Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 april 2016 in de zaak tussen
[de vrouw] , te Amsterdam, eiseres
Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), verweerder
Procesverloop
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
Op 5 april 2016 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een vrouw uit Amsterdam (eiseres) en de Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) (verweerder) over de toekenning van proceskosten. De rechtbank oordeelde dat de gemachtigde van eiseres niet als beroepsmatig rechtsbijstandverlener kan worden aangemerkt. Dit oordeel is gebaseerd op de vereisten dat een derde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, voldoende deskundigheid en juridische scholing moet hebben. De gemachtigde, [betrokkene], heeft geen bewijs van juridische scholing kunnen overleggen en is niet in staat gebleken om aan te tonen dat hij aan deze vereisten voldoet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemachtigde geen advocaat is en dat er geen schriftelijke machtiging was overgelegd bij de indiening van het beroep. Na het overleggen van een machtiging op 28 februari 2016, heeft de rechtbank alsnog de bevoegdheid van de gemachtigde erkend, maar dit weerhield de rechtbank er niet van om te concluderen dat er geen sprake was van beroepsmatige rechtsbijstand. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de beslissing is verzonden aan de betrokken partijen.