Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak hebben [eiser 1] en [eiser 2], eigenaren van coffeeshops, een kort geding aangespannen tegen de Gemeente Amsterdam. De Gemeente had geweigerd om de gedoogverklaringen voor hun coffeeshops te verlengen, die zich binnen 250 meter van een school bevonden. De eisers stelden dat de Gemeente in strijd handelde met de beginselen van behoorlijk bestuur door deze verlenging te weigeren, vooral gezien hun financiële belangen en de toezeggingen van de burgemeester. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Gemeente niet onrechtmatig had gehandeld en dat de belangen van de Gemeente, zoals het ontmoedigen van softdrugsgebruik onder jongeren, zwaarder wogen dan die van de eisers. De vorderingen van [eiser 1] en [eiser 2] werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor coffeeshophouders om zich bewust te zijn van de wet- en regelgeving en de gevolgen daarvan voor hun exploitatie.