Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
- de dagvaarding van 9 oktober 2019, met producties,
- de conclusie van antwoord,
- de akte overlegging productie aan de zijde van [eiser] van 18 december 2019, betreffende de machtiging tot het vertegenwoordigen van [eiser] door zijn moeder, mevrouw [naam moeder] ,
- het tussenvonnis van 31 december 2019, waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte houdende mededeling partijwisseling van 27 januari 2020, waarbij [eiser] vanaf dat moment zal optreden in deze procedure in plaats van [naam moeder] ,
- de akte overlegging producties tevens verzoek als bedoeld in artikel 22 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv), met producties,
- de aanvullende productie aan de zijde van [eiser] van 13 juli 2020,
- de rolmededeling van de kantonrechter van 31 juli 2020 met het verzoek voor overlegging van de volledige beelden van de vlog/ YouTubefilmpje door [gedaagde] op grond van artikel 22 Rv.
1.Feiten en omstandigheden
2.Vordering en verweer
3.Beoordeling
deze vormen met deze gevolgen (“informed consent”). Hij had er bij stil moeten staan of de wil en verklaring van [eiser] hierop was gericht. [gedaagde] heeft in dit geval te weinig rekening gehouden met de gerechtvaardigde belangen van [eiser] . Hij had moeten beseffen welke negatieve gevolgen het openbaar maken van een deze beelden in deze context zouden kunnen hebben voor [eiser] .
salaris gemachtigde
€ 240,00(2,0 punten x tarief € 120,00)
Totaal € 321,00.
2 oktober 2020.