Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Vonnis van de kantonrechters
de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging Federatie Nederlandse Vakbeweging
de besloten vennootschap Uber B.V.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- de conclusie van antwoord, met bijlagen, van 1 maart 2021;
- het verzoek van Uber om onderhavige kwestie meervoudig te behandelen van 1 maart 2021, waarmee FNV heeft ingestemd;
- het instructievonnis van 15 maart 2021;
- de dagbepaling mondelinge behandeling;
- de antwoordakte tevens akte uitlating producties van Uber van 23 juni 2021.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten
a. taxichauffeurs, die geen chauffeurskaart of ondernemersvergunning hebben, kunnen (nog) niet actief worden op het Uber-platform;
b. taxichauffeurs, die een chauffeurskaart hebben maar geen ondernemersvergunning, kunnen gaan rijden voor een “Fleet Partner” als “driver under partner”. Fleet Partners (of: wagenparkpartners) zijn chauffeurs die andere chauffeurs inzetten om vervoersdiensten te verrichten;
c. taxichauffeurs, die beschikken over een chauffeurskaart én een ondernemersvergunning, kunnen direct toegang krijgen tot het Uber-platform om als “zelfstandig Uber Partner” taxivervoer aan te bieden via de Uberapp.
“Belangrijkste PrincipesUber BV bezit de rechten van de Partner-app via welke u in contact komt met Passagiers. Met de Partner-app beschikt u over mogelijkheden om met een chauffeurskaart en/of taxivergunning Ritten aan te bieden aan Passagiers in Nederland.Wanneer u een Rit aanbiedt, sluit u een overeenkomst rechtstreeks met de Passagier.Als u akkoord gaat met deze Voorwaarden voor Uber-partners, doet u dit als zelfstandig ondernemer, niet als onze medewerker. U bepaalt zelf of, wanneer en waar u de Partner-app gebruikt.
Vordering FNV
I. voor recht te verklaren dat voor de periodes dat de CAO Taxivervoer algemeen verbindend verklaard is (geweest), de arbeidsvoorwaarden van deze CAO van toepassing zijn op de chauffeurs die zich in persoon jegens Uber hebben verbonden om personen met een personenauto te vervoeren over de weg;
II. Uber te veroordelen om over de periodes dat de CAO Taxivervoer algemeen verbindend verklaard is (geweest), deze integraal na te leven jegens de onder I bedoelde chauffeurs die haar daarom verzoeken en het (achterstallige) salaris te voldoen waarop zij ingevolge deze CAO recht hebben onder overlegging van een deugdelijke specificatie voor iedere maand waarin de chauffeur voor Uber werkzaam is geweest;
III. meer specifiek, Uber te veroordelen om aan ieder van de onder I genoemde chauffeurs die haar daarom vraagt en haar daartoe de ingevolge de ANWB module autokosten berekenen benodigde gegevens heeft verstrekt, onder overlegging van een deugdelijke specificatie aan iedere chauffeur, voor de periode dat de CAO algemeen verbindend is/was verklaard en hij voor Uber werkzaam is (geweest) een loon te voldoen overeenkomstig de CAO Taxivervoer, hetgeen betekent dat Uber de betreffende chauffeur voor de tijd dat hij tijdens de algemeen verbindend verklaring van de CAO Taxivervoer met zijn chauffeursapp ingelogd is geweest, hem met terugwerkende kracht en berekend per maand, het ingevolge deze CAO verschuldigde uurloon (incl. vakantietoeslag, opslag van 9,7% voor niet genoten vakantiedagen en een toeslag van 20% over de overuren) voldoet, onder verrekening van hetgeen Uber de betreffende chauffeur reeds heeft betaald voor de in die tijd uitgevoerde ritten voor zover die gedane betaling de door de chauffeur gemaakte vaste en variabele kosten van de ten behoeve van Uber gereden kilometers overtreft. Voor deze nabetaling dienen de door de chauffeur gemaakte vaste en variabele kosten per kilometer te worden berekend volgens de ANWB module ‘autokosten berekenen’.
Uitsluitend voor het geval geoordeeld zou worden dat de procedure verwezen of aangehouden zou moeten worden omdat dit deel aangemerkt moet worden als een vordering ex artikel 3:305a BW, wil FNV geacht worden dit deel van de vordering niet te handhaven om te voorkomen dat door verwijzing of aanhouding de procedure vertraagd wordt;
IV. Uber te veroordelen tot betaling aan de chauffeurs van de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW over de onder II en III bedoelde nabetaling;
V. Uber te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente aan de chauffeurs, te berekenen over het ingevolge II en III verschuldigde vanaf de vervaldata tot aan de datum van voldoening;
VI. Uber te veroordelen tot betaling van een dwangsom aan FNV van € 10.000,00 per dag voor iedere chauffeur die, na een verzoek als hiervoor onder II en/of III bedoeld, niet binnen veertien dagen na dat verzoek een correcte en per maand gespecificeerde nabetaling heeft ontvangen;
VII. Uber te veroordelen tot betaling aan FNV van € 500.000,00, dan wel een door de kantonrechter in goede justitie te betalen bedrag aan schadevergoeding;
VIII. Uber te veroordelen in de kosten van de procedure.
Verweer Uber
overeenkomsten en ondersteunt partijen door een aantrekkelijke marktplaats te creëren. Uber heeft in feite (alleen) ICT-systemen en programma’s die gebruikers helpen, zoals de Uberapp. Chauffeurswerk behoort niet tot de kernactiviteit van Uber.
Beoordeling
Artikel 3 Wet AVV
[partij] ,r.o. 3.3.2). FNV baseert haar vorderingen op de stelling dat Uber onder de algemeen verbindend verklaarde CAO Taxivervoer valt. FNV is partij bij deze cao en heeft derhalve een eigen belang en vorderingsrecht. Voor zover het verweer hiertegen is gericht faalt dat.
Arbeidsovereenkomst?
Groen/Schoevers(ECLI:NL:HR:1997: ZC2495) en
X./Gemeente Amsterdam(ECLI:NL:HR:2020:1746) gaat het gelet op de vordering van FNV om álle chauffeurs die in persoon zich hebben aangemeld en middels de app voor Uber rijden, zodat geen toetsing van de overeenkomst tussen een individuele chauffeur en Uber plaatsvindt. Enkel de algemene kenmerken van de rechtsverhouding tussen de chauffeurs en Uber worden in deze zaak betrokken. Dit staat – anders dan Uber heeft betoogd – evenwel niet in de weg aan een inhoudelijke beoordeling van de rechtsverhouding, nu de uitgangspunten voor iedere chauffeur die de Uberapp gebruikt, dezelfde zijn.
reeds geaccepteerderit alsnog mag annuleren, leidt het regelmatig annuleren van een rit tot uitsluiting van het gebruik van de Uberapp. Ook heeft het driemaal weigeren van een
aangebodenrit tot gevolg dat de chauffeur door het systeem wordt uitgelogd en dus geen ritten meer krijgt aangeboden, tot hij opnieuw is ingelogd. Uber heeft aangevoerd dat haar systeem niet goed werkt als ritten bij herhaling worden geweigerd. Dit neemt echter niet weg dat Uber degene is die via het algoritme bepaalt of, en wanneer een chauffeur wordt uitgelogd en weer mag inloggen.
Conclusie
op ondernemingen, werkgevers en werknemers van elke in Nederland gevestigde arbeidsorganisatie:
ie tegen betaling vervoer van personen verricht, met een personenauto, krachtens een vergunning op grond van de Wet Personenvervoer 2000 (in werking sinds 1 januari 2001, wet van 6 juli 2000, Stb. 2000, 314);
en/of die tegen betaling vervoer van personen verricht, met een personenauto, over de weg of over andere dan voor het openbaar verkeer openstaande wegen.”
CNV/ [partij]en ECLI:NL:HR:2021:413
[partij]), waarbij verjaring een rol kan spelen. De vordering onder II is derhalve eveneens toewijsbaar, in aanmerking genomen het hierna volgende.
kunnenmaken op een arbeidsovereenkomst en of zij dat ook
willendoen gelet op het mogelijk fiscaal gevolg, een relevant gezichtspunt is. Voor zover Uber heeft verzocht daarmee in het dictum rekening te houden geldt het volgende.
willen. Een ‘louter van de wil’ van de werknemer afhankelijke veroordeling zou kunnen neerkomen op een ‘uitweg’ die de effectiviteit van het systeem van algemeenverbindendverklaring van cao’s onder druk zet (vgl. AG Hartlief, ECLI:NL:PHR:2020:958). Voor zover de vordering ertoe strekt dat naleving van de cao alleen geldt voor de chauffeurs die Uber daarom verzoeken, wordt dit gedeelte van het petitum in het dictum niet overgenomen. Daarbij wordt overwogen dat de zinsnede “die haar daarom verzoeken” in de vordering van FNV wordt begrepen als een juridische uitleg die – zoals hiervoor is overwogen – geen steun vindt in het recht en derhalve onnodig is opgenomen. Door het weglaten van deze zinsnede in het dictum is tegen die achtergrond geen sprake dat meer wordt toegewezen dan door FNV is gevorderd.
kunnenmaken op een nabetaling uit hoofde van de CAO Taxivervoer geldt dat uit de door Uber te maken loonberekeningen en de daarop gebaseerde specificaties zal moeten blijken in hoeverre individuele chauffeurs recht hebben op nabetaling van loon.
Vordering III: autokosten
€ 10.000,- per dag voor iedere chauffeur die na een verzoek als bedoeld onder II niet binnen 14 dagen na het verzoek een correcte en per maand gespecificeerde nabetaling heeft ontvangen. Voor zover FNV met haar vordering bedoelt dat de dwangsom ziet op het verstrekken van een specificatie wordt geoordeeld dat die vordering moet worden afgewezen. Het toewijzen van een dwangsom, te betalen aan FNV, terwijl de specificatie moet worden verstrekt aan de chauffeur en alleen die kan beoordelen of de specificatie correct is, leidt onvermijdelijk tot executieproblemen en komt derhalve niet dienstig voor. Voor zover het gaat om de betaling aan de chauffeurs zelf, geldt dat een dwangsom niet kan worden verbonden aan een betalingsverplichting.
BESLISSING
exploot € 105,50
salaris € 1.496,00
griffierecht € 124,00
-----------------
totaal € 1.725,50
voor zover van toepassing, inclusief btw;