Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid
5.Overige verweren
De opgeëiste persoon was in vrijheid gesteld voordat het arrest werd gewezen en er sprake was van een onherroepelijke veroordeling. Van een weigeringsgrond is geen sprake.
Subsidiair heeft hij aangevoerd dat nader onderzoek geïndiceerd is en om aanhouding van het onderzoek verzocht.
De opgeëiste persoon heeft zijn vaste domicilie in Nederland. De gezinsomstandigheden van de opgeëiste persoon moeten worden meegewogen, evenals de gevolgen die overlevering voor de opgeëiste persoon zal hebben. De opgeëiste persoon vreest voor schending van het specialiteitsbeginsel. De vraag of de verzochte overlevering de belangen van de opgeëiste persoon zo min mogelijk schade berokkent moet ontkennend worden beantwoord. Ook dit is een reden om de overlevering te weigeren.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan the Prosecutor General, attached to the Court of Appeal of Barí, Italië, ten behoeve van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf, te ondergaan op het grondgebied van de uitvaardigende lidstaat, wegens het feit waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.