4.4.2Verweer bewijsuitsluiting
De raadsman heeft bepleit dat sprake is geweest van een onrechtmatige doorzoeking op 24 februari 2016, nu er kennelijk een onderzoek aan de laptop in de slaapkamer van verdachte is verricht, welk onderzoek onrechtmatig was, aangezien er slechts een bevoegdheid was tot doorzoeking ter aanhouding van verdachte. Dit vormverzuim dient volgens de raadsman te leiden tot bewijsuitsluiting.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt hiertoe als volgt. Blijkens het proces-verbaal van bevindingen van 29 februari 2016 (p. 68 e.v.) heeft de verbalisant, die de woning van verdachte op 24 februari 2016 betrad, in de slaapkamer van verdachte een laptop aangetroffen terwijl deze open stond. Op het scherm van de laptop heeft de verbalisant gezien dat de programma’s Sendblaster Pro, Gr3eNoX Exploit Scanner, Havij en een phishingwebsite actief waren. Hierdoor ontstond bij de verbalisant het vermoeden dat met deze laptop strafbare gedragingen werden uitgevoerd. De rechtbank ziet geen aanleiding te twijfelen aan de bevindingen van de verbalisant en gaat dan ook voorbij aan de stelling van de raadsman, dat de verbalisant een onderzoek aan de laptop moet hebben verricht om de programma’s te kunnen zien. De enkele gissingen van de raadsman, die op geen enkele manier zijn onderbouwd, vormen in ieder geval niet een dergelijke aanleiding tot twijfel. Uit het voorgaande blijkt dat de verbalisant, terwijl hij rechtmatig zoekend rondkeek op zoek naar verdachte in zijn slaapkamer, op heterdaad is gestuit op een strafbaar feit, op grond waarvan hij de bevoegdheid kreeg om de laptop in beslag te nemen en te onderzoeken. Er is zodoende geen sprake van een vormverzuim.
De rechtbank merkt ten overvloede nog op dat, voor zover wel sprake zou zijn geweest van een vormverzuim, geen sprake was van een verzuim van vormen bij het voorbereidend onderzoek ter zake van de aan verdachte in deze zaak ten laste gelegde feiten.
4.4.3Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen, die ieder worden gebruikt ten aanzien van de verschillende feiten waar deze betrekking op hebben, van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Tijdens de eerste doorzoeking op de [adres] te [plaats] op 24 februari 2016 werd in de slaapkamer van verdachte een zwarte laptop (in het dossier genoemd: tablet / notebook) van het merk HP aangetroffen. Deze laptop had de programma’s Sendblaster Pro (software om massaal e-mails te sturen), Gr3eNoX Exploit Scanner (software om zwakheden in websites op te sporen) en Havij (software om databases van websites te hacken door middel van SQL-injecties) en een website die erop gericht was om gegevens met betrekking tot ICS af te vangen (te phishen). Hierdoor ontstond het vermoeden dat met deze laptop strafbare gedragingen op het gebied van computercriminaliteit werden uitgevoerd.De laptop en de SD-kaart zijn vervolgens voor onderzoek inbeslaggenomen.
Uit het onderzoek naar de laptop en de SD-kaart is gebleken dat de gebruiker van de laptop in de periode van 12 januari 2016 tot en met 21 februari 2016 de programma’s Havij en Gr3eNoX Exploit Scanner gebruikte om in ieder geval negen websites te hacken. Uit de databases van deze gehackte websites werden de opgeslagen e-mailadressen, in totaal 200.200 stuks, op de laptop weggeschreven. De gebruiker van de laptop maakte voorts gebruik van diverse programma’s om de eigen identiteit op het internet te verhullen. Ook werden in de laptop 550 verschillende creditcardnummers aangetroffen, al dan niet met overige gegevens. In de laptop stonden daarnaast verwijzingen naar diverse fora en websites aangaande het misbruiken van creditcardgegevens. Hierdoor ontstond het vermoeden dat de gebruiker van de laptop zich bezighield met fraude met creditcards. Tevens werd in de laptop een back-up van een iPhone 6S aangetroffen.
In de laptop zijn bestanden aangetroffen die gebruikt kunnen worden om phishingwebsites te maken, waarbij de afgevangen gegevens naar een e-mailadres worden verstuurd. De e-mailadressen [e-mailadres 1] , [e-mailadres 2] en [e-mailadres 3] zijn daarvoor bedoeld. Alle bestanden om de phishingwebsites online te zetten hadden betrekking op het verkrijgen van gegevens van creditcards van klanten van ICS. Op de SD-kaart zijn nog meer bestanden aangetroffen die deugdelijk waren als phishingwebsite, waarbij de gegevens verstuurd zouden worden naar de e-mailadressen [e-mailadres 3] , [e-mailadres 2] en [e-mailadres 4] .Het is aannemelijk dat in totaal 132.260 e-mails zijn verstuurd naar de e-mailadressen die opgenomen zijn in de Sendblaster database.Verdachte heeft op 25 februari 2016 en ter zitting verklaard dat deze laptop van hem is.
Uit het onderzoek naar de inbeslaggenomen iPhone S6 en de back-up van de iPhone S6 op de laptop is het aannemelijk dat dit dezelfde telefoon betreft. De gebruiker van de iPhone gebruikte de e-mailadressen [e-mailadres 5] , [e-mailadres 6] en [e-mailadres 7] , en de gebruikersnamen [gebruikersnaam 1] , [gebruikersnaam 2] , [gebruikersnaam 3] en [gebruikersnaam 4] , en voerde chatgesprekken met betrekking tot het phishen naar creditcards door middel van het versturen van phishingmail met Sendblaster. Op de back-up van de iPhone S6 stonden 159 e-mailberichten van account [gebruikersnaam 1] van het e-mailadres [e-mailadres 6] . Zes e-mailberichten in de periode van 16 tot en met 30 januari 2016 betroffen phishingmails die erop gericht waren om de lezer te verleiden op een link te klikken. De lezer van de e-mail werd verwezen naar de websites [naam website 1] en [naam website 2] .
Uit de gevonden notities in de back-up van de iPhone S6 kwam verder naar voren dat vijf creditcardnummers waren opgeslagen en de e-mailadressen [e-mailadres 2] en [e-mailadres 8] . Tot slot werden 31 draadloze netwerkprofielen gevonden en één schermafdruk met daarop een website die gebruikt kan worden voor creditcardfraude. De iPhone heeft als apparaatnaam ‘iPhone van [verdachte] ’ en als AppleID ‘ [e-mailadres 5] ’.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat deze iPhone en de e-mailadressen [e-mailadres 5] en [e-mailadres 7] door hem werden gebruikt.
Ook in de inbeslaggenomen Blackberry zijn veel chatberichten gevonden over phishingactiviteiten. In één van die berichten noemt de gebruiker zich [gebruikersnaam 1] . Tevens zijn in de BlackBerry foto’s gevonden, die ook in de laptop staan, en een screenshot van Sendblaster op de laptop, herkenbaar aan de barsten in het scherm. De gegevens in de BlackBerry doen vermoeden dat de gebruiker van de BlackBerry dezelfde gebruiker is als die van de laptop.Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat deze BlackBerry van hem was.
Tijdens de tweede doorzoeking op 2 augustus 2016 zijn in de slaapkamer van verdachte onder meer een USB-stick en een HP-laptop aangetroffen en inbeslaggenomen.
Op de USB-stick stonden onder andere:
- bestanden die verwijzen naar phishingwebsites,
- bestanden bedoeld om creditcardgegevens in handen te krijgen,
- Havij-bestanden waaruit blijkt dat er acht websites zijn gehackt in de periode tussen 29 april 2016 en 17 mei 2016 en elf websites in de periode tussen 26 mei 2014 en 10 oktober 2014,
- bestanden met in totaal 79.776 e-mailadressen, waarvan 18.038 met ook aanvullende gegevens zoals wachtwoorden, namen en adresgegevens,
- bestanden met in totaal 551 creditcardnummers, waarvan 548 met ook aanvullende gegevens zoals vervaldatum, CVC code en namen,
- programma’s en lijsten die te maken hebben met het hacken van websites,
- programma’s die bedoeld zijn om de locatie op internet te verhullen,
- bestanden met hulpmiddelen voor het plegen van creditcardfraude,
- een loonstrook op naam van [persoon 2] , werkzaam bij [naam hotel]
een jaaropgave op naam van [persoon 1] , waarop het adres van verdachte stond en het BSN nummer van een andere medewerker van [naam hotel] .
Verdachte was sinds april 2016 als receptiemedewerker werkzaam bij [naam hotel] , waar hij zich bezighield met het in- en uitchecken van hotelgasten en het verwerken van de betalingen van de kamers, waartoe hij toegang had tot het reserveringssysteem van het hotel.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de jaaropgave op naam van [persoon 1] valselijk heeft opgemaakt.
In de HP-laptop is een ICQ-account gevonden met de gebruikersnaam “ [gebruikersnaam 5] ”, waarmee chatgesprekken zijn gevoerd onder meer over websites waar creditcardgegevens worden verhandeld en over creditcardfraude en waarin creditcardgegevens zijn gedeeld. Deze gebruikersnaam lijkt op de naam [gebruikersnaam 1] , die is aangetroffen als gebruikersnaam in andere onder verdachte inbeslaggenomen gegevensdragers. In de ICQ-gesprekken relateert [gebruikersnaam 5] aan omstandigheden die overeenkomsten vertonen met die uit het privéleven van verdachte. Door [gebruikersnaam 5] is verder een in het hotel buitgemaakt creditcardnummer gedeeld.
In de woonkamer is nog een laptop, een HP Pavilion, aangetroffen en inbeslaggenomen. Deze laptop was voorzien van het programma Skype met de profielnaam “ [naam 1] ”, welke profielnaam ook in de iPhone S6 was aangetroffen. Deze gesprekken bestonden uit 158 berichten uit de periode van 5 februari 2014 tot en met 8 maart 2014. In de chatgesprekken met gebruiker ‘ [naam 2] ’ werd 232 keer een creditcardnummer gedeeld. In totaal betrof het 144 unieke creditcardnummers. Veelal werd ook de vervaldatum en de CVC-code gedeeld. Ook werden met regelmaat persoonsgegevens bij de creditcardnummers gedeeld. Bijna alle berichten werden verstuurd door ‘ [naam 1] ’. Verder werd een link naar een phishingwebsite gedeeld. Bij de politie is hierdoor het vermoeden ontstaan dat verdachte zich in 2014 al bezig hield met het versturen van phishingmails, het gebruiken van phishingwebsites, het misbruiken van creditcardgegevens en het inbreken op websites om e-mailadressen te bemachtigen. Uit het proces-verbaal op pagina’s 86, 101 en 155 blijkt dat verdachte in het bezit was van e-mailadressen afkomstig uit databases van websites die in 2014 zijn gehackt.
Bij het digitaal bemachtigen van deze gegevens is blijkens het onderzoek door verdachte de volgende modus operandi gehanteerd:
- diverse softwareprogramma’s gebruiken om zwakke websites op te sporen en hierop in te breken;
- e-mailadressen kopiëren uit de databases van de gehackte websites;
- softwareprogramma Sendblaster gebruiken om phishingmail in bulk naar de bemachtigde e-mailadressen te sturen;
- links naar phishingwebsites in phishingmails waren zodanig ingericht door verdachte om creditcardgegevens van slachtoffers afhandig te maken;
- afhandig gemaakte creditcardgegevens werden op de phishingwebsites opgeslagen en/of automatisch per e-mail verstuurd, op welke wijze verdachte de gephishte creditcardgegevens onder zich kreeg.
Voor het fysiek bemachtigen van deze gegevens is blijkens het onderzoek door verdachte de volgende modus operandi gehanteerd:
- solliciteren bij hotels om daar als receptionist aan het werk te gaan;
- creditcardgegevens van klanten noteren buiten het computersysteem van het betreffende doel om;
- deze gegevens meenemen naar zijn woonadres.
Naar het oordeel van de rechtbank leveren alle hiervoor opgesomde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, het bewijs op dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem onder 1 eerste cumulatief/alternatief, 1 tweede cumulatief/alternatief, 2, 3 primair en 4 ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot de onder 1 eerste cumulatief/alternatief, 1 tweede cumulatief/alternatief, 2 en 4 ten laste gelegde feiten heeft verdachte ter terechtzitting van 18 november 2016 bovendien een bekennende verklaring afgelegd.
Dit is anders voor wat betreft het onder 3 primair ten laste gelegde feit. De rechtbank overweegt daaromtrent in het bijzonder dat uit de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen blijkt dat met de laptop van verdachte, welke laptop exclusief door verdachte werd gebruikt, is “gephisht”, dat aldus creditcardgegevens van klanten van ICS zijn bemachtigd en dat daarbij het e-mailaccount van ‘ [gebruikersnaam 1] ’ is gebruikt. De rechtbank acht de verklaring van verdachte, dat hij niet de gebruiker is van dit e-mailaccount en dat hij niet weet van wie het account is, terwijl het in zijn telefoon werd gebruikt, niet aannemelijk. De rechtbank acht deze verklaring des te minder aannemelijk gelet op de overige aanwijzingen in het dossier dat verdachte ‘ [gebruikersnaam 1] ’ of [gebruikersnaam 5] ’ is en de frequentie waarmee van dit account op de telefoon van verdachte gebruik is gemaakt.
De enige conclusie die uit het voorgaande kan worden getrokken, is dat verdachte door gebruikmaking van het e-mailaccount van ‘ [gebruikersnaam 1] ’ middels phishing creditcardgegevens van klanten van ICS heeft bemachtigd en zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan oplichting van deze klanten. Blijkens de Havij-bestanden die op de op 2 augustus 2016 inbeslaggenomen USB-stick stonden, hield verdachte zich al sinds 26 mei 2014 bezig met phishing.
De rechtbank overweegt in dit verband dat het bemachtigen van enkel de creditcardgegevens al een voltooide oplichting oplevert, omdat de klanten van ICS door bovengenoemde handelingen van verdachte ertoe zijn bewogen hun gegevens in te vullen op een phishingwebsite en deze daarmee ter beschikking hebben gesteld aan verdachte. Het ter beschikking stellen van gegevens is, naast het afgeven van een goed, immers een zelfstandige vorm van oplichting in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht.