Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.CALIFORNIA PUBLIC EMPLOYEES’ RETIREMENT SYSTEM,
TEACHER RETIREMENT SYSTEM OF TEXAS,
UTAH RETIREMENT SYSTEMS,
WASHINGTON STATE INVESTMENT BOARD,
NEW YORK STATE TEACHERS’ RETIREMENT SYSTEM,
NEW YORK CITY EMPLOYEES’ RETIREMENT SYSTEM,
NEW YORK CITY FIRE DEPARTMENT PENSION FUND, subchapter two,
POLICE PENSION FUND,
TEACHERS’ RETIREMENT SYSTEM,
BOARD OF EDUCATION RETIREMENT SYSTEM OF THE CITY OF NEW YORK,
VIRGINIA RETIREMENT SYSTEM,
PUBLIC SECTOR PENSION INVESTMENT BOARD,
CANADA PENSION PLAN INVESTMENT BOARD,
BRITISH COLUMBIA INVESTMENT MANAGEMENT CORPORATION,
ALBERTA INVESTMENT MANAGEMENT CORPORATION,
CAISSE DE DÉPÔT ET PLACEMENT DU QUÉBEC,
MUNICIPAL GRATUITY FUND,
DPAM EQUITIES L,
SELECT EQUITIES,
DEUTSCHE ASSET MANAGEMENT SA,
DWS INVEST,
XTRACKERS,
XTRACKERS (IE) PUBLIC LIMITED COMPANY,
DWS INVESTMENT GMBH,
TRUSTEES OF THE MINEWORKERS’ PENSION SCHEME LIMITED,
COAL STAFF SUPERANNUATION SCHEME TRUSTEES LIMITED,
NEW YORK STATE COMMON RETIREMENT FUND,
SHELL PENSIONS TRUST LIMITED,
SHELL TRUST (BERMUDA) LIMITED,
SHELL FOUNDATION,
STICHTING SHELL PENSIOENFONDS,
THE INTERNATIONAL BANK FOR RECONSTRUCTION AND DEVELOPMENT,
MUNICIPAL EMPLOYEES PENSION FUND,
ENGINEERING INDUSTRIES PENSION FUND,
METAL INDUSTRIES PROVIDENT FUND,
THE LEATHER INDUSTRY PROVIDENT FUND,
MUNICIPAL WORKERS’ RETIREMENT FUND,
CHEMICAL INDUSTRIES NATIONAL PROVIDENT FUND,
ESCAP SOC LIMITED,
TELKOM RETIREMENT FUND,
MOTOR INDUSTRY PROVIDENT FUND,
AUTO WORKERS PROVIDENT FUND,
BRIDGING PROVIDENT FUND,
SOUTH AFRICAN POLICE SERVICE MEDICAL SCHEME,
SYGNIA LIFE LIMITED,
THE STANDARD BANK OF SOUTH AFRICA LIMITED, optredend als trustee voor Sygnia Collective Investment RF,
THE STANDARD BANK OF SOUTH AFRICA LIMITED, optredend als trustee voor Sygnia Itrix Collective Investment Scheme,
AMPLATS GROUP PROVIDENT FUND,
MAFIKENG CITY COUNCIL PENSION FUND,
KZN MUNICIPAL PENSION FUND,
STEYN CAPITAL SPC,
C+F SA,
UNIVERSAL INVEST,
THE STATE OF CONNECTICUT,
SCHWAB STRATEGIC TRUST,
[eiser sub. 56],
BLUE OCEAN STEYN CAPITAL SA LARGE CAP,
CUMBRIA COUNTY COUNCIL,
[eiser sub. 59 a] , [eiser sub. 59 b] , [eiser sub. 59 c] , [eiser sub. 59 d] , [eiser sub. 59 e] en [eiser sub. 59 f]
LACM EMERGING MARKETS FUND L.P.,
LACM EMII L.P.,
MASAKHANE PROVIDENT FUND,
NATIONAL HOME BUILDERS REGISTRATION COUNCIL PROVIDENT FUND,
NEDBANK LIMITED, optredend als trustee van Prescient Unit Trust Scheme, met betrekking tot portfolio no. 1807 Mergence Equity Prescient Fund and portfolio no. 2295 Mergence CPI +4% Prescient Fund,
NEDBANK LIMITED, optredend als trustee van Prescient Unit Trust Scheme, met betrekking tot portfolio no. 3784 Steyn Capital Equity Prescient Fund,
FIRSTRAND BANK LIMITED, optredend als trustee van SNN Retail Hedge Fund Scheme, met betrekking tot portfolio no. 3552 Steyn Capital SNN Retail Hedge Fund,
FIRSTRAND BANK LIMITED, optredend als trustee van RCIS Retail Hedge Fund, met betrekking tot portfolio no. 3719 RCIS Diversified Equity Fund,
ALLIANZ GLOBAL INVESTORS GMBH,
ALEXANDER FORBES INVESTMENTS,
PRESCIENT LIFE LIMITED,
THE REGENTS OF THE UNIVERSITY OF CALIFORNIA,
STATE STREET BANK AND TRUST COMPANY, optredend als trustee van GMAM Group Pension Trust II,
STATE STREET BANK AND TRUST COMPANY, optredend als trustee van GMAM Investment Funds Trust,
STATE STREET BANK AND TRUST COMPANY CANADA,
THE LOS ANGELES CITY EMPLOYEES’ RETIREMENT SYSTEM,
FIDELITY INSTITUTIONAL FUNDS,
FIDELITY INVESTMENT FUNDS,
FIDELITY FUNDS,
FIDELITY ACTIVE STRATEGY,
CAPFI DELEN ASSET MANAGEMENT SA,
NORGES BANK,
MEAG MUNICH ERGO KAPITALANLAGE,
KOOKMIN BANK,
HSBC INSTITUTIONAL TRUST SERVICES (ASIA) LIMITED,
[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 januari 2019, met producties;
- de incidentele conclusie van Steinhoff N.V., strekkende tot onbevoegdheid, aanhouding, oproeping in vrijwaring en uitlating toepasselijk recht, met producties;
- de incidentele conclusie van [gedaagde 1] , strekkende tot onbevoegdheid, aanhouding, openstelling tussentijds hoger beroep en uitlating toepasselijk recht, met producties;
- de incidentele conclusie van [gedaagde 1] , strekkende tot (voorwaardelijke) oproeping in vrijwaring;
- de incidentele conclusie van [gedaagde 2] , strekkende tot onbevoegdheid, openstelling tussentijds hoger beroep en uitlating toepasselijk recht;
- de incidentele conclusie van [gedaagde 3] , strekkende tot onbevoegdheid aanhouding, openstelling tussentijds hoger beroep en uitlating toepasselijk recht;
- de incidentele conclusie van [gedaagde 3] , strekkende tot (voorwaardelijke) oproeping in vrijwaring, met producties;
- de conclusie van antwoord van California PERS c.s. in de incidenten, met producties;
- de akte overlegging producties van Steinhoff N.V., met producties;
- het proces-verbaal van pleidooi in de incidenten, gehouden op 5 december 2019, met de daarin genoemde pleitnotities;
- de reacties van California PERS c.s. en [gedaagde 1] van 17 december 2019 en van [gedaagde 2] van 19 december 2019 op het proces-verbaal.
2.De feiten voor zover van belang in de incidenten
De betrokken partijen
The Supervisory Board of Steinhoff wishes to advise shareholders that new information has come to light today which relates to accounting irregularities requiring further investigation. The Supervisory Board, in consultation with the statutory auditors of the Company, has approached PWC to perform an independent investigation.
restatements) met 65,8% afneemt van € 16,7 miljard naar € 5,6 miljard.
Overview of forensic investigation). Het PwC-rapport bevat beslaat volgens het persbericht in totaal meer dan 3.000 pagina’s met 4.000 pagina’s aan bijlagen.
Gesetz über Musterverfahren in kapitalmarktrechtlichen Streitigkeiten(ook wel
Kapitalanleger-Musterverfahrensgesetz, hierna: KapMuG). Als het Landgericht beslist dat het in deze en minimaal negen vergelijkbare procedures gewenst is dat een modeluitspraak wordt gewezen, verwijst zij één van de procedures naar het Oberlandesgericht voor de beantwoording van de door het Landgericht geformuleerde gemeenschappelijke rechtsvragen.
Bundesanzeiger. Deze publicatie vond plaats op 29 oktober 2018. Per deze datum is de procedure van Keiner op grond van artikel 5 KapMuG geschorst in afwachting van een eventuele verwijzing naar het Oberlandesgericht. Na 29 oktober 2018 zijn er nog meer procedures met een gelijksoortige strekking aanhangig gemaakt.
certification orderingediend bij de High Court in Johannesburg tegen 42 wederpartijen (
respondents), waaronder de gedaagden in de hoofdzaak in deze procedure.
class. Op grond van deze certificering kan zij namens deze groepen middels een dagvaarding (
issue of summons) een collectieve actie (
class action) instellen tegen de wederpartijen. De High Court heeft nog niet beslist over het verzoek tot certificering.
3.De vordering in de hoofdzaak
4.De vorderingen in de incidenten
- i)
- ii)
- iii) Steinhoff N.V. ex art. 210 Rv toestaat [gedaagde 1] en [gedaagde 3] in vrijwaring op te roepen tegen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen roldatum, welke datum in geval van toewijzing van het onder (ii) en (iii) bepaalde in ieder geval zal liggen op een datum die ligt na de datum van beëindiging van de aanhouding;
- [gedaagde 3] ;
- [betrokkene] ;
- [partij 1] ;
- [partij 2] ;
- [partij 3] ;
- Deloitte Accountants B.V.;
- [partij 4] ;
- Deloitte & Touche, Chartered Accountants (SA);
- [partij 5] ;
- Commerzial Treuhand GmbH;
- [partij 6] ;
- [partij 7] ;
- [partij 8] ;
- Rödl & Partner GmbH;
- [partij 9]
- [partij 10] ;
- Steinhoff N.V.;
- Steinhoff Ltd.
- [gedaagde 1] ;
- Steinhoff N.V.;
- Deloitte Accountants B.V.;
- Commerzial Treuhand GmbH;
5.De beoordeling
Aanhouding procedure ten aanzien van Steinhoff N.V.
bis-Verordening [2] in beginsel bevoegd om in de hoofdzaak te oordelen over de vorderingen ten aanzien van Steinhoff N.V.
bis-Verordening, aangezien deze verordening Europese samenloop- en samenhangbepalingen bevat waarvoor de vergelijkbare nationale bepalingen moeten wijken.
bis-Verordening. Dit laat onverlet dat sprake kan zijn van samenhang (connexiteit) tussen de vorderingen in deze procedures.
bis-Verordening zijn uitspraak aanhouden. Het derde lid van dit artikel bepaalt dat vorderingen samenhangend zijn als daartussen een zo nauwe band bestaat dat een goede rechtsbedeling vraagt om hun gelijktijdige behandeling en berechting, teneinde te vermijden dat bij afzonderlijke berechting van de zaken onverenigbare beslissingen worden gegeven. Mede gelet hierop moet het begrip ‘samenhang’ autonoom worden uitgelegd. Dit wil zeggen, een uitleg volgens de eigen doelstelling van de bepaling en niet aan de hand van de rechtssystemen van de lidstaten, om zo een eenvormige toepassing van deze bepaling te waarborgen. De uitleg van de bevoegdheidsregels mag dus niet afhangen van de begrippen die door de wetgevers of in de rechtspraak van deze lidstaten in aanmerking worden genomen, of van de specifieke kenmerken van het hoofdgeding. Om een goede rechtsbedeling te verzekeren, moet deze uitleg bovendien ruim zijn en alle gevallen omvatten waarin er gevaar voor tegenstrijdige uitspraken bestaat, ook al kunnen de uitspraken afzonderlijk ten uitvoer worden gelegd en sluiten de rechtsgevolgen ervan elkaar niet uit. [3]
bis-Verordening.
bis-Verordening geeft een regeling voor het vaststellen van het tijdstip van aanhangigheid van een zaak bij een gerecht van een lidstaat. Ook de begrippen in deze regeling moeten autonoom worden uitgelegd. Het doel van deze regeling is namelijk de juridische onzekerheden, als gevolg van de grote verscheidenheid van de in de lidstaten bestaande instrumenten ter bepaling van het tijdstip waarop een gerecht is aangezocht, te beperken door middel van een materiële regel op basis waarvan dit tijdstip op eenvoudige en eenvormige wijze kan worden bepaald. [4]
bis-Verordening, te weten eenvoudige en eenvormige bepaling van aanhangigheid, moet de KapMuG-procedure geacht worden te zijn aangebracht met hetzelfde inleidende stuk als waarmee de individuele procedures zijn aangebracht.
al haar aandeelhouders. In de Duitse procedures zal het Oberlandesgericht een uitspraak doen over de aansprakelijkheid van Steinhoff N.V. voor en de hoogte van de schade als gevolg van de boekhoudkundige onregelmatigheden en haar informatievoorziening daarover. Deze uitspraak zal gezien de aard van de KapMug-procedure van belang zijn voor in beginsel alle Duitse procedures van beleggers tegen Steinhoff N.V. op basis van de boekhoudkundige onregelmatigheden die binnen de Steinhoff-groep zijn ontdekt. Aangezien dat ook de basis is voor de onderhavige procedure, bestaat er gevaar voor tegenstrijdige uitspraken, als de rechtbank in deze procedure uitspraak zou doen over de gevorderde verklaringen voor recht.
bis-Verordening aanhouden.
bis-Verordening kan een gerecht van een lidstaat een zaak aanhouden als er tussen dezelfde partijen een vordering aanhangig is voor een gerecht van een derde land, die op dezelfde oorzaak berust en hetzelfde onderwerp betreft, als voldaan is aan de volgende drie voorwaarden. De bevoegdheid van het gerecht van de lidstaat vloeit voort uit de woonplaats van de gedaagde of één van de bijzondere bevoegdheidsgronden van Afdeling 2 van deze verordening. Er wordt verwacht dat het gerecht van het derde land een beslissing zal geven die kan worden erkend en, in voorkomend geval, ten uitvoer gelegd in de lidstaat. Het gerecht van de lidstaat is ervan overtuigd dat de aanhouding nodig is voor een goede rechtsbedeling.
bis-Verordening. De Nederlandse wetgever heeft in het kader van artikel 12 Rv toegelicht dat de aanhangigheid voor de buitenlandse procedure volgens het nationale recht van de desbetreffende staat moet worden bepaald. Als de beoordeling van de samenloop van deze procedure met de Zuid-Afrikaanse procedure op enig moment weer van belang wordt, zal de rechtbank deze vragen dus eerst moeten beantwoorden, waarbij de stand van beide procedures op dat moment van belang kan zijn. Het is mogelijk dat de rechtbank voorafgaand aan deze beantwoording partijen om een nadere standpuntbepaling zal vragen. Iedere beslissing hierover wordt aangehouden.
bis-Verordening. Bij de uitleg van de commune regels voor internationale rechtsmacht moet daarom in beginsel aansluiting worden gezocht bij de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJEU) over (de voorlopers van) deze verordening. Dit is uiteraard anders als aannemelijk is dat de Nederlandse wetgever heeft beoogd om bij de inrichting van een commune regel af te wijken van de Unierechtelijke instrumenten of de uitleg daarvan door het HvJEU. [5] Een en ander brengt onder meer mee dat de alternatieve bevoegdheidsregels moeten worden gezien als uitzonderingen op de hoofdregel van artikel 2 Rv en daarom in beginsel restrictief moeten worden uitgelegd.
bis-Verordening. Er moet mede gelet hierop worden beoordeeld of tussen de vorderingen een zodanige samenhang bestaat dat een goede rechtsbedeling vraagt om hun gelijktijdige berechting, teneinde te vermijden dat bij afzonderlijke berechting onverenigbare beslissingen worden gegeven. Beslissingen kunnen niet onverenigbaar worden geacht op de enkele grond van een verschil in de beslechting van de geschillen. Daartoe is vereist dat dit verschil zich voordoet in het kader van eenzelfde situatie, feitelijk en rechtens. [6]
Handlungsort
Erfolgsort