Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Circuit Court in Poznań(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Decision of the District Court in Poznań – Stare Miasto, of the 18th day of June 2015, on executing a preventative measure against the suspect in the form of a temporary arrest for 14 days from the date of the apprehension, met kenmerk: III Kp 352/15.
4.Strafbaarheid en genoegzaamheid
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, OLW
In die situatie staat artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, OLW de overlevering niet toe.
- het onderzoek heeft een aanvang in Polen genomen;
- het bewijs bevindt zich in Polen;
- medeverdachten worden in Polen vervolgd of zijn in Polen veroordeeld;
- de verdovende middelen waren bestemd voor de Poolse markt en dus is met name de rechtsorde in Polen geschaad.
6. Artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (Handvest)
Oberlandesgericht Karlsruhebij uitspraak van 17 februari 2020 in een Poolse overleveringszaak met zaaknummer
Ausl 301 AR 156/19in verband met de ontwikkelingen ten aanzien van de rechtsstaat vooralsnog heeft afgezien van overlevering (blijkens een persbericht van 9 maart 2020)
.
Oberlandesgericht Karlsruhe(Duitsland) in de hiervoor vermelde uitspraak heeft beslist dat het in die zaak gegeven bevel tot overleveringsdetentie moet worden ingetrokken aangezien het op dit moment zeer waarschijnlijk is dat de overlevering van de verdachte aan Polen met het oog op strafrechtelijke vervolging ontoelaatbaar zal zijn wegens schending van het recht op een eerlijk proces. In die zaak zijn nadere vragen gesteld aan de uitvaardigende Poolse autoriteit en aan het Poolse Ministerie van Justitie. Deze uitspraak was ten tijde van de behandeling van 10 maart 2020 nog niet in Nederlandse vertaling beschikbaar voor partijen. De rechtbank heeft de uitspraak laten vertalen en een afschrift hiervan zal als bijlage aan deze tussenuitspraak worden gehecht.
interim measurebinnen de bij het Hof aanhangige inbreukprocedure (zaak C-791/19) van de Europese Commissie tegen Polen. Deze
interim measureis verzocht om het functioneren van
the disciplinary chambervan het Poolse Hooggerechtshof op te schorten. De rechtbank verwacht dat hierop binnen afzienbare tijd zal worden beslist, hoewel het Hof hiervoor geen datum heeft bepaald.
disciplinary chamber) van het Poolse Hooggerechtshof niet voldoet aan die vereisten. Tegen deze beslissing heeft de Poolse regering beroep ingesteld bij het Poolse Grondwettelijke Hof. De rechtbank acht het van belang in dit verband te wijzen op de
Joint Urgent Opinion of the Venice Commission and the Directorate General of Human Rights and Rule of Law (DGI) of the European Council of Europe on amendments to the Law on the Common Courts, the Law on the Supreme Court and some other lawsvan 16 januari 2020. In dit rapport overweegt
the Venice Commissionin punt 60 het volgende: