Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Procura Generale Della Repubblica Presso La Corte Di Appelo Di Bologna(Italië) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
judgementvan
the Court of Appeal Bolognavan
judgementonder meer een vrijheidsstraf van vier jaar en vier maanden is opgelegd.
judgementvan
the Court of Appeal Bolognavan 29 maart 2019 en een
judgementdat in het andere EAB is genoemd, waarbij een vrijheidsstraf van vier jaar is opgelegd. Die samenvoeging is gedaan door
the Public Prosecutor General at the Court of Appeal Bolognabij
aggregation ordervan 14 januari 2021.
judgementvan
the Court of Appeal Bolognavan 29 maart 2019 betreft de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.
judgementterwijl de verdachte niet in persoon is verschenen bij het proces dat tot die beslissing heeft geleid, maar dat zich de in artikel 12, onder b, OLW genoemde omstandigheid heeft voorgedaan. De weigeringsgrond van artikel 12 OLW kan daarom niet worden toegepast.
aggregation ordervan 14 januari 2021 van
the Public Prosecutor General at the Court of Appeal Bolognaniet valt onder de reikwijdte van artikel 12 OLW.
4.Strafbaarheid
5.Artikel 11 OLW; detentieomstandigheden
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon] ,aan de
Procura Generale Della Repubblica Presso La Corte Di Appelo Di Bologna(Italië).