Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 maart 2016,
- het proces-verbaal van comparitie van 30 mei 2016.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vordert eiser schadevergoeding van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) wegens de onrechtmatige stopzetting van zijn AOW-uitkering. De rechtbank Amsterdam oordeelt dat de beëindiging van de AOW-uitkering onrechtmatig was, maar wijst de schadevergoedingsvordering af wegens onvoldoende causaal verband. Eiser, die in 2007 was veroordeeld tot een taakstraf, had zijn AOW-uitkering stopgezet gekregen omdat hij als voortvluchtig was geregistreerd. Eiser had echter zijn taakstraf niet kunnen uitvoeren vanwege gezondheidsproblemen en was naar Thailand gereisd, waar hij door een watersnoodramp in erbarmelijke omstandigheden verkeerde. De rechtbank concludeert dat de SVB niet voldoende onderzoek heeft gedaan naar de situatie van eiser en dat de beëindiging van de uitkering op een onjuiste toepassing van de wet berustte. Ondanks de erkenning van onrechtmatigheid door de SVB, wordt de vordering tot schadevergoeding afgewezen omdat de rechtbank van mening is dat er geen voldoende causaal verband is tussen de onrechtmatige daad en de door eiser geleden schade. Eiser had al psychische problemen voordat de AOW-stopzetting plaatsvond, en de omstandigheden in Thailand waren het gevolg van de watersnoodramp, niet van het besluit van de SVB. De rechtbank wijst de vordering af en veroordeelt eiser in de proceskosten.