Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 22 januari 2020 waarbij de comparitie is bepaald,
- het proces-verbaal van de comparitie van 30 juni 2020 met de daarin vermelde stukken
- de faxbrief van de raadsman van ING van 17 juli 2020 met een reactie op het proces-verbaal.
2.De feiten
6.Margin
niet-professionele cliënt
[de Stichting, rechtbank]:
niet-professionele cliënt
3.Het geschil
- dwaling,
- schending mededelingsplicht,
- schending zorgplicht,
- schade, en
- causaal verband.
- afstand van recht,
- verjaring, zowel in het kader van de dwaling als de zorgplicht,
- schending van de klachtplicht,
- schending van de onderzoeksplicht, en
- eigen schuld.
4.De beoordeling
I Afstand van recht
redelijkerwijs heeft mogen begrijpendat [eiseres sub 1] zich bewust was van deze vorderingen. Daarvoor is van belang dat in de gesprekken tussen [eiseres sub 1] , de Stichting en ING over de contractsovername nooit is gesproken over de mogelijke vorderingen van [eiseres sub 1] op ING uit hoofde van dwaling dan wel schending van de zorgplicht. [eiseres sub 1] heeft vóór de contractsovername ook nooit bij ING geklaagd over een onjuiste voorstelling van zaken over de renteswap of schending van de zorgplicht van ING door haar onvoldoende te informeren of het hebben nagelaten haar te waarschuwen. Voorts is de bewoording van de afstand van recht zeer algemeen en kan daaruit niet redelijkerwijs worden opgemaakt dat [eiseres sub 1] bekend was met deze vorderingen. De rechtbank is daarom met [eiseres sub 1] van oordeel dat geen sprake was van een schijn van afstand waarop ING mocht vertrouwen.
voorafgaandeaan het sluiten van de financiering en de renteswap niet anders.
kanworden afgedekt
[cursief rechtbank](zie 2.8) en uiteindelijk heeft [eiseres sub 1] gekozen voor een renteswap van € 10.000.000,-. Ter zitting heeft [betrokkene eiseres] onder meer verklaard dat “Omdat ik het risico op rentestijging wilde afdekken is er in eerste instantie gesproken over een rentevaste lening, maar de Holding wilde binnen 4 à 5 jaar de lening aflossen, dus dat zou niet gunstig zijn geweest.” [eiseres sub 1] had dus ook het afdekken van het renterisico voor ogen bij het aangaan van de financiering en de renteswap. Dit was later ook een reden waarom [naam 1] , de financieel adviseur van [eiseressen] , de overname van de renteswap door de Stichting zinvol achtte, zo blijkt uit de e-mail van 23 november 2011 (zie 2.19). ING heeft dus met het voorstel van een renteswap een product aangeraden dat op dat moment aan de doelstelling van [eiseres sub 1] beantwoordde, en later die van de Stichting.
salaris advocaat € 1.068,00 (2 punten × tarief II € 543,00)