Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde voorts nog het volgende overwogen:
"Audi A4
Uit het proces-verbaal van witwassen blijkt dat de Audi A4 ten tijde van de aankoop door de verdachte op 27 januari 2009 een waarde had van € 12.225,–. Gelet op de hoge waarde van de auto mag van de verdachte een verklaring voor de herkomst van het daarvoor benodigde geld verlangd worden. De verdachte heeft verklaard dat hij de Audi heeft gekocht met de € 15.000,– die hij van [betrokkene 1] heeft geleend. De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg op 7 januari 2011 verklaard dat hij aan [betrokkene 1] geen rente hoefde te betalen voor de lening en dat hij het geld terug zou betalen door werkzaamheden te verrichten voor [betrokkene 1]. De terugbetaling zou vanaf juli 2009 beginnen. [betrokkene 1] heeft bij de politie op 9 december 2009 (dossierpagina's 39 tot en met 41) verklaard dat hij een geldbedrag van € 15.000,– aan de verdachte heeft geleend, dat hij alleen zakelijk contact heeft met de verdachte, dat de verdachte werkzaamheden voor hem heeft verricht en daarmee een gedeelte van de lening heeft verrekend, dat zijn boekhouder van de leningovereenkomst niet weet, maar wel van de facturen die de verdachte heeft gegeven voor de door hem verrichte werkzaamheden. De boekhouder van [betrokkene 1], [betrokkene 2] heeft echter op 9 december 2009 ten overstaan van de politie verklaard (dossierpagina's 42 en 43) dat in de boekhouding van [betrokkene 1] geen crediteur met de naam "[verdachte]" bekend is en dat [betrokkene 1] telefonisch aan hem heeft medegedeeld dat de facturen nog bij hem, [betrokkene 1], zijn.
Onder de hiervoor omschreven omstandigheden acht het hof de verklaring die de verdachte heeft gegeven voor het bezit van de Audi A4 niet aannemelijk geworden. Het hof acht het hoogst onwaarschijnlijk dat [betrokkene 1] een dergelijk hoog geldbedrag aan de verdachte zou hebben uitgeleend zonder rente of terugbetalingsregeling. Dat de verdachte werkzaamheden heeft verricht voor [betrokkene 1] en die diensten heeft verrekend met de lening is niet aannemelijk geworden gelet op de voormelde verklaring van [betrokkene 2].
Blijkens het proces-verbaal van witwasconstructie van 7 januari 2010, opgemaakt door [verbalisant 2] en [verbalisant 3], is het kenteken van de Audi op 28 januari 2009 op naam van de verdachte gesteld, terwijl bij de belastingdienst geen gegevens van de verdachte bekend zijn in de jaren 2008 en 2009, zodat aangenomen kan worden dat de verdachte in die periode geen legale inkomsten heeft gehad waarmee hij de auto kon financieren. De sloopwerkzaamheden of de klusjes die de verdachte af en toe zou hebben uitgevoerd zijn niet nader geconcretiseerd, zodat niet aannemelijk is geworden dat de beloning daarvoor toereikend was om een auto ter waarde van € 12.225,- aan te kunnen schaffen.
Het hof komt op grond van het voorgaande tot de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat de Audi A4 is verkregen uit enig misdrijf."