Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Tussen partijen vaststaande feiten
3.676 0 114.044 31.823
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft [X] B.V. beroep ingesteld tegen de hoogte van de leges die in rekening zijn gebracht voor een evenementenvergunning. De heffingsambtenaar van het stadsdeel [y] van de gemeente Amsterdam had op 16 juli 2012 een aanslag leges opgelegd van € 1.494 voor de aanvraag van een evenementenvergunning. Eiseres betoogde dat de legestarieven sinds 2008 met meer dan 800% zijn gestegen en dat de opbrengstlimiet, zoals bedoeld in artikel 229b van de Gemeentewet, is overschreden. Eiseres voerde aan dat de kosten voor de vergunningverlening niet in verhouding staan tot de leges die in rekening worden gebracht en dat er sprake is van ongeoorloofde kruissubsidiëring tussen verschillende vergunningstelsels. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar voldoende heeft aangetoond dat de tarieven in overeenstemming zijn met de kosten van de vergunningverlening. De rechtbank oordeelde dat de leges niet onredelijk zijn en dat de heffingsmaatstaf niet leidt tot een onredelijke belastingheffing. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de aanslag leges.