ECLI:NL:GHARL:2014:1237
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- W.P.M. ter Berg
- P. Koolschijn
- D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in moordzaak met betrekking tot het zwijgrecht en bewijsvoering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte was eerder vrijgesproken van de hem tenlastegelegde feiten, waaronder moord. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld en vorderde een gevangenisstraf van acht jaren, met toewijzing van schadevergoedingen aan benadeelde partijen. Tijdens de zitting op 7 februari 2014 heeft het hof het bewijs en de argumenten van de advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte overwogen.
Het hof oordeelde dat de rechtbank op juiste gronden had geoordeeld en dat er geen voldoende redengevende omstandigheden waren die een bewezenverklaring konden ondersteunen. Het hof benadrukte dat het zwijgrecht van de verdachte niet als bewijs kon worden gebruikt, tenzij er andere omstandigheden waren die dit recht konden ontkrachten. In dit geval was er geen sprake van zodanige omstandigheden, waardoor het zwijgen van de verdachte niet kon bijdragen aan de bewijsvoering.
Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank en wees een verzoek van de verdediging tot aanhouding van de zaak af, omdat de vrijspraak van de verdachte geen belang meer gaf aan het horen van een getuige die mogelijk ontlastende informatie had kunnen verschaffen. De beslissing van het hof was daarmee in lijn met de eerder genomen beslissing van de rechtbank, en de verdachte bleef vrijgesproken van de hem tenlastegelegde feiten.