In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 oktober 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een inwoner van Brussel, en de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. Eiseres had een naheffingsaanslag parkeerbelasting ontvangen op 27 mei 2016, welke door verweerder in de uitspraak op bezwaar van 14 juni 2016 ongegrond was verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 14 maart 2017 heeft verweerder de naheffingsaanslag vernietigd, maar eiseres verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft de gemachtigde van eiseres, die tevens haar echtgenoot is, als professionele rechtsbijstandverlener aangemerkt. Echter, eiseres heeft niet kunnen aantonen dat zij daadwerkelijk kosten heeft gemaakt voor de verleende rechtsbijstand. De rechtbank heeft daarom het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen en het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. Verweerder is wel veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 46,-.