ECLI:NL:GHAMS:2018:4371
Gerechtshof Amsterdam
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding ex artikel 89 en 591a Sv na onrechtmatige inverzekeringstelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 november 2018 uitspraak gedaan in een verzoekschrift op basis van artikel 89 en 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Verzoeker, geboren in 1994, heeft een schadevergoeding aangevraagd van € 315,00 voor schade die hij stelt te hebben geleden door een onrechtmatige inverzekeringstelling. Het verzoekschrift is op 11 juni 2018 ingediend bij de rechtbank Amsterdam, die zich onbevoegd verklaarde en de zaak doorstuurde naar het hof. De advocaat-generaal heeft op 12 oktober 2018 zijn standpunt kenbaar gemaakt, waarna het hof op 16 oktober 2018 de betrokken partijen in raadkamer heeft gehoord. Verzoeker was niet aanwezig.
Het hof heeft vastgesteld dat de strafzaak, waar het verzoek betrekking op heeft, op 30 april 2018 is geëindigd zonder straf of maatregel. Verzoeker is op 4 oktober 2018 in verzekering gesteld en op 6 oktober 2018 weer in vrijheid gesteld. Het hof heeft de omstandigheden van de inverzekeringstelling beoordeeld en geconstateerd dat verzoeker, samen met 126 anderen, in een politiecel is gehouden zonder adequate rechtsbijstand en zonder voldoende voedsel en water. Dit heeft het hof als bijzonder bezwarend aangemerkt.
Het hof heeft besloten om op basis van billijkheid een schadevergoeding van € 420,00 toe te kennen voor de ondergane inverzekeringstelling en daarnaast een vergoeding van € 550,00 voor de gemaakte kosten in verband met rechtsbijstand. Het hof heeft het overige verzoek afgewezen en de beschikking is op 6 november 2018 openbaar gemaakt. De oudste raadsheer, R.D. van Heffen, heeft de tenuitvoerlegging van de beschikking bevolen.