Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser/curator 1]
[eiser/curator 2]
1.De procedure
2.De feiten
“4.17 Hoewel PPX [PaperlinX, vzr] formeel niet de opdrachtgever is van [accountant B] brengt het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid naar het oordeel van de Accountantskamer in onderhavige kwestie met zich dat [accountant B] in beginsel ruimhartig inzicht had moeten geven in zijn werkzaamheden/controlebevindingen aan de curatoren in haar faillissement. (…)”.
- de gegrondbevinding door de Accountantskamer van de klacht brengt geen zelfstandige verplichting met zich om alsnog mee te werken aan het faillissementsonderzoek;
- KPMG is het op dit punt met de beslissing van de Accountantskamer niet eens;
- u stelt KPMG (opnieuw) enige vragen over de oorzaken van het faillissement van PaperlinX, terwijl de curatoren daar – met behulp van [naam bureau] – zelf reeds uitvoerig onderzoek naar hebben gedaan; u licht evenwel niet toe tot welke bevindingen dit onderzoek heeft geleid;
- KPMG zal uw verzoek opnieuw in overweging nemen, zorgvuldigheidshalve zal zij zich ter zake vooraleerst verstaan met de curatoren Netherlands/Holdings, aangezien er nog altijd indicaties zijn dat mogelijk sprake is van tegenstrijdige belangen tussen de curatoren enerzijds en de curatoren Netherlands/Holdings anderzijds;
- afhankelijk van de uitkomsten van dat contact en uw nadere toelichting ten aanzien van bovenvermelde punten zouden wij weer contact kunnen hebben over eventuele nadere informatieverstrekking.
3.Het geschil
ubsidiair:daaruit in goede justitie te bepalen bescheiden waarover KPMG beschikt,
4.De beoordeling
“spoedeisende belang”[hebben] gecreëerd.” KPMG voegt hieraan toe: “Curatoren PPX zijn al die jaren onderzoek aan het doen en desondanks laten zij na met een behoorlijk onderbouwd standpunt te komen. Zij hebben steeds maanden tussen de verschillende proceshandelingen en brieven laten zitten. Curatoren PPX kiezen er voor om KPMG nu te confronteren met een kort geding, waardoor de waarborgen van een bodemprocedure ontbreken. (…) Anders dan curatoren PPX stellen, is het lange “stilzitten” wel degelijk een factor die van belang is en in dit geval tot afwijzing van de vordering moet leiden”. KPMG betoogt dat het de curatoren vrijstond om eerder een exhibitievordering in te stellen, dat zij de procedure bij de Accountantskamer niet hadden hoeven af te wachten en – kennelijk – dat zij hun kans nu hebben verspeeld.
5.De beslissing
waaronder in ieder geval:
a. de controledocumentatie als bedoeld in NV COS 230 met betrekking tot zowel de controle-informatie als de overwegingen en conclusies inzake de vaststelling van bestaan, waardering en eigendom van de handelsdebiteuren in de jaarrekening van PaperlinX Netherlands B.V. die onderdeel zijn van het securitisatieprogramma van PaperlinX B.V.;
d. de controledocumentatie als bedoeld in NV COS 230 van zowel de controle-informatie als de evaluatie en conclusie van de accountant met betrekking tot de presentatie en toelichting van handelsdebiteuren in de jaarrekening van PaperlinX Netherlands B.V. die onderdeel zijn van het cash-poolarrangement, met als coördinator PaperlinX Netherlands Holdings B.V.;
k. de (controledocumentatie van de) controle-informatie met betrekking tot de conclusie van de accountant of er op grond van zijn oordeelsvorming sprake is van een onzekerheid van materieel belang die verband houdt met gebeurtenissen of omstandigheden welke, afzonderlijk of collectief, gerede twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van PaperlinX Netherlands B.V. en PaperlinX B.V. om haar continuïteit te handhaven, conform de vereisten in NV COS 570 paragraaf 17;