Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Sąd Okręgowy w Gliwicach (the Regional Court in Gliwice),Polen, en het strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
16 oktober 2018. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. N.R. Bakkenes. De opgeëiste persoon en zijn raadsman, mr. J.R.A. Röschlau, advocaat te Zeist, zijn niet verschenen. De raadsman heeft voor de zitting een schriftelijk aanhoudingsverzoek ingediend en de officier van justitie heeft op voorhand ingestemd met de inwilliging van dat verzoek. Het onderzoek is geschorst tot 6 november 2018 om 10.00 uur.
Met instemming van partijen is het onderzoek voortgezet in de stand waarin het onderzoek zich ten tijde van de schorsing bevond. Het verhoor van de opgeëiste persoon heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. R. Vorrink. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman en door een tolk in de Poolse taal. De officier van justitie heeft geconcludeerd dat de verzochte overlevering toelaatbaar is.
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Tussenuitspraken van 13 november 2018 en 4 januari 2019
4.Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
hierna: HvJ) van 25 juli 2018 inzake LM, C-216/18 PPU (
hierna: het arrest).
- dat sprake is van structurele of fundamentele gebreken wat betreft de rechterlijke macht van Polen, die de onafhankelijkheid van de rechterlijke instanties van Polen in gevaar brengen;
- dat daardoor een reëel gevaar dreigt dat het grondrecht op een eerlijk proces in de kern wordt aangetast;
- dat om die reden concreet en nauwkeurig moet worden beoordeeld of er in de omstandigheden van het specifieke geval zwaarwegende en op feiten berustende gronden zijn om aan te nemen dat de opgeëiste persoon na zijn overlevering het gevaar zal lopen om geen eerlijk proces te krijgen;
- dat de uitvaardigende justitiële autoriteit daarom wordt uitgenodigd tot een dialoog zoals in het arrest beschreven in paragraaf 76 tot en met 78, teneinde een actueel en concreet beeld te krijgen van de stand van zaken inzake de bescherming van de waarborg van rechterlijke onafhankelijkheid op het niveau van de rechterlijke instanties in Polen die bevoegd zijn voor de procedures waaraan de opgeëiste persoon zal worden onderworpen.
- sinds de inwerkingtreding van de aangepaste wet inzake de organisatie van de gewone rechtbanken, beschikt de Minister van Justitie over veel macht om het functioneren van gerechten te beïnvloeden. Zo kunnen (vice)presidenten van gerechten door de Minister van Justitie worden benoemd en ontslagen, zonder dat hieromtrent het standpunt van
- indien de opgeëiste persoon wordt overgeleverd en vervolgd voor het feit waarvan hij
- sinds inwerkingtreding van de wet inzake de organisatie van de gewone rechtbanken zijn op 9 november 2017 zowel de president en twee
- de reden voor het ontslag is de uitvaardigende justitiële autoriteit niet bekend omdat de ontslagbeslissingen niet de reden(en) bevatten voor het ontslag;
- bij de hiervoor genoemde gerechten is één rechter gepensioneerd als gevolg van de aangepaste pensioenleeftijd;
- in de
- in het arrondissement van de
- strafzaken worden door middel van een IT-systeem, dat door de Minister van Justitie wordt beheerd, aan rechters toegewezen;
- de bezoldiging van rechters is gewijzigd sinds de inwerkingtreding van de wet inzake de organisatie van de gewone rechtbanken. Hun loon is opnieuw vastgesteld en verhoogd. De hoogte van bonussen worden vastgesteld via een methode van toewijzing die door de Minister van Justitie is vastgesteld. Daarbij wordt een systeem van vermenigvuldiging gebruikt. In overeenstemming met hetgeen is voorgesteld door
Nevertheless, I express my view that the judges of the Republic of Poland are independent and issue their judicial decisions solely on the basis of legal regulations. They do it independently, impartially and irrespective of the impact of political factors.”
- Association of Judges “Themis”:
- KOS (The Justice Defence Committee):
Regional Courtdan wel de
District Courtin Gliwice, die bevoegd zijn voor de strafprocedure waaraan de opgeëiste persoon zal worden onderworpen in Polen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Regional Courtdan wel de
District Courtin Gliwice, negatief
zalworden beïnvloed door de eerder genoemde gebreken, die in het kader van de eerste en de tweede vragen zijn vastgesteld. Gelet op het voorgaande heeft de rechtbank niet kunnen vaststellen dat er sprake is van zwaarwegende en op feiten berustende gronden om aan te nemen dat de opgeëiste persoon een reëel gevaar loopt dat zijn grondrecht op een onafhankelijk gerecht zal worden geschonden en derhalve dat zijn grondrecht op een eerlijk proces in de kern zal worden aangetast, nu noch zijn persoonlijke situatie, noch de aard van het strafbare feit waarvoor hij wordt vervolgd, noch de feitelijke context die aan het Europees aanhoudingsbevel ten grondslag ligt tot een dergelijke conclusie aanleiding geeft.
5.Slotsom
6.Toepasselijke wetsartikelen
7.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Sąd Okręgowy w Gliwicach (the Regional Court in Gliwice)ten behoeve van het in Polen tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.