Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 14 oktober 2015,
- het proces-verbaal van comparitie van 7 april 2016 en de daarin genoemde stukken
2.De feiten
- ABN AMRO is bereid om, tot wederopzegging, aan de Kredietnemer, hierna ook te noemen: ‘Cliënt”, de mogelijkheid te geven om derivatentransacties aan te gaan. Dit betekent niet dat ABN AMRO verplicht is om een transactie met de Cliënt aan te gaan. ABN AMRO heeft het recht om elke transactie afzonderlijk te beoordelen.
- De hiervoor genoemde zekerheden en/of verklaringen strekken tevens tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van derivatentransacties.
- De Algemene Bepalingen Derivatentransacties mei 2001 en de Voorwaarden Treasurydienstverlening ABN AMRO zijn, voor zover niet anders wordt overeengekomen, van toepassing op alle derivatentransacties tussen de Cliënt en ABN AMRO. ABN AMRO voert derivatentransacties uit in overeenstemming met het Orderuitvoeringsbeleid Treasurydienstverlening ABN AMRO. De Cliënt bevestigt door ondertekening van deze Kredietovereenkomst hiervoor toestemming te verlenen. Door ondertekening van deze Kredietovereenkomst verklaart de Cliënt een exemplaar van de brochure Informatie Treasurydienstverlening ABN AMRO te hebben ontvangen en daarmee volledig bekend te zijn. Deze brochure bevat naast de Algemene Bepalingen Derivatentransacties mei 2001 en de Voorwaarden Treasurydienstverlening ABN AMRO, ook het Informatieblad Treasurydienstverlening ABN AMRO met daarin een algemene beschrijving van de aard en risico’s van Over-The-Counter (OTC) derivatentransacties.
- In aanvulling op artikel 8 van de Algemene Bepalingen Derivatentransacties mei 2001 zal gelden dat ABN AMRO, zonder dat enige sommatie of ingebrekestelling vereist zal zijn, eveneens één of meerdere lopende transacties onmiddellijk en in zijn geheel kan beëindigen en alles wat door de Cliënt uit hoofde daarvan, al dan niet opeisbaar of onder voorwaarde, is verschuldigd, onmiddellijk in zijn geheel tussentijds kan opeisen, indien en zodra de kredietfaciliteit bij ABN AMRO wordt beëindigd.
- partijen bij de renteswap zijn ABN AMRO en [eiseres] ;
- partijen ruilen rente over een fictieve hoofdsom van € 2.500.000,00, die gelijk blijft over
- de looptijd is van 1 januari 2009 tot 1 januari 2019;
- ABN AMRO is de betaler van variabele rente, nl. eenmaands EURIBOR;
- [eiseres] is de betaler van vaste rente, nl. 4,60% per jaar.
7
7.Vervroegde aflossing
11.Kennis nemen van produktinfomatie
12.Transactiebevestiging en betwisting van opgaven
10.Additionele kosten
7.Hoe wij een optimale uitvoering (Best Execution) borgen?
3.Het geschil
Selbsteintritt;
althans
verklaring voor recht dat de bank jegens [eiseres] onrechtmatig heeft gehandeld,
alsmede
verklaring voor recht dat de bank in strijd met de redelijkheid en billijkheid handelt ten aanzien van de tussentijdse opslagverhoging althans misbruik van bevoegdheid maakt door het uitvoeren van die opslagverhoging;
4.De beoordeling
- het voortijdig beëindigen van de renteswap kan niet zomaar, dat wil zeggen dat zo’n voortijdige beëindiging aanzienlijke kosten met zich zou kunnen meebrengen, afhankelijk van de in de tijd fluctuerende marktwaarde van het derivaat (zie: punt 9 van het Informatieblad Treasurydienstverlening ABN AMRO),
- het door [eiseres] innemen van een positie in een OTC-derivaat (zoals de onderhavige renteswap) levert een transactie op waarbij ABN AMRO haar wederpartij is en waarbij ABN AMRO – dus – een eigen belang behartigt
- (de primaire vordering tot) een verklaring voor recht dat de wil niet bestond de renteswap aan te gaan;
- (de subsidiaire vordering tot) vernietiging wegens dwaling;
- (de meer subsidiaire vordering tot) ontbinding op grond van een (toerekenbare) tekortkoming van ABN AMRO door het niet naleven van de zorgplicht door onvoldoende te wijzen op de risico’s bij het aangaan van de renteswap.
trading deskvan de bank, waarna de bank de transactie heeft uitgevoerd in naam van de bank alsmede in naam van en voor rekening van [eiseres] . De bank was echter niet bevoegd tot het uitvoeren van de rechtshandeling. De rechtshandeling is bovendien ook niet nauwkeurig omschreven. Dat de bank niet bevoegd was om namens [eiseres] de transactie uit te voeren, volgt uit het feit dat [eiseres] en de bank niet een in de OTC-derivatenhandel gebruikelijke raamovereenkomst hebben gesloten terwijl in de kredietovereenkomst niet is opgenomen dat de bank bevoegd is om voor rekening en in naam van [eiseres] een OTC-derivatentransactie aan te gaan. Aldus [eiseres] .