Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
CDC",
Chapelton",
3 de stichting
STCC",
AUTOMOBIELBEDRIJF VIANEN B.V.,
[eisers sub 4, 7 en 10]",
91 andere rechtspersonen,
STEF",
Baltrans",
Klacska",
Via Location",
Cartel des Camions"
,
EB Trans",
NLTruckkartel",
Carlsberg",
SAATC”,
DAF",
MAN TRUCK & BUS AG,
MAN",
Volvo/Renault",
FIAT CHRYSLER AUTOMOBILES N.V.,
CNH/Iveco",
Daimler",
Scania”,
1.De procedures
- de akte van depot van 2 juli 2019 met aktenummer 13/2019 van CDC,
- de akte vermeerdering van eis en overlegging producties van 3 juli 2019,
- de akte van depot van 17 september 2019 met aktenummer 17/2019 van CDC,
- de akte vermeerdering en vermindering van eis en overlegging producties van 18 september 2019,
- de akte aanvulling stellingen tevens overlegging producties van 18 september 2019 van CDC.
- de akte overlegging producties tevens houdende vermeerdering van eis van 10 juli 2019,
- de akte overlegging gegevens en vermeerdering van eis van 18 september 2019.
- de conclusie van antwoord van CNH/Iveco, tevens incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring, althans aanhouding wegens litispendentie en connexiteit, tevens houdende vordering tot oproeping in vrijwaring,
- de conclusie van antwoord van Daimler, tevens conclusie van antwoord in het incident ex artikel 843a Rv, tevens incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring, althans aanhouding wegens litispendentie en connexiteit, tevens houdende vordering tot oproeping in vrijwaring,
- de conclusie van antwoord van MAN, tevens incidentele conclusie tot aanhouding wegenslitispendentie en connexiteit, tevens houdende vordering tot oproeping in vrijwaring,
- de conclusie van antwoord van Volvo/Renault, tevens incidentele conclusie tot
- de akte van depot van 26 oktober 2020 met aktenummer 38/2020 van CDC,
- de akte van depot van 28 oktober 2020 met aktenummer 39/2020 van CDC,
- de akte van CDC, houdende overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling, door de rechtbank ontvangen op 28 oktober 2020,
- de akte van Chapelton, houdende overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling, tevens houdende incidentele vordering ex artikel 843a Rv, ontvangen door de rechtbank op 26 oktober 2020,
- de akte van STCC, houdende overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling, tevens houdende incidentele vordering ex artikel 843a Rv, ontvangen door de rechtbank op 29 oktober 2020,
- de akte van STEF, houdende overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling, door de rechtbank ontvangen op 26 oktober 2020,
- de akte van Baltrans, houdende overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling, door de rechtbank ontvangen op 26 oktober 2020,
- de akte van Klacska, houdende overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling, door de rechtbank ontvangen op 26 oktober 2020,
- de akte van Via Location, houdende overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling, door de rechtbank ontvangen op 26 oktober 2020,
- de akte van Cartel des Camions, houdende overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling, door de rechtbank ontvangen op 26 oktober 2020,
- de akte van EB Trans, houdende overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling, door de rechtbank ontvangen op 26 oktober 2020,
- de akte van NL Truckkartel, houdende overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling, door de rechtbank ontvangen op 26 oktober 2020,
- de akte van Carlsberg, houdende overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling, door de rechtbank ontvangen op 26 oktober 2020,
- de akte van SAATC houdende overlegging producties, door de rechtbank ontvangen op 26 oktober 2020,
- de akte van SAATC houdende een incidentele vordering ex artikel 843a Rv,
- de akte van Daimler, houdende overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling, door de rechtbank ontvangen op 26 oktober 2020,
- de akte van DAF, houdende overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling, door de rechtbank ontvangen op 26 oktober 2020,
- de akte van MAN, houdende overlegging productie ten behoeve van de mondelinge behandeling, door de rechtbank ontvangen op 27 oktober 2020,
- de akte van Scania, houdende overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling, door de rechtbank ontvangen op 27 oktober 2020,
- de akte van Volvo/Renault, houdende overlegging productie ten behoeve van de mondelinge behandeling, door de rechtbank ontvangen op 27 oktober 2020,
- de akte van CNH/Iveco, houdende overlegging productie ten behoeve van de mondelinge behandeling, door de rechtbank ontvangen op 27 oktober 2020.
2.De feiten
3.De verdere beoordeling
Wat in dit vonnis ter beoordeling voorligt
- de voorlopige en niet-vertrouwelijke versie van het Scania-Besluit (overgelegd door alle Claimanten behalve [eisers sub 4, 7 en 10] );
- de publieke versie van het report for the hearing inzake het beroep van Scania tegen het Scania-Besluit bij het Gerecht (het Scania Hearing Report, ingebracht door alle Claimanten behalve CDC en [eisers sub 4, 7 en 10] );
- de Amended Particulars of Claim (niet-vertrouwelijke versie) in de zaak Ryder Ltd. en Hill Ltd./MAN SE en andere truckfabrikanten voor de Engelse Competition Appeal Tribunal, zaak 1291/5/7/18(T) (hierna: het Ryder-processtuk). Dit stuk is ingebracht door CDC.
dat de inbreuken niet beperkt zijn gebleven tot de feitelijke handelingen en gedragingen die daarin zijn omschreven door de Commissie (en die door de Truckfabrikanten zijn erkend). Integendeel, de Commissie spreekt in de nrs. 52, 54 en 59 uitdrukkelijk over ‘examples’ als het gaat om bijeenkomsten waar onder meer werd gesproken over de introductie van de EURO 3-standaard (nr. 52), EURO 4-standaard (nr. 54) en informatie over bruto prijsverhogingen (nr. 59). Deze gedragingen zijn door de Commissie gebruikt ter illustratie van het inbreukmakend gedrag. Het CAT oordeelt hierover:
”. De Commissie heeft in het Besluit (nr. 71) ook omschreven wat het doel was van de Truckfabrikanten:
- lichte commerciële voertuigen of bedrijfswagens,
- gebruikte/vrachtwagens,
- speciale voertuigen, waaronder militaire voertuigen,
- brandweerwagens.
‘Quantifying antitrust damages - Towards non-binding guidance for courts, study prepared for the European Commission, Luxembourg, Publications Office of the European Union 2009’(hierna: de Oxera-studie 2009). Dit vindt zijn weerslag in artikel 17 lid 2 van Richtlijn 2014/104/EU (Kartelschaderichtlijn), dat het bewijsvermoeden bevat dat kartelinbreuken worden geacht schade te berokkenen. Dit bewijsvermoeden is geïmplementeerd in artikel 6:193l BW. De belangrijkste schadeposten van de Assignors zijn: de betaalde overcharge, umbrella damages, hogere kosten van het leasen, huren of anderszins de financiering van de vrachtwagens, hogere kosten van bezit en gebruik van vrachtwagens, en de hogere prijs van vrachtwagens omdat de kosten van de invoering van de emissiestandaarden zijn doorberekend aan de klanten.
‘Harm caused by collusive delay’(prod. CDCR-0052).
- een document van de Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD),
- het Besluit,
- de Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op horizontale samenwerkingsovereenkomsten (2011/C 11/01, hierna: de Richtsnoeren),
- het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 16 september 2013 in de gevoegde zaken T-379/10 en T-381/10, ECLI:EU:T:2013:457 (Bathroom fittings and fixtures),
- de beschikking van de Engelse Office of Fair Trade (de OFT) van 27 maart 2013 over de distributie van Mercedes Vrachtwagens in Engeland, beschikking CA98/04/2013 in zaak CE/9161-09.
‘Estimation of the overcharge resulting from the EU Truck Cartel for Stichting Truck Cartel Compensation Claims’van 5 juni 2019 (prod. 13 SAATC). In dit rapport wordt de overcharge ingeschat op 8,24-13,73% per vrachtwagen.
‘Economic Analysis of the Potential Effects of the Infringement’(prod. DAFA-001) ter onderbouwing van haar standpunt dat de informatie-uitwisseling feitelijk geen effect heeft gehad op de verkoopprijzen. DAF verwijst ook naar het in opdracht van de Truckfabrikanten opgestelde rapport van Oxera Consulting van 16 april 2019,
‘How to assess the effects of the trucks infringement’(hierna: het Oxera-rapport 2019; prod. TRUC-0005), waaruit blijkt dat informatie-uitwisseling niet onder alle omstandigheden schadelijk is, maar alleen als er sprake is van effectieve coördinatie van het marktgedrag. DAF stelt dat daarvoor aan drie voorwaarden moet worden voldaan:
“unlikely that the infringement had any actual effect on transaction prices charged by DAF to its customers.”
‘Economic Assessment of the SEO Report’(prod. DAFA-002). De conclusie is dat het SEO-rapport aan fundamentele gebreken lijdt en geen enkele basis biedt om het bestaan of de hoogte van potentiële schade als gevolg van de Inbreuk aan te nemen.
‘Economic Assessment of the Analysis Group Report’(prod. DAFA-003). De conclusie is ook hier dat de analyse van Analysis Group en de geschatte overcharge niet betrouwbaar zijn.
‘Expert opinion on the report by Analysis Group van 30 juni 2020’(prod. DAIM-0001). Volgens dit rapport van E.CA Economics gaat Analysis Group ten onrechte uit van de veronderstelling dat de Inbreuk in wezen een prijsafsprakenkartel vormde. De bewering van Analysis Group dat de prijzen van vrachtwagens aan het begin van de Inbreukperiode abnormaal zouden zijn gestegen is gebaseerd op een onjuiste vergelijking. Ook de regressieanalyse vertoont fundamentele gebreken.
‘Plausibility of net price increases due to gross price related competition law infringements’van 24 april 2019 (prod. DAIM-0002). De enige levensvatbare en robuuste economische theorie op basis waarvan een informatie-uitwisseling een prijsverhogend effect zou kunnen hebben, is de theorie van gecoördineerde effecten. Daarvoor moet aan drie voorwaarden worden voldaan:
‘Economic Report’van Compass Lexecon van 30 juni 2020 (prod. IVEC-0001), waarin de marktaandeelanalyse is opgenomen. Uit dit rapport van Compass Lexecon blijkt ook dat de uitwisseling van informatie in de periode 2004-2011 aantoonbaar geen effect heeft gehad op bruto lijstprijzen voor Iveco vrachtwagens in de andere relevante landen.
‘Economic analysis of the expert report authored by SEO Economisch Onderzoek’(prod. IVEC-0002) weerlegt de aannames en conclusies van SEO, aldus CNH/Iveco. Het SEO-rapport toont geen effecten van de Inbreuk aan. Hetzelfde geldt voor het Rapport Analysis Group, dat SAATC in het geding heeft gebracht (zie 3.39). Compass Lexecon heeft ook hierover een rapport uitgebracht,
‘Economic analysis of the expert report authored by Analysis Group’(prod. IVEC-0003). Daaruit blijkt dat het Rapport Analysis Group niet aantoont dat de Inbreuk effect heeft gehad op de verkoopprijzen van middelzware en zware vrachtwagens. Het Rapport Analysis Group toont niet aan dat de Achterliggende Partijen van SAATC schade hebben geleden als gevolg van de Inbreuk.
‘On the Plausibility of Price Effects of the Sanctioned Conduct in the Trucks Case’(prod. MANA-0001). Compass Lexecon heeft in dit rapport getoetst aan de voorwaarden voor effectieve coördinatie zoals die zijn geformuleerd in het arrest van het Gerecht van de EU Airtours/First Choice. [7] Compass Lexecon heeft die voorwaarden als volgt benoemd in haar rapport: de onderlinge verstandhoudingsvoorwaarde (door sommige partijen aangeduid als
focal point), de controlevoorwaarde, de afschrikkings- en sanctievoorwaarde en de afschermingsvoorwaarde. Compass Lexecon concludeert dat aan de onderlinge verstandhoudingsvoorwaarde niet is voldaan. Er was dus geen effectieve coördinatie en de uitwisseling van de bruto lijstprijzen heeft daarom volgens MAN geen mededingingsbeperkende – en daardoor prijsverhogende – effecten gehad. De afnemers hebben geen hogere prijzen betaald voor hun vrachtwagens dan zonder de informatie-uitwisseling het geval zou zijn geweest. Er is dus geen sprake van schade.
‘Economic analysis of the report by Analysis Group’(prod. MANA-0002). Samengevat komt het erop neer dat dit rapport van Compass Lexecon aantoont dat aan de regressieanalyse die Analysis Group heeft gedaan aanzienlijke bezwaren kleven, dat die zeer vertekende resultaten oplevert en niet geschikt is om de vermeende overcharge te schatten. Verder zijn ook de uitkomsten van de yardstickanalyse van Analysis Group onbruikbaar want er zijn geen geschikte markten gebruikt ter vergelijking, er is sprake van verstorende portfolio effecten en de yardstickanalyse is gebaseerd op schattingen in plaats van werkelijke data.
‘Economic Assessment of the Report by SEO Economisch Onderzoek’(prod. MANA-0003). Volgens MAN toont dit rapport van Compass Lexecon aan dat er bezwaren kleven aan de benadering van SEO om de indicatieve kartelopslag af te leiden uit de door SEO gebruikte metastudies. Bovendien zijn de algemene stellingen van SEO dat [eisers sub 4, 7 en 10] geen enkele vermeende meerprijs aan hun eigen klanten konden doorberekenen op basis van de algemene economische theorie onwaarschijnlijk.
‘Assessment of the likelihood of damages caused by the alleged Trucks infringement’(prod. SCAN-0002).
‘Quantitative assessment of potential damages caused by the alleged trucks cartel’(prod. SCAN-0003), dat laat zien dat de toepassing van de multivariate regressieanalyse op basis van alle transacties tussen Scania-distributeurs en -dealers in de onderzochte gevallen gedurende en na de vermeende Inbreuk resulteert in een prijsopslag van -0,38%. Dat is statistisch gezien nihil en bevestigt dat de Inbreuk geen effecten had op de prijzen voor Scania-vrachtwagens in de onderzochte landen (België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en Spanje).
‘Response tot SEO Economisch Onderzoek’s Expert Report’(prod. VCVA-0001) en een rapport van 30 juni 2020,
‘Response to Analysis Group Expert Report for SAATC’(prod. VCVA-0002).
‘Response tot SEO Economisch Onderzoek’s Expert Report’van Frontier blijkt dat die conclusie niet kan worden getrokken op basis van de gebruikte bronnen en methodologie. Vanuit economisch perspectief kan niet worden verondersteld dat het uitwisselen van informatie met betrekking tot bruto lijstprijzen daadwerkelijk heeft geleid tot verhoorde transactieprijzen. Dat is in dit geval ook niet gebeurd. Ook de stelling dat expliciete of impliciete hardcore prijskartels in theorie altijd leiden tot een overcharge van meer dan 0% vindt geen steun in de economische literatuur, daargelaten dat het hier niet eens om een hardcore prijskartel gaat.
‘Response to Analysis Group Expert Report for SAATC’van Frontier ook het rapport van Analysis Group dat SAATC in het geding heeft gebracht (zie 3.39). Analysis Group gaat er ten onrechte vanuit dat de Inbreuk een overeenkomst tussen de Truckfabrikanten betrof om de transactieprijzen tot boven het concurrentieniveau te verhogen. Dat volgt echter niet uit het Besluit. Verder is het rapport van Analysis Group gebaseerd op een gebrekkig begrip van de vrachtwagenmarkt. De conclusies zijn ondeugdelijk en onbetrouwbaar.
‘The Collusion on Gross List Prices by the European Trucks Cartel and its Effect on Net Retail Prices’(prod. CDCR 0051, hierna: het Harrington & Schinkel-rapport). Dit rapport is alleen door CDC in het geding gebracht in haar eigen zaak. Tijdens de zitting hebben alle Claimanten een beroep gedaan op het Harrington & Schinkel-rapport. De vraag is of dit vanuit procesrechtelijk perspectief mogelijk is, nu de zaken weliswaar gevoegd zijn, maar er nog steeds sprake is van verschillende procedures. De Claimanten beantwoorden deze vraag onder verwijzing naar literatuur (de Groene Serie Burgerlijke Rechtsvordering) bevestigend.
‘The Anticompetitiveness of Sharing Prices’. Dat paper is door alle Claimanten, behalve CDC, [eisers sub 4, 7 en 10] en SAATC overgelegd (zie bijvoorbeeld prod. CDCR-0051, STEF-0028). Bovendien hebben alle Claimanten kennis genomen van een executive summary van het Harrington & Schinkel-rapport. Het pleidooi dat namens de Claimanten op 25 november 2020 is gehouden is een weergave daarvan.
anticipationof sharing gross list prices that causes all headquarters involved in the collusive information exchange to each set higher gross list prices independently. An understanding among truck manufacturers’ headquarters to share gross list prices results in each headquarters being more secure in setting higher gross list prices because it knows it will have the opportunity to partly respond with higher discounts should other truck manufacturers’ gross list prices prove to be lower. A common understanding as to an information exchange agreement would be the natural implication of the truck manufacturers’ headquarters having met and shared prices on a regular basis over an extended period of time. We conclude that the extensive information exchange of gross list prices at the senior management level is expected to cause truck manufacturers to set higher gross list prices, which will consequently result in higher end prices for truck purchasers.
Vraag van de rechtbank, mr. Dudok van Heel:
'Plausibility of net price increases due to gross price related competition law infringementsvan 24 april 2019 (prod. DAIM-0002, zie 2.42.4) dat de bruto lijstprijs bij Daimler wel een rol speelde in het vaststellen van de prijzen. Daarin staat immers:
Central decision on gross list prices by Daimler’s headquarters.The Steering Committee Pricing (“SCP”) decided on inflation adjustments and price re-positioning (both changes to gross prices). Major decisions needed to be approved by the truck division’s management board. This process usually took place in April and May of the year prior to the year to which the price adjustments should apply. The final decisions on gross prices for each component as of January the next year were taken at the end of May.
The new gross list prices were then communicated to the sales department through printed manuals or, later, through electronic truck configurators.[onderstreping rb]
usually defined as a percentage of the gross price. Dealers, including Daimler-owned ones, are free to decide on the final net price offered to customers.” [onderstreping rb]
4.De beslissing
27 mei 2021,