Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Regional Court in Radom(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
decision of the District Court in Radom of 30 January 2017 in case no. II Kp 334/16.
4.Strafbaarheid
feit 1waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit het strafbare feit heeft aangeduid als een feit vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Het feit valt op deze lijst onder nummer 14, te weten:
feiten 2 tot en met 4niet aangeduid als feiten waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval alleen worden toegestaan indien voldaan wordt aan de kaderbesluitconform uitgelegde eisen die in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a 2°, OLW zijn neergelegd.
mishandeling;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II of vuurwapen van categorie III;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
5.Onschuldverweer
6.Artikel 6, tweede lid, in samenhang met het vijfde lid, OLW
- een duurzaam verblijfsrecht als Unieburger wordt gelijkgesteld met een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd;
- een duurzaam verblijfsrecht als Unieburger niet hoeft te worden aangetoond door overlegging van een verblijfsdocument, dit kan ook door het aantonen dat aan de materiële voorwaarden voor een dergelijk verblijfsrecht wordt voldaan.
7.Artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
feit 1waarvoor de overlevering van de opgeëiste persoon wordt verzocht, mogelijk een levenslange gevangenisstraf kan worden opgelegd.
Regional Court in Radomvan 10 juni 2020 volgt dat deze procedure tot op heden bestaat.
Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie: heropening van het onderzoek
9.Beslissing
Aldus gedaan door