdachte 6] . [20] De facturen zijn veelal kort na de factuurdatum betaald. [21]
eis opgenomen ‘Ondersteuning mei t/m augustus 2016’, terwijl daar had moeten staan ‘Ondersteuning juni t/m augustus 2016’. De rechtbank zal deze zinsnede verbeterd lezen. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn belangen geschaad, omdat duidelijk is dat dit een verschrijving betreft en er geen twijfel over kan hebben bestaan waartegen hij zich moest verdedigen.
eerste alternatief) kan dan ook (deels) worden bewezen.
“Hoeveel kunnen we max nog doen dit jaar?”, waarna verdachte met een voorstel komt om met geld van [naam bedrijf BV 1] een woning te kopen die maximaal 250.000 euro mag kosten en [medeverdachte 2] daarmee instemt (zie ook rubriek 2.3.5.). [32] Dit is een aanwijzing dat [medeverdachte 2] iets te zeggen had over de manier waarop geld dat – in ieder geval op papier – aan [naam bedrijf BV 1] toebehoorde, moest worden besteed. Ten slotte zijn diverse betalingen niet vanuit het belang van de vennootschap te verklaren en leggen geldstromen onlogische routes af.
onopvallender’) bij deze op het oog niet zakelijke transacties. De verklaring van verdachte dat hij het appartement voor zichzelf heeft gekocht maar nooit heeft bewoond acht de rechtbank tegen deze achtergrond ongeloofwaardig.
3.Bewezenverklaring
4.Strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de straf
7.Beslag
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
18 (achttien) maanden.
6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf
niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
2 (twee) jaarvast.