Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlasteleggingen
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
(hierna: Sr)houdt in dat strafbaar is degene die opzettelijk voorwerpen verwerft, vervaardigt en voorhanden heeft die bestemd zijn tot het begaan van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld. De Memorie van Toelichting bij artikel 46 Sr vermeldt dat de term ‘begaan’ ook ziet op deelnemingsvormen. Met andere woorden: aan de woorden “voorwerpen, bestemd tot het begaan van dat misdrijf” in artikel 46 Sr komt een ruimere betekenis toe dan dat die voorwerpen moeten zijn bestemd tot het plegen van dat misdrijf. Zij kunnen ook zijn bestemd tot deelneming aan dat misdrijf – meer concreet: tot medeplichtigheid aan dat misdrijf.
hierna: [naam 1]) – op zoek waren naar een persoon genaamd [naam 2] (
hierna: [naam 2]). Zo wordt in één van de afgeluisterde gesprekken verwezen naar een dag waarop verdachten vermoedelijk [naam 2] hebben geobserveerd in Laren. [medeverdachte] zegt daarover:
“Daar hadden we hem makkelijk ook kunnen pakken (…) papapapapa wegwezen.”Het oogmerk op moord spreekt vervolgens duidelijk uit een gesprek dat plaatsvond op 28 november 2019, waarin [verdachte] zegt:
“Je kan gewoon daartussen wachten in de auto. Weet je wat het is als je daar tussen parkeert, broer, en ik kom tussen jou bij jouw deur (ntv) ik pak jou met een stille, dan is er niks aan de hand.”Uit de context van het gesprek blijkt opnieuw dat het om [naam 2] gaat.
hierna: OVC-gesprekken). Gelet op artikel 15 van het Besluit technische hulpmiddelen strafvordering
(hierna: het Besluit)mag bewerking van opnames slechts plaatsvinden op een kopie van de originele opname en moeten de stappen van de bewerking schriftelijk worden vastgelegd. Bovendien stelt artikel 7 van het Besluit dat plaatsing van de apparatuur slechts mag geschieden door aangewezen opsporingsambtenaren. In deze zaak is hieraan niet voldaan, en is er tevens sprake van technische bewerkingen van de opnames. Dit betekent dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim. Er is sprake van een ingrijpende inbreuk op een grondrecht. Het opnemen van vertrouwelijke communicatie in een privéauto gaat verder dan het opnemen van tapgesprekken. Het enige juiste rechtsgevolg moet in dit geval bewijsuitsluiting zijn.
hierna: [naam 3]) verdachte was in onderhavig onderzoek. Uit stukken in andere procesdossiers blijkt dat [naam 3] contact heeft met [naam 4] ( [naam 4] ) en dat zij communiceren over het martelen van personen, waaronder ‘ [alias] ’: de alias van [naam 2] . Gebleken is verder dat [naam 3] zich bezig heeft gehouden met het prepareren van een loods om daar personen te gijzelen en/of te martelen. Het is dan ook mogelijk dat [verdachte] en [medeverdachte] [naam 2] moesten opsporen om hem uiteindelijk te (laten) gijzelen en/of te martelen.
EVRM). De rechtbank zal deze OVC-gesprekken daarom wel voor het bewijs gebruiken.
“Ja, maar ik kan je één ding zeggen, geloof mij, die dag dat we hebben hem geplakt bij, bij, bij... hoe heet ie?”. Waarop [verdachte] zegt:
“Laren?”en [medeverdachte] antwoordt:
“Laren! Weet je, als je hem nu ziet, weet je toen we hem hebben gepakt, het is twee verschillende mensen toen, he? Want hier heb hij geen bril, daar had hij wel bril. Daar hadden we hem makkelijk ook kunnen pakken. Pakje geld voor ons zelf. Makkelijk, makkelijk, dat was bij Laren.”
“Broer zei: beter is, het beste is om die schoonmaker opnieuw te plakken.”[naam 1] heeft een schoonmaakbedrijf.
“Bij Schiphol, door hem, weet je, hij is goed met die man. Door hem kunnen we bij die boy komen.”Op de hoedenplank van de door de verdachten geparkeerde auto is een knuffel met daarin een camera gericht op het voertuig van [naam 1] aangetroffen.
“de schoonmaker is er niet.”Om 13:41 uur zegt [medeverdachte] :
“Dat is die [naam 1] , daarzo”, waarop [verdachte] antwoordt:
“Ja he, maar die Turk was niet daartussen.”
hierna: [naam 6]), die woonachtig is op het adres [adres 5] . Van dit adres zijn ook beelden aangetroffen op de in beslag genomen SD-kaarten. Uit onderzoek is gebleken dat ook een link kan worden gelegd tussen [naam 6] en [naam 2] .
“Broer maakt hem helemaal af. Die man is al maanden bezig met iets te huren, hebben ze een loods gehuurd, zitten de gaten en buizen van de wietplantage van de vorige er nog in. (…) Broer zit er zelf ook mee dat hij ons geen geld kan geven.”Uit onderzoek is gebleken dat “broer” [naam 3] is. [verdachte] heeft op 20 en 28 september 2019 een ontmoeting gehad met [naam 3] .
voorbereiding van medeplichtigheid aan moordwanneer de in de tenlastelegging genoemde middelen daadwerkelijk zouden worden gebruikt tijdens het begaan van het grondfeit, in dit geval – volgens de officieren van justitie – de medeplichtigheid aan de moord op [naam 2] . Tot dit punt zijn verdachten echter niet gekomen. [verdachte] en [medeverdachte] waren namelijk nog bezig met het traceren van [naam 2] . Zij waren daarmee nog in een fase vóór het spotten van het uiteindelijke doelwit. De rechtbank concludeert dan ook dat de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen door [verdachte] en [medeverdachte] in onderhavige casus hoogstens zijn gebruikt voor de
voorbereidingtot
voorbereiding van medeplichtigheid aan moord.Zoals hiervoor is uiteengezet, vallen voorbereidingshandelingen tot voorbereiding van het begaan van enig gronddelict niet onder de reikwijdte van de strafbare voorbereiding. Dat de voorwerpen op enigerlei wijze gebruikt zouden worden bij de uitvoering van moord op [naam 2] is niet gebleken.
hierna: [naam 7]), de vriendin van [verdachte] .
5.Bewezenverklaring
6.Strafbaarheid van het feit
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straf
9.Beslag
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
4 (vier) maanden.