ECLI:NL:RBAMS:2019:1928
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding voor onterecht ondergane inverzekeringstelling en kosten van verzoekschrift
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 31 januari 2019 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van verzoeker, geboren in 1995, die schadevergoeding eiste voor drie dagen inverzekeringstelling. Verzoeker was ten onrechte in verzekering gesteld en vroeg om een vergoeding van € 1.170,00 voor de geleden schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker op 2 maart 2018 in het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam is aangehouden en op 18.20 uur in verzekering is gesteld. Hij is op 4 maart 2018 om 18.40 uur heengezonden. De rechtbank heeft de omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder het feit dat verzoeker slachtoffer was van een geweldsdelict en in een kwetsbare positie verkeerde. De rechtbank heeft geoordeeld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om een schadevergoeding toe te kennen voor de tijd die verzoeker in verzekering heeft gezeten, maar heeft besloten dat deze vergoeding voor twee dagen moet worden toegekend in plaats van drie. De rechtbank kent een schadevergoeding toe van € 315,- voor de inverzekeringstelling en € 550,- voor de kosten van het opstellen en indienen van het verzoekschrift. Het verzoek om een hogere vergoeding dan gebruikelijk is afgewezen, maar de rechtbank heeft wel de standaardvergoeding voor de eerste dag verdubbeld vanwege de bijzondere omstandigheden. De beslissing is openbaar uitgesproken en verzoeker heeft het recht om binnen een maand hoger beroep aan te tekenen.