6.2Oordeel van de rechtbank
In haar tussenuitspraak van 27 oktober 2016 heeft de rechtbank vastgesteld dat er vanwege de
algemenedetentieomstandigheden in Roemenië, met name vanwege overbevolking in de gevangenissen, een reëel gevaar bestaat van onmenselijke of vernederende behandeling, zoals bedoeld in artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest).
Beoordelingskader van de detentieomstandigheden in het concrete geval
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft recentelijk uitdrukkelijk bevestigd dat het vereiste van 3 m2 ‘floor space’ per gedetineerde in geval van ‘multi-occupancy accommodation’ wordt gehandhaafd als de minimummaatstaf bij de toetsing aan artikel 3 EVRM (EHRM (Grote Kamer) 20 oktober 2016, 7334/13 (Muršić/Kroatië), § 110).
Bij de berekening van ‘personal space’ moeten de sanitaire voorzieningen niet worden betrokken bij het vloeroppervlak van de cel, maar het meubilair wel. Van belang is of de betrokkene de mogelijkheid heeft om zich binnen de cel normaal te bewegen (Muršić/Kroatië, § 114).
minder dan 3 m2
In geval van ‘multi-occupancy accommodation’ levert een hoeveelheid van minder dan 3 m2 ‘personal space’ – welk begrip het Europees Hof voor de Rechten van de Mens klaarblijkelijk hanteert als synoniem van ‘floor space’ – een ‘strong presumption’ op dat de detentieomstandigheden vernederend in de zin van artikel 3 EVRM zijn (Muršić/Kroatië, § 124).
Gelet op artikel 52, derde lid, Handvest zijn vernederende detentieomstandigheden in de zin van artikel 3 EVRM tevens vernederend in de zin van artikel 4 Handvest.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens sluit echter niet uit dat het cumulatieve effect van alle detentieomstandigheden die ‘strong presumption’ kunnen weerleggen. In dit verband zijn de relevante factoren ‘time and extent of restriction [of personal space]; freedom of movement and adequacy of out-of-cell activities; and general appropriateness of the detention facility’ (Muršić/Kroatië, § 135). Normaliter is de ‘strong presumption’ alleen vatbaar voor weerlegging als deze factoren cumulatief aanwezig zijn (Muršić/Kroatië, § 132).
tussen 3 m2 en 4 m2
In gevallen waarin de betrokkene bij ‘multi-occupancy accommodation’ tussen 3 m2 en 4 m2 ‘personal space’ heeft, zijn de overige detentieomstandigheden eveneens van belang voor de beoordeling of sprake is van een schending van artikel 3 EVRM. In zulke gevallen heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens echter alleen een schending van artikel 3 EVRM vastgesteld ‘if the space factor was coupled with other aspects of inappropriate physical conditions of detention related to, in a particular context, access to outdoor exercise, natural light or air, availability of ventilation, adequacy of heating arrangements, the possibility of using the toilet in private, and compliance with basic sanitary and hygienic requirements’ (Muršić/Kroatië, § 106).
Beoordeling van de door de Roemeense autoriteiten verstrekte informatie
De naar aanleiding van de tussenuitspraak van 27 oktober 2016 gecorrigeerde vertaling van de brief van 18 september 2016 houdt onder meer in:
- de opgeëiste persoon zal eerst worden geplaatst in de gevangenis in Rahova gedurende een quarantaineperiode van 21 dagen. In die gevangenis zal de opgeëiste persoon 3 m2 “personal space” ter beschikking staan;
- vervolgens zal de opgeëiste persoon waarschijnlijk worden geplaats in de gevangenis in Margineni in het ‘secure care’ regime. Ook in die gevangenis zal de opgeëiste persoon ten minste 3 m2 “personal space” ter beschikking staan;
- na minimaal een vijfde van zijn straf te hebben ondergaan kan de opgeëiste persoon in aanmerking komen voor plaatsing in een gevangenis met een ‘open care’ of ‘part release’ regime. Als de opgeëiste persoon inderdaad in een dergelijk regime wordt geplaatst, dan zal hij de straf waarschijnlijk in de gevangenis in Codlea ondergaan. In die gevangenis zal hem dan ten minste 2 m2 ‘personal space’ te beschikking staan.
tussen 3 m2 en 4 m2
Ten aanzien van de gevangenissen in Rahova en Margineni is de rechtbank niet gebleken van bijkomende ‘inappropriate physical conditions of detention’ die meebrengen dat het verblijf in een meermanscel waarin de opgeëiste persoon tussen 3 m2 en 4 m2 een onmenselijke of vernederende behandeling in de zin van artikel 4 Handvest zou opleveren.
minder dan 3 m2
Als de opgeëiste persoon na ten minste een vijfde deel van de straf in aanmerking komt voor een lichter regime, dan zal hem in de gevangenis in Codlea minder dan 3 m2 ‘personal space’ ter beschikking staan. De
drie factorendie de ‘strong presumption’ van schending van artikel 4 Handvest zouden kunnen weerleggen, zijn in dit geval niet cumulatief aanwezig.
De
eerstefactor, te weten dat de beperking van het aantal m2 ‘personal space’ kort van duur en van ondergeschikte betekenis is, is relatief van aard en hangt af van de omstandigheden van het geval. Of deze factor in dit geval aanwezig is, kan de rechtbank nog niet vaststellen, gelet op hetgeen de rechtbank hierna over de derde factor zal overwegen.
De
tweedefactor, te weten dat de beperking van het aantal m2 gepaard gaat met voldoende bewegingsvrijheid buiten de cel en adequate activiteiten buiten de cel, is in dit geval aanwezig. Volgens de door de Roemeense autoriteiten mag elke gedetineerde één uur in de buitenlucht wandelen. De deuren van de cellen blijven gedurende de dag open. De gedetineerden kunnen hun vrije tijd bijvoorbeeld invullen met wandelingen in de buitenlucht, telefoongesprekken, boodschappen doen en brieven schrijven. De gedetineerden werken binnen en buiten de gevangenis onder toezicht.
Over de
derdefactor, kort gezegd dat de detentieomstandigheden voor het overige ‘appropriate’ zijn, biedt de door de Roemeense autoriteiten verstrekte informatie onvoldoende duidelijkheid.
De mededelingen die de brief van 18 september 2016 op dit punt bevat zijn summier en algemeen van aard. Zo is weliswaar meegedeeld dat de opgeëiste persoon ten minste 2 m2 ‘personal space’ ter beschikking zal hebben en dat de gemiddelde oppervlakte van de cellen 21 m2 bedraagt, maar de informatie houdt niet in hoeveel gedetineerden er gemiddeld in één cel zitten. Evenmin is duidelijk hoeveel toiletten en douches er beschikbaar zijn per gedetineerde per cel en hoe vaak en hoe lang een gedetineerde van de douche gebruik mag maken.
Bij gebreke van deze informatie is de ‘strong presumption’ van onmenselijke of vernederende detentieomstandigheden in de gevangenis in Codlea dus niet weerlegd. Gelet op het reeds vastgestelde reële gevaar van onmenselijke of vernederende detentieomstandigheden in het algemeen, bestaat dus voor de opgeëiste persoon een reëel gevaar van onmenselijke of vernederende detentieomstandigheden.
De rechtbank zal daarom de beslissing over de overlevering uitstellen.
Dit uitstel brengt schorsing van de beslistermijnen mee met ingang van de beslissing tot uitstel.