Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De tenlastelegging
1.De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
1.De bewijsoverweging met betrekking tot het onder 1 tenlastegelegde
Bij de bloedafname, bedoeld in artikel 12, eerste lid, is een opsporingsambtenaar aanwezig, die:
“overeenkomstig het Besluit [..]” verzonden zijn naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) te Den Haag. De verbalisant vermeldt niet wanneer de bloedmonsters door hem zijn verzonden. De bloedmonsters zijn aangekomen bij het NFI op 17 mei 2019, dat wil zeggen negen dagen nadat de bloedmonsters zijn afgenomen. In beginsel kan er vanuit worden gegaan dat bloedmonsters die naar het NFI worden verzonden één of hooguit twee dagen na verzending aldaar aankomen. In de zaak die heeft geleid tot het arrest van de Hoge Raad van 10 oktober 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BR3043) heeft het hof vastgesteld dat het bloed was afgenomen op 19 december 2009, de eerste gelegenheid tot verzending plaatsvond op 21 december 2009, het bloed daadwerkelijk is verzonden op 24 december 2009 en bij het NFI is binnengekomen op 28 december 2009. De verzending op 24 december 2009, drie dagen na de eerste gelegenheid, werd door het hof als niet zonder uitstel beoordeeld.