ECLI:NL:RBAMS:2021:1022

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 maart 2021
Publicatiedatum
11 maart 2021
Zaaknummer
13/752090-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering van een persoon aan Bulgarije op basis van een Europees aanhoudingsbevel, met aandacht voor detentieomstandigheden

Op 9 maart 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Bulgarije op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie en betreft een strafrechtelijk onderzoek naar de opgeëiste persoon, die verdacht wordt van ernstige strafbare feiten zoals moord en zware mishandeling. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de detentieomstandigheden in Bulgarije onderzocht, waarbij zij zich baseerde op informatie van de uitvaardigende autoriteit en eerdere uitspraken over de detentieomstandigheden in de betrokken gevangenissen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen reëel gevaar bestaat dat de opgeëiste persoon in Bulgarije onmenselijk of vernederend behandeld zal worden, ondanks de zorgen die zijn geuit over de detentieomstandigheden. De rechtbank heeft de argumenten van de raadsman verworpen, die stelde dat er onvoldoende garanties waren dat de opgeëiste persoon niet blootgesteld zou worden aan onmenselijke behandeling. De rechtbank oordeelde dat de informatie die was verstrekt door de Bulgaarse autoriteiten voldoende was om de overlevering toe te staan.

De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, omdat het EAB voldeed aan de eisen van de Overleveringswet en er geen weigeringsgronden waren. De beslissing is genomen in het kader van de Europese samenwerking op het gebied van strafrecht en de bescherming van de rechten van de opgeëiste persoon. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/752090-20
RK nummer: 21/124
Datum uitspraak: 9 maart 2021
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 8 januari 2021 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 1 december 2020 door
the District Court of Burgas, Bulgarije, en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] (Bulgarije) op [geboortedag] 1978,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres 1] ,
ten tijde van de zitting gedetineerd op het politiebureau aan de
[adres 2]
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 23 februari 2021. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. M. Diependaal. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. A.G. de Jong, advocaat te Den Haag en door een tolk in de Bulgaarse taal.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Bulgaarse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een
determination of 26 November 2020 on Criminal Case of General Nature/NOHD No. 851 on the Docket of the District Court of Burgas for 2020.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Bulgaars recht strafbare feiten.
Deze feiten zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.

4.Strafbaarheid

Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit de strafbare feiten heeft aangeduid als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 14, te weten:
moord en doodslag, zware mishandeling.
Volgens de in rubriek c) van het EAB vermelde gegevens is op elk van de feiten naar Bulgaars recht een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren gesteld.

5.Detentieomstandigheden, artikel 4 Handvest van de grondrechten van de Europese

Unie (Handvest)

5.1
Inleiding
De rechtbank heeft op grond van het
Public statementvan het
European Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment(hierna: CPT) van 26 maart 2015 geoordeeld dat in het algemeen een reëel gevaar bestaat dat personen die in Bulgarije zijn gedetineerd onmenselijk of vernederend worden behandeld, zoals bedoeld in artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. [1] Bij uitspraak van 11 februari 2020 (ECLI:NL:RBAMS:2020:1097) heeft de rechtbank geoordeeld dat het CPT-rapport van 4 mei 2018, naar aanleiding van bezoeken tussen 25 september 2017 en 6 oktober 2017, niet tot een ander oordeel leidt.
De officier van justitie heeft gelet op het door de rechtbank aangenomen algemene reële gevaar dat personen die in Bulgarije zijn gedetineerd onmenselijk of vernederend worden behandeld in deze zaak aan de uitvaardigende autoriteit gevraagd in welke detentie instelling de opgeëiste persoon na zijn overlevering naar alle waarschijnlijkheid zal worden geplaatst en wat de omstandigheden daar zijn.
Bij brief van 13 januari 2021 heeft de uitvaardigende justitiële autoriteit meegedeeld dat de opgeëiste persoon na zijn overlevering zal worden geplaatst in
the Prison of Burgas.Bij brief van 21 januari 2021 van
the HEAD of the Prison of Burgas / Zatvor Burgasaan de uitvaardigende justitiële autoriteit is uitgebreide informatie verstrekt over de omstandigheden in deze instelling.
Bij brief van 9 februari 2021 heeft de uitvaardigende justitiële autoriteit meegedeeld dat de opgeëiste persoon, als hij veroordeeld zal worden tot een gevangenisstraf, zal worden geplaatst in
the Prison of Stara Zagora.Als bijlage bij deze brief van de uitvaardigende justitiële autoriteit, is een brief gevoegd van 8 februari 2021 van
the Senior Commissionervan
the General Directorate of Enforcement of Penalties, Ministry of Justicemet informatie over de detentieomstandigheden in Stara Zagora.
Voornoemde brief van 21 januari 2021 over de instelling in Burgas bevat onder meer de volgende informatie:
The main building of the Prison of Burgas/Zatvor Burgas has a capacity of 300 places, and it currently accommodates 280 people deprived of freedom. Debelt Prison Hostel closed type) (ZO Debelt) at the Prison of Burgas/Zatvor Burgas has one two-storey and two three-storey residential buildings, in which there are 90 dormitories with a capacity for 370 people deprived of freedom. At the moment there are 265 persons deprived of their liberty. In addition, Debelt 1 open-type Prison Hostel is located in a separate residential floor with a capacity of 85 places, and it currently accommodates 72 people deprived of freedom.
The premises meet the European minimum requirements for prisons, such as size, area, and conditions for serving the sentence of deprivation of freedom. There are self-detached individual sanitary facilities with a toilet, and there is an area of minimum of four square metres per person for personal space in each accommodation room. The conditions in the arrest/detention facility at the Prison of Burgas/Zatvor Burgas also meet the European minimum requirements for prisons such as size, area, and conditions. There are self-detached/private sanitary facilities with a toilet, and there is an area of minimum of four square metres per person in each room. The people placed in custody in the arrest/detention facility at the prison or in the premises for accused and defendants enjoy all the rights and opportunities provided in the Enforcement of Sentences and Detention Act. An opportunity is provided to stay outdoors for at least 2 hours a day, and there is an outdoor sports ground with sports equipment. The people placed there are provided with warm food three times a
day prepared in a kitchen operating in the prison. There is a library with access provided to all people placed there, and a church chapel where they may meet their religious needs. The bedrooms have two windows, with openable parts of plastic window frames, and a constant access to light and fresh air are provided. The use of a bathroom with hot water is done on a schedule, at least twice a week. Persons accommodated in the prison building have daily access to a medical person appointed on a permanent contract, and if necessary, they may use emergency services.
The premises in Debelt Prison Hostel/ZO Debelt have self-detached/private sanitary facilities with a bathroom and a toilet, and an area of minimum of four square metres per person. Four people deprived of freedom are accommodated in a room. Each room has one or two windows with dimensions - width 1.32 m and height 1.62 m, which can be opened. An opportunity is provided to stay outdoors for at least 2 hours a day, and there are an outdoor sports ground and an indoor fitness centre. There is constant access to fresh air. The accommodated persons are provided with a continuous sleep time of not less than 8 hours a day, which may be considered as a minimum of hours spent in a cell, to persons placed on a light, general, or strict regime.
The accommodated persons are provided with warm food three times a day prepared in the kitchen functioning in the hostel. Meals are served in a separate dining room on each floor.
Persons accommodated in the hostel have daily access to a medical person appointed on a permanent contract, and if necessary, they may use emergency services.
There is an opportunity for labour engagement on the territory of the Prison of Burgas/Zatvor Burgas and Debelt Prison Hostel/ZO Debelt according to the person's skills and preferences.
A school operates in which educational activities are carried out to which all people deprived of freedom have equal access. There are libraries established with access for all people deprived of freedom, a church chapel in which they may meet their religious needs, there are opportunities of participation in various creative, cultural and sports events for making sense of their free time.
We assure you that the individual [opgeëiste persoon] will be able to take advantage of the opportunity to submit applications and complaints to the competent authorities responsible for his accommodation at any time.
Yes, I assure you that the individual [opgeëiste persoon] will be accommodated in the conditions stated, and he will not be subjected to inhuman or degrading treatment or treatment within the meaning of Article 3 of the European Convention for the Protection of Human Rights and Fundamental Freedoms.
Voornoemde brief van 8 februari 2021 over de instelling in Stara Zagora bevat onder meer de volgende informatie:
A total of 576 persons was placed in the prison in the town of Stara Zagora, together with the units attached to the prison as of 04 February 2021 upon a total capacity of 679 based on 4 square metres. Of these, 301 persons were in the building upon a capacity of 406 based on 4 square metres; 64 persons were for in Cherna gora closed-type prison dormitory upon a capacity of 131 based on 4 square metres; 168 persons were in Stara Zagora and Vereya open-type prison dormitories upon a capacity of 175 based on 4 square metres. The premises in the prison in the town of Stara Zagora are renovated and each of them is equipped with a private bathroom and a sink, a toilet and a shower with constantly running water, and direct access is provided to daylight and the possibility of natural ventilation.
All bedrooms are furnished with standard beds, lockers, hangers, a table, and chairs. The heating is provided by the local heating, and there are cast iron radiators in the rooms. Washbasins, bathing rooms, and a room for washing and drying of personal clothes are built in each group, and the access to them is free for the time from 6.00 AM to 08.00 PM.
Outdoor stay in specially designated areas is provided to all persons every day. The prison has a renovated and modernly equipped kitchen and dining rooms, libraries, a gym, and a shop for the people deprived of freedom. Sports facilities such as street fitness equipment and a football, basketball and volleyball court are built on the outdoor stay areas.
The National Assembly of the Republic of Bulgaria adopted the amendments to the Enforcement of Punishments and Detention in Custody Act on 25 January 2017 in the spirit of European values.
The regulating provisions on protection against torture, cruel and inhuman or degrading treatment of people deprived of freedom are priorities among them.
New rules have been introduced for the initial allocation of the people deprived of freedom as a measure to tackle overcrowding in places of deprivation of freedom; significant changes in the parole procedure; official confirmation of the norm of 4 square metres of space for one person deprived of freedom as a standard in all penitentiary institutions, regardless of the type, regime and category of the people deprived of freedom; personal and confidential medical records are prepared for all prisoners.
5.2
Standpunt van de raadsmanDe raadsman heeft – zakelijk weergegeven – betoogd dat in de brief van 21 januari 2021 van de directeur van de gevangenis van Burgas/Zatvor Burgas is opgenomen dat het “mogelijk is” om de opgeëiste persoon in die gevangenis te plaatsen. Dit is dus geen garantie terwijl de informatie ook niet afkomstig lijkt van de autoriteit die belast is met de plaatsing van gedetineerden en de tenuitvoerlegging van bevelen tot voorlopige hechtenis. Nu deze garantie niet gegeven is, is er onvoldoende zekerheid dat de opgeëiste persoon niet blootgesteld zal worden aan het gevaar van onmenselijke en vernederende behandeling. De aanvullende informatie over de instelling in Burgas bevat onvoldoende informatie over de waarborgen waarmee fysieke mishandeling en geweld tussen gevangenen wordt tegengegaan. Uit de aanvullende informatie blijkt ook niet welke maatregelen er zijn getroffen om de door het CPT geconstateerde corruptie tegen te gaan. De raadsman heeft voorts gewezen op een tekort aan gevangenispersoneel, een tekort aan activiteiten, met drugsgebruik samenhangende criminaliteit en een overlijden van een gedetineerde in de gevangenis van Burgas onder verdachte omstandigheden. In de brief van 9 februari 2021 is meegedeeld dat de opgeëiste persoon na zijn voorlopige hechtenis geplaatst kan worden in de gevangenis van Stara Zagora. Ten aanzien van deze gevangenis is onvoldoende informatie verstrekt. Niet kan worden gegarandeerd dat de opgeëiste persoon in Bulgarije onder detentieomstandigheden zal verblijven die voldoen aan de eisen van het Handvest. Vanwege de Nederlandse verdenking, is onduidelijk hoe lang de voorlopige hechtenis zal duren. Voor een goed oordeel over de detentieomstandigheden, zijn actuele gegevens nodig. De raadsman heeft daarom primair verzocht de zaak aan te houden voor onbepaalde tijd in afwachting van de uitkomst van de Nederlandse zaak. Subsidiair is verzocht de zaak aan te houden om aanvullende informatie en garanties van de Bulgaarse autoriteiten te verkrijgen.
5.3
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de overlevering kan worden toegestaan omdat voldoende informatie is verstrekt over de detentieomstandigheden en deze informatie ook afkomstig is van de juiste autoriteiten. Er is weldegelijk voldoende informatie verstrekt over de detentie instelling in Stara Zagora. Zowel over de omstandigheden in Burgas (ECLI:NL:RBAMS:2018:8203) als in Stara Zagora (ECLI:NL:RBAMS:2019:430) heeft de rechtbank ook al eerder geoordeeld dat geen sprake is van een reëel gevaar.
5.4
Oordeel van de rechtbank
Op basis van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 25 juli 2018 in de zaak
ML(ECLI:EU:C:2018:589) is de uitvoerende autoriteit verplicht uitsluitend de detentieomstandigheden te onderzoeken in de penitentiaire inrichtingen waar de opgeëiste persoon, volgens de informatie waarover zij beschikt,
naar alle waarschijnlijkheidzal worden gedetineerd. Een garantie, zoals gesteld door de raadsman, is in dit kader dus niet vereist. De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft informatie verstrekt waaruit volgt dat de opgeëiste persoon naar alle waarschijnlijkheid eerst in de penitentiaire inrichting in Burgas en – na een eventuele veroordeling – in Stara Zagora zal worden geplaatst. Nu de gegevens omtrent de plaatsing en omtrent de detentieomstandigheden in Burgas en Stara Zagora afkomstig zijn van de uitvaardigende justitiële autoriteit zelf ofwel door de uitvaardigende justitiële autoriteit als bijlagen bij eigen brieven zijn doorgestuurd, bestaat geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van deze informatie, noch aan de juistheid van de afzender. De gevoerde verweren op dit punt worden verworpen.
Anders dan de raadsman is de rechtbank – met de officier van justitie – van oordeel dat de hiervoor in punt 5.1 weergegeven informatie met betrekking tot de penitentiaire inrichtingen in Burgas en Stara Zagora tot de conclusie leidt dat voor de opgeëiste persoon geen sprake is van een reëel gevaar dat hij in detentie in Bulgarije onmenselijk of vernederend zal worden behandeld. De rechtbank wijst hierbij op de door de officier van justitie aangehaalde uitspraken met kenmerken ECLI:NL:RBAMS:2018:8203 en ECLI:NL:RBAMS:2019:430 en met name op het feit dat de rechtbank op dit moment – naast de onder 5.1 weergegeven informatie – niet beschikt over objectieve, betrouwbare, nauwkeurige en naar behoren bijgewerkte gegevens die wél kunnen leiden tot de conclusie dat een reëel gevaar bestaat op een onmenselijke of vernederende behandeling zoals bedoeld in artikel 4 Handvest in de genoemde instellingen. De rechtbank ziet geen aanleiding de behandeling aan te houden om het verloop van een eventuele vervolging in Nederland af te wachten dan wel voor het verkrijgen van nadere informatie uit Bulgarije. Het verzoek om aanhouding wijst de rechtbank daarom af.
Artikel 4 van het Handvest staat gelet op het voorgaande niet in de weg aan de overlevering.

6.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW en ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan, dient de overlevering te worden toegestaan.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
the District Court of Burgas, Bulgarije.
Aldus gedaan door
mr. H.P. Kijlstra, voorzitter,
mrs. C. Klomp en T.B. Trotman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.T.P. van Munster, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 9 maart 2021.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie het arrest Aranyosi en Căldăraru, HvJ EU 5 april 2016, ECLI:EU:C:2016:198, punten 88-90, en o.a. Rechtbank Amsterdam 28 november 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:1269.