ECLI:NL:RBHAA:2007:BB7464

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
7 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
355818 CV EXPL 07-7475
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad door plaatsing van onjuiste informatie op internet door minderjarige

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 7 november 2007 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen twee partijen, waarbij de eisende partijen, ouders van een minderjarige, de gedaagde partijen, ouders van een andere minderjarige, hebben aangeklaagd wegens onrechtmatige daad. De zaak is ontstaan nadat de minderjarige gedaagde, [yyy], op 10 januari 2007 een tekst op internet heeft geplaatst die de naam van de minderjarige eiser, [xxx], gebruikte en suggereerde dat deze iets te maken had met de verdwijning van een derde scholier. De eisende partijen vorderden een verklaring voor recht dat het handelen van [yyy] onrechtmatig was en vroegen om een schadevergoeding van € 4.500,-- voor immateriële schade.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat het handelen van [yyy] onrechtmatig was en heeft de vordering van de eisende partijen toegewezen, maar het bedrag aan schadevergoeding vastgesteld op € 500,--. De rechter oordeelde dat de gevolgen van het onrechtmatig handelen voor [xxx] redelijk beperkt waren, ondanks dat het handelen van [yyy] als pijnlijk en diffamerend werd beschouwd. De kantonrechter heeft ook rekening gehouden met het feit dat [yyy] zijn excuses heeft aangeboden en dat de naam van [xxx] op school is gezuiverd.

Daarnaast heeft de kantonrechter de proceskosten aan de zijde van de eisende partijen toegewezen, maar het griffierecht gematigd omdat de zaak aanvankelijk bij de verkeerde sector was ingediend. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van ouders voor de daden van hun minderjarige kinderen en de gevolgen van onrechtmatige uitingen op sociale media.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 355818 CV EXPL 07-7475
datum uitspraak: 7 november 2007
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eisers]
in hoedanigheid van ouders en gezagdragers over de minderjarige [xxx]
beiden wonende te [woonplaats]
eisende partijen
hierna te noemen [eisers]
gemachtigde mr L. Laus
tegen
[gedaagden]
in hoedanigheid van gezagdragers over de minderjarige [yyy]
beiden wonende te [woonplaats]
gedaagde partijen
hierna te noemen [gedaagden]
gemachtigde mr B. Wernik.
De procedure
[eisers] heeft [gedaagden] gedagvaard op 18 april 2007 bij de sector civiel van deze rechtbank.
[gedaagden] heeft schriftelijk geantwoord en de exceptie van onbevoegdheid ingeroepen. Na een antwoordakte van [eisers] is bij vonnis van 25 juli 2007 de zaak op grond van artikel 93 onder b Rv verwezen naar (de rolzitting van 22 augustus 2007 van) de sector kanton.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 5 september 2007 een comparitie van partijen gelast, welke heeft plaatsgevonden op 5 oktober 2007 en waarbij de griffier aantekeningen heeft gemaakt van hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht. Vervolgens is vonnis bepaald op heden.
De feiten
a. Op 10 januari 2007 heeft [yyy], de zoon van [gedaagden], vanaf een computer van school, de volgende tekst geplaatst op de website www.daenisvermist.nl: “Ik ben blij dat je hard gepakt bent door die gozers van de SOS vriend. rust hard. peace out.”
b. [yyy] heeft gebruik gemaakt van een verzonnen e-mailadres en van de naam van de zoon van [eisers], [xxx]. [yyy] en [xxx] gaan beiden naar dezelfde school, College Hageveld. “Die gozers van SOS” heeft betrekking op een groep jongeren uit Schalkwijk die zich Soldiers of Schalkwijk noemen.
c. [xxx] heeft op 12 januari 2007 aangifte gedaan bij de politie. Tussen [eisers] en [gedaagden] heeft in aanwezigheid van de rector en [yyy] en [xxx] een gesprek plaats gevonden.
d. [yyy] is in de week van 22 tot en met 26 januari 2007 de toegang tot de school ontzegd. Op 29 januari 2007 heeft de school [yyy] een brief gestuurd waarin enkele voorwaarden staan opgenomen waaraan [yyy] en zijn ouders moeten voldoen. [yyy] heeft zich, onder meer, onder behandeling moeten stellen van een psycholoog en is een week geschorst. Op 7 februari 2007 is [yyy] door de politie verhoord.
De vordering
[eisers] vordert een verklaring voor recht dat de gedraging van [yyy] jegens [xxx] onrechtmatig is geweest. Ook vordert [eisers] veroordeling van [gedaagden] tot betaling van € 4.500,-- aan immateriële schadevergoeding. [eisers] stelt daartoe dat [xxx] veel last heeft ondervonden van het door [yyy] geplaatste e-mailbericht. [xxx] is in zijn eer en goede naam aangetast. [eisers] heeft [xxx] gedurende veertien dagen naar school gebracht en opgehaald omdat er op de website dreigementen jegens [xxx] werden geuit.
Het verweer
[gedaagden] voert primair aan dat hij rauwelijks is gedagvaard nu hij niet is gesommeerd om een bedrag aan smartengeld te voldoen en ook niet in gebreke is gesteld. [eisers] dient dan ook niet ontvankelijk te worden verklaard in zijn vordering.
Subsidiair voert [gedaagden] het volgende aan. Erkend wordt dat hun zoon [yyy] het bovengenoemde e-mailbericht op de website www.daenisvermist.nl heeft geplaatst en daardoor onrechtmatig heeft gehandeld.
[gedaagden] is dan ook bereid zijn om een bedrag aan smartengeld te betalen maar voert aan dat het door [eisers] gevorderde bedrag buitenproportioneel hoog is. De consequenties zijn immers beperkt geweest voor [xxx]. Het bericht heeft slechts kort op de website gestaan. Het is niet duidelijk waarom [xxx] naar school gebracht moest worden nu er, voor zover bekend, geen dreigementen zijn geuit door de SOS noch door anderen. [xxx]s naam is gezuiverd door een brief naar de klassen 4, 5 en 6 en [yyy] heeft zijn excuses aangeboden aan [xxx], die deze ook heeft geaccepteerd. Een bedrag van
€ 250,- lijkt [gedaagden] dan ook redelijk.
De beoordeling van het geschil
Of er sprake is van rauwelijks dagvaarden kan buiten beschouwing blijven. In de eerste plaats geldt dat in het geval van een onrechtmatige daad geen ingebrekestelling nodig is om in verzuim te raken. Bovendien geldt als algemene regel in ons procesrecht dat rauwelijks dagvaarden niet leidt tot niet-ontvankelijkheid. Een eiser kan alleen niet-ontvankelijk worden verklaard indien hij geen recht heeft tot het instellen van een rechtsvordering. Daarvan is in deze zaak geen sprake.
Partijen zijn het er over eens dat [yyy] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [xxx]. De gevorderde verklaring voor recht is daarmee toewijsbaar. [gedaagden] heeft aangegeven bereid te zijn om een bedrag aan immateriële schadevergoeding te betalen. Derhalve is nog slechts in geschil welk bedrag aan immateriële schadevergoeding dient te worden toegekend.
De kantonrechter is van oordeel dat de gevolgen van het onrechtmatig handelen van [yyy] voor [xxx] (gelukkig) redelijk beperkt zijn gebleven. De door [eisers] overgelegde reacties op de bewuste e-mail houden geen directe dreigementen in. Dit neemt echter niet weg dat aannemelijk is dat het handelen van [yyy] voor [xxx] buitengewoon onaangenaam is geweest. De kantonrechter acht het aannemelijk dat [xxx] bang is geweest en daardoor enige tijd ’s morgens naar school is gebracht en ’s middags weer is opgehaald. Voorts speelt een rol dat aannemelijk is dat de verdwijning van [zzz] in die periode de gemoederen (van met name middelbare scholieren) in Haarlem en omstreken zeer bezighield en tijdens het plaatsen van het bericht het nog ongewis was wat er met hem was gebeurd. Het op dat moment plaatsen van een bericht op de website die speciaal in het leven was geroepen voor steunbetuigingen en tips, waarbij [yyy] zonder enige reden suggereert dat [xxx] iets zou weten over deze verdwijning, acht de kantonrechter buitengewoon pijnlijk en diffamerend. Daar staat echter tegenover dat [yyy] achteraf zijn excuses heeft gemaakt en één en ander is rechtgezet op school, waardoor [xxx]s naam is gezuiverd. Voorts speelt een rol dat het bericht betrekkelijk kort op de website heeft gestaan en [xxx] het zelf ook heeft kunnen rechtzetten op die website.
Gezien het bovenstaande en in aanmerking nemende welke bedragen in vergelijkbare zaken door rechters als immateriële schadevergoeding zijn toegekend, is de kantonrechter van oordeel dat in de onderhavige zaak een schadevergoeding van € 500,-- redelijk te noemen is.
Dit bedrag zal - overeenkomstig de vordering - moeten worden gestort op girorekening 8118 ten behoeve van de organisatie KIKA (Kinderen Kankervrij).
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagden] omdat deze overwegend in het ongelijk wordt gesteld. Daarbij geldt echter wel dat nu de zaak eerst door [eisers] bij een verkeerde sector is aangebracht, het griffierecht zal worden gematigd tot het bedrag dat bij de sector kanton aan hem in rekening zou zijn gebracht, namelijk een bedrag van € 105,--.
Voorts is de kantonrechter van oordeel dat het door [gedaagden] bij de sector civiel betaalde eigen bijdrage aan het griffierecht ad € 62,75 door [eisers] terugbetaald dient te worden, nu het voor risico en rekening van laatstgenoemde dient te komen dat hij de zaak bij de verkeerde sector heeft aangebracht.
Beslissing
De kantonrechter:
- verklaart voor recht dat het handelen van [yyy], de zoon van [gedaagden] (dat wil zeggen het plaatsen van de tekst “Ik ben blij dat je hard gepakt bent door die gozers van de SOS vriend. rust hard. peace out.” op de website www.daen.isvermist.nl met gebruikmaking van een verzonnen e-mailadres en van de naam van [xxx]), onrechtmatig is geweest jegens [xxx];
- veroordeelt [gedaagden] tot betaling aan [eisers] van € 500,-- aan immateriële schadevergoeding, welk bedrag gestort dient te worden op girorekening 8118 ten behoeve van de organisatie KIKA (Kinderen Kankervrij);
- veroordeelt [gedaagden] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [eisers] tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 84,31
vastrecht € 105,00
salaris gemachtigde € 120,00;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- veroordeelt [eisers] tot betaling aan [gedaagden] van een bedrag van € 62,75;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Vogel en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.