Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[verzoeker 1] ,
[verzoeker 2],
[verzoeker 3],
[verzoeker 4],
[verzoeker 5],
[verzoeker 6],
[verzoeker 7],
[verzoeker 8],
[verzoeker 9],
[verzoeker 10],
1.De procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen, binnengekomen ter griffie op 20 juli 2020,
- de tussenbeschikking van 24 september 2020, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- het herziene / aanvullende verzoekschrift, met bijlagen, binnengekomen ter griffie op 21 augustus 2020,
2.De feiten
3.3. Het geschil
(i) alle op hen betrekking hebbende persoonsgegevens die zij verwerkt, waaronder de persoonsgegevens zoals genoemd in de Guidance Notes, het ‘Driver’s Profile’, waaronder de aantekeningen van Uber medewerkers, ‘Tags’ en ‘Reports’,
(ii) de verwerkingsdoeleinden, de betrokken categorieën van persoonsgegevens, de ontvangers of categorieën van ontvangers aan wie de persoonsgegevens zijn of zullen worden verstrekt, met name ontvangers in derde landen of internationale organisaties en de bewaartermijn voor deze gegevens,
(iii) indien sprake is van doorgifte aan een derde land of een internationale organisatie, de passende waarborgen overeenkomstig artikel 46 AVG die Uber inzake deze doorgifte heeft getroffen,
(iv) het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming, met inbegrip van de in artikel 22 leden 1 en 4 AVG bedoelde profilering, en ten minste in die gevallen, nuttige informatie over de onderliggende logica, het belang en de verwachte gevolgen van die verwerking voor verzoekers,
- In verschillende buitenlandse procedures gaat om de vraag of een arbeidsrelatie tussen de chauffeurs en Uber bestaat. Van belang hierbij is de mate waarin Uber managementcontrole heeft die zij onder meer uitoefent door middel van algoritmes en geautomatiseerde besluitvorming;
- de Britse rechter heeft geoordeeld dat chauffeurs recht hebben op minimumloon en vakantietoeslag. Om hun loon te berekenen hebben verzoekers toegang tot hun gegevens nodig;
- de Britse rechter heeft geoordeeld dat chauffeurs recht hebben op bescherming tegen discriminatie. Om te kunnen bepalen of sprake is van discriminatie hebben verzoekers inzage nodig in de berekening van hun ‘rating’ in de Driver App;
- de verzochte gegevens zijn nodig voor collectieve onderhandelingen en belangenbehartiging;
- bij beslissingen over hun licentie als chauffeur worden chauffeurs beoordeeld op hun geschiktheid. Daarom hebben verzoekers belang bij onbeperkte toegang tot hun gegevens;
- de verzochte gegevens zullen beschikbaar worden gesteld aan WIE.
4.De beoordeling
Rechtsmacht en toepasselijk recht
[verzoeker 1]als
[verzoeker 8]op 19 juli 2020 de hiervoor onder 4.9 genoemde e-mails met digitale bestanden, instructies en het wachtwoord om de bestanden te openen, hebben ontvangen in reactie op hun verzoeken van 20 juni 2020. Het verzoekschrift van 20 juli 2020 is dus niet te vroeg ingediend. Dat Uber op 20 juli 2020 nog verdere informatie heeft verzonden, ten aanzien van [verzoeker 8] zoals aangekondigd, is niet voldoende om niet-ontvankelijk te zijn in deze procedure.
[verzoeker 2]op 4 september 2020 antwoord heeft ontvangen op zijn verzoek van 15 juli 2020. Uit de door verzoekers overgelegde producties ten aanzien van [verzoeker 2] blijkt echter dat Uber op 7 augustus 2020 de hiervoor onder 4.9 genoemde e-mails met het digitale bestand, de instructies en het wachtwoord aan [verzoeker 2] heeft verzonden in reactie op zijn verzoek.
4.15. Uber betoogt dat
[verzoeker 3]op 30 oktober 2020 antwoord heeft ontvangen op zijn verzoek van 23 juni 2020. Uit de door verzoekers overgelegde producties ten aanzien van [verzoeker 3] volgt echter dat Uber op 22 juli 2020 de hiervoor onder 4.9 genoemde e-mails heeft verzonden in reactie op zijn verzoek.
[verzoeker 4]van 22 juni 2020.
[verzoeker 5]in reactie op zijn verzoek van 20 juni 2020.
[verzoeker 6]op 30 oktober 2020 antwoord heeft ontvangen op zijn verzoek van 10 juli 2020. Uit de door verzoekers ten aanzien van [verzoeker 6] overgelegde producties blijkt echter dat Uber op 7 augustus 2020 de hiervoor onder 4.9 genoemde
e-mails heeft verzonden in reactie op zijn verzoek.
[verzoeker 9]op 9 oktober 2020 antwoord heeft ontvangen op zijn verzoek van 23 juni 2020. Uit de door verzoekers ten aanzien van [verzoeker 9] overgelegde producties blijkt echter dat Uber op 21 juli 2020 de hiervoor onder 4.9 genoemde e-mails heeft verzonden aan [verzoeker 9] in reactie op zijn verzoek.
[verzoeker 7]per e-mail van 21 juni 2020 heeft ontvangen, maar dat [verzoeker 7] niet heeft gereageerd op het verzoek om zijn identiteit te verifiëren. In overweging 64 van de AVG staat dat de verwerkingsverantwoordelijke alle redelijke maatregelen moet nemen om de identiteit te controleren van een betrokkene die om inzage verzoekt. Als reden bestaat om te twijfelen aan de identiteit, mag om aanvullende informatie gevraagd worden, zo volgt uit artikel 12 lid 6 AVG. Omdat [verzoeker 7] niet heeft gereageerd op het verzoek van Uber en dus geen stukken heeft overgelegd waarmee Uber zijn identiteit kon vaststellen, heeft Uber zich op het standpunt kunnen stellen dat zij onvoldoende gegevens had om zijn inzageverzoek in behandeling te nemen. Het betoog dat [verzoeker 7] zich bij de indiening van het inzageverzoek zou hebben geïdentificeerd door in te loggen op zijn Uber account kan hem niet baten, omdat uit de stukken volgt dat hij het inzageverzoek bij e-mail van 21 juni 2020 heeft verzonden aan de ‘Uber Data Protection Officer’. Daarbij komt dat in het hiernavolgende zal blijken dat het inzageverzoek dat [verzoeker 7] heeft gedaan door in te loggen op zijn Uber account op andere gegevens betrekking had.
[verzoeker 10]hebben een inzageverzoek gedaan via de functie ‘download your data’ in hun Uber-account. In reactie hierop heeft [verzoeker 7] op 21 juni 2020 en [verzoeker 10] op 5 juli 2020 een standaard e-mail van Uber ontvangen met een link waarmee zij ‘Uber data’ gedurende zeven dagen kunnen downloaden. Op de zitting is door Uber toegelicht dat een
passagiermet de functie ‘download your data’ in de App zijn persoonsgegevens kan downloaden, maar dat voor
chauffeursandere functies/processen beschikbaar zijn. Verzoekers hebben dit niet weersproken. Bij deze stand van zaken kan niet worden vastgesteld dat het inzageverzoek van [verzoeker 7] en [verzoeker 10] en het daarop volgende antwoord van Uber betrekking had op de gegevens die in deze procedure aan de orde zijn, namelijk de gegevens die Uber heeft verwerkt in de Driver App. Dit leidt tot de conclusie dat [verzoeker 7] en [verzoeker 10] voorafgaand aan deze procedure van Uber geen antwoord als bedoeld in artikel 12 lid 3 AVG hebben ontvangen. Zij hadden op de datum van de indiening van het verzoekschrift (20 juli 2020) nog niet de mogelijkheid om hun verzoek op de voet van artikel 35 UAVG aan de rechter voor te leggen (zie hiervoor onder 4.8) en zijn daarom niet-ontvankelijk in hun verzoek.
Misbruik van recht? Belang bij verzoek?
navigation’ en ‘
professionalism’. Feedback over een chauffeur is in zoverre een persoonsgegeven in de zin van artikel 4 onder 1 AVG, omdat dit informatie is die vanwege zijn inhoud gelieerd is aan een bepaald persoon, en die persoon daarmee redelijkerwijs identificeerbaar is voor een ander. Dat is tussen partijen ook niet in geschil. Uber heeft in reactie op de inzageverzoeken van verzoekers Excel-overzichten verstrekt waarin de feedback van passagiers over chauffeurs is geanonimiseerd. Volgens verzoekers heeft Uber daarmee geen volledige inzage in de reports verstrekt: in de Excel-overzichten zijn enkel algemene opmerkingen van passagiers opgenomen, die niet te herleiden zijn tot individuele ritten. Verzoekers betogen dat Uber die informatie ook moet verstrekken, omdat de chauffeur daarop recht heeft op grond van de contractuele relatie tussen de chauffeur en de passagier. Gegevens over reports, ‘ratings’ en de start- en eindlocatie van passagiers zijn het directe resultaat van de dienst die de chauffeur verleent, aldus verzoekers.
‘detailed device data’ en
‘safety reminder’. Daarnaast heeft Uber de onderliggende gegevens verstrekt waarmee het totaal van de door de chauffeur geaccepteerde en geweigerde ritten wordt berekend, het confirmation report genoemd. De persoonsgegevens die de input vormen voor de berekening van het confirmation report zijn volgens Uber aan verzoekers verstrekt. Met deze gegevens kunnen verzoekers het confirmation report eenvoudig zelf berekenen, aldus Uber.
upfront pricing-systeem dat Uber in de zomer van 2020 heeft geïntroduceerd. Verzoekers hebben behoefte aan uitleg over de werking van het systeem en wensen inzage in de wijze waarop het algoritme de prijs berekend.
upfront pricing-systeem veel informatie te vinden is op de website van Uber. Daaruit volgt dat de prijs wordt berekend aan de hand van factoren die niet samenhangen met de chauffeur.
upfront pricing-systeem zijn verwerkt. Verder is niet aannemelijk geworden dat verzoekers inzage wensen in de door Uber verwerkte persoonsgegevens ter controle van de juistheid en rechtmatigheid van de verwerking daarvan. Ook met de toelichting ter zitting is dit onderdeel van het verzoek voor de rechtbank niet meer dan een wens van verzoekers om zicht te krijgen op welke wijze en met gebruik van welk algoritme Uber tot prijsvorming komt. Dit is een ander doel dan het door artikel 15 AVG beoogde doel. Dit onderdeel van het verzoek zal daarom worden afgewezen.
- de Driver App biedt informatie over rijgedrag, het gebruik van de telefoon tijdens de rit en het percentage geaccepteerde ritten. Die informatie is het resultaat van een analyse van beroepsprestaties, betrouwbaarheid, gedrag, locatie en verplaatsingen en moet worden aangemerkt als profilering;
- het Driver’s Profile dat Uber bijhoudt is een profiel in de zin van artikel 4 onder 4 AVG, omdat Uber dit gebruikt om persoonlijke aspecten van verzoekers te evalueren die kunnen leiden tot zeer negatieve kwalificaties, zoals ‘inappropriate behaviour’;
- uit verschillende bronnen volgt dat Uber bij de koppeling van chauffeurs aan passagiers gebruik maakt van andere categorieën persoonsgegevens dan die zijn genoemd in haar privacyverklaring, zoals de annuleringshistorie van de chauffeur en gezichtsherkenning.
‘batched matching’-systeem. Dit systeem groepeert de dichtstbijzijnde chauffeurs en passagiers in een
batch(een groep) en bepaalt binnen die groep de optimale
match(koppeling) tussen een chauffeur en een passagier. Volgens Uber gebruikt zij locatie, rijrichting, de drukte van het verkeer, geografische factoren, de verwachte aankomsttijd bij het afhaalpunt van de passagier en door chauffeurs via de Driver App opgegeven persoonlijke voorkeuren. Het systeem koppelt een passagier niet meer aan een chauffeur indien deze passagier de chauffeur in het verleden een beoordeling van één van de vijf beschikbare sterren heeft gewaardeerd. De chauffeur wordt dan gekoppeld aan een andere passagier in de
batch. Volgens Uber heeft de geautomatiseerde allocatie van beschikbare ritten geen rechtsgevolgen, en wordt de betrokkene hierdoor niet in aanmerkelijke mate getroffen zodat geen sprake is van geautomatiseerde besluitvorming in de zin van artikel 22 AVG. Ook maakt zij geen gebruik van een profiel in de zin van artikel 4 onder 4 AVG. Het Driver’s profile is slechts een benaming die in het klantenservicesysteem wordt gehanteerd. Bij haar fraudebestrijdingsprocessen is voorts geen sprake van geautomatiseerde besluitvorming, omdat sprake is van menselijke tussenkomst.
batched-matching-systeem en het
upfront-pricing-systeem een zekere invloed zullen hebben op de uitvoering van de overeenkomst tussen Uber en de chauffeur is niet gebleken dat sprake is van een rechtsgevolg of een aanmerkelijk effect , zoals bedoeld in de Richtsnoeren. Nu artikel 15 lid 1 onder h AVG enkel betrekking heeft op dergelijke besluiten wordt het verzoek onder I (iv) afgewezen.
-formaat volgt uit de stellingen van verzoekers niet dat Uber de persoonsgegevens heeft verstrekt in een formaat waarmee het niet mogelijk is om de gegevens aan een andere verwerkingsverantwoordelijke door te zenden.