3.1.1.Inhoud van de stukken
Onderdeel d) van het EAB houdt onder meer het volgende in:
Indicate if the person appeared in person at the trial resulting in the decision:
2. [X] No, the person did not appear in person at the trial resulting in the decision.
3. If you have ticked the box under point 2, please confirm the existence of one of the following:
[X] 3.4 the person was not personally served with the decision, but
- the person will be personally served with this decision without delay after the surrender, and
- when served with the decision, the person will be expressly informed of his or her right to a retrial or appeal, in which he or she has the right to participate and which allows the merits of the case, including fresh evidence, to be re-examined, and which may lead to the original decision being reversed, and
- the person will be informed of the timeframe within which he or she has to request a retrial or appeal, which will be … days.
Op verzoek van de officier van justitie heeft de uitvaardigende justitiële autoriteit bij brief van 10 oktober 2018, het volgende medegedeeld ten aanzien van het recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep:
Surrender case of [opgeëiste persoon] (born on [geboortedag] .1966)
(…) to inform that the person referred has a timeframe of one month to request a retrial or an appeal after having been surrendered and served with the decision.
Voorts heeft de uitvaardigende justitiële autoriteit op verzoek van de officier van justitie bij brief van 11 december 2018, het volgende medegedeeld ten aanzien van de mogelijkheid van een levenslange gevangenisstraf:
The extradition of [opgeëiste persoon]
Pursuant to Section 637(l)(g) of Act XC of 2017 (hereinafter: Be.), a judicial review may be requested as an individual judicial review reason if the basic case was judged against an absent accused or an accused residing abroad.
If the accused submits the motion for judicial review, it is qualified as a motion to be submitted to the benefit of the accused, so pursuant to Section 647(4) of Be., "if the motion for judicial review was submitted to the benefit of the accused, the provisions of the restriction against severity shall be applied as appropriate at the time of delivering the new decision".
By collating the above decisions, it can be established that in the procedure to be conducted based on the judicial review submitted to the benefit of the accused no higher punishment - life imprisonment - shall be ordered.
3.1.2.Standpunt van de raadsman
De raadsman heeft zich – naar de rechtbank begrijpt – op het standpunt gesteld dat de verzetgarantie als verstrekt in het EAB en nader ingevuld bij voornoemde brief van
10 oktober 2018, gelet op de brief van 11 december 2018, niet langer onvoorwaardelijk is. In de brief van 11 december 2018 wordt gesproken over een “
judicial review” die “
may be requested’, met andere woorden de mogelijkheid tot het verzoeken om een “herziening”. Deze formulering duidt niet op een (onvoorwaardelijke) verzetgarantie.
3.1.3.Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt ten eerste vast dat het EAB strekt tot de tenuitvoerlegging van een vonnis terwijl de verdachte niet in persoon is verschenen bij de behandeling ter terechtzitting die tot het vonnis heeft geleid, en dat - kort gezegd - is gewezen zonder dat zich één van de in artikel 12 sub a tot en met c OLW genoemde omstandigheden heeft voorgedaan.
Op grond van artikel 12 sub d OLW mag de rechtbank in dit geval de overlevering alleen toestaan indien de uitvaardigende justitiële autoriteit heeft vermeld dat
( i) het betreffende vonnis na overlevering onverwijld aan de opgeëiste persoon zal worden betekend en hij uitdrukkelijk zal worden geïnformeerd over zijn recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep, waarbij hij het recht heeft aanwezig te zijn, waarop de zaak opnieuw ten gronde wordt behandeld en nieuw bewijsmateriaal wordt toegelaten, die kan leiden tot herziening van het oorspronkelijke vonnis en
( ii) de opgeëiste persoon wordt geïnformeerd over de termijn waarbinnen hij verzet of hoger beroep dient aan te tekenen, als vermeld in het desbetreffende Europees aanhoudingsbevel.
Naar het oordeel van de rechtbank voldoet voornoemde verklaring – in samenhang met de brief van 10 oktober 2018 – aan de eisen van artikel 12 sub d OLW.
De rechtbank is – met de officier van justitie – van oordeel dat de formulering in de brief van 11 december 2018 niets aan voornoemde verklaring afdoet. De brief van 11 december 2018 gaat alleen in op de vraag of de mogelijkheid bestaat dat de opgeëiste persoon – na het instellen van verzet of hoger beroep – wordt veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Deze brief heeft geen betrekking op het recht op een verzetprocedure of een procedure in hoger beroep. De verzetgarantie is onverminderd van kracht. Daarom is de in artikel 12 OLW bedoelde weigeringsgrond niet van toepassing.
Voorts is de rechtbank – met de raadsman en de officier van justitie – van oordeel dat de mogelijkheid dat de opgeëiste persoon wordt veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf door de brief van 11 december 2018 is weggenomen.