Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
de raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
1 juli 2009 tot en met 31 december 2014 is reeds eerder geprocedeerd, namelijk in 2017 bij de rechtbank en in 2018 in hoger beroep. Waarover hieronder meer.
31 december 2014 een bedrag van € 38.142,01 teruggevorderd omdat eiseres geen melding heeft gemaakt van het perceel aan de [adres] en het vermogen van eiseres hoger is dan de voor haar geldende vermogensgrens van € 5.895,-. In bezwaar heeft eiseres een taxatierapport overgelegd van taxateur L. Khedoe van Ray’s Experts N.V., opgemaakt op
€ 8.500,-. Ook van deze onroerende zaak heeft eiseres geen melding gemaakt.
1 december 1998 tot en met 30 juni 2009 ingetrokken en teruggevorderd tot een bedrag van
€ 64.030,03. Samen met het terugvorderingsbedrag van € 38.142,01 uit de eerdere procedure over de periode 1 juli 2009 tot en met 31 december 2014 komt dat op een terugvordering van een totaalbedrag van € 102.172,04.
31 december 2014 voorligt en dat dus ook de periode die in de procedure bij de rechtbank en de Raad (zie overweging 1.2) reeds is beoordeeld met als terugvorderingsbedrag
€ 38.142,01 wederom in deze procedure voorligt, zodat de rechtbank de onroerende zaken opnieuw kan beoordelen ten aanzien van de gehele periode waarover de bijstand door verweerder is teruggevorderd. Verweerder heeft dit standpunt ter zitting bestreden.
12 maart 2019. [4] Wanneer de waarde schattenderwijs kan worden vastgesteld, moet worden geconcludeerd dat het vermogen van eiseres in de in het geding zijnde periode niet boven de vermogensgrens uitkwam en dat er dus geen reden was om tot intrekking over te gaan. Bij het schattenderwijs vaststellen dient uitgegaan te worden van de taxatie van Khedoe (door eiseres overgelegd). De klapperwaarde is door de overheid vastgesteld op € 10,- per vierkante meter, zowel in 2005 als in 2011. Daarnaast heeft Khedoe toegelicht dat de prijzen van onroerend goed in de [adres] sinds december 1998 niet opmerkelijk zijn gestegen, omdat de infrastructuur niet is verbeterd, aldus eiseres.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder tot het betalen van een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn aan eiseres tot een bedrag van
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 47,- (zegge: zevenenveertig euro) aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op