Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Giudice per le Indagini Preliminari Tribunale di Reggio Calabria(Italië). Dit bevel betreft de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Order for pre-trial custody in jailten grondslag, uitgevaardigd op 14 december 2004 door de
Investigating Judge of the Court of Reggio Calabria.
4.Genoegzaamheid
5.Strafbaarheid
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
[ministerie]is op 13 mei 2011 de volgende garantie gegeven:
[naam opgeëiste persoon] may be returned to the Netherlands, when the conviction becomes
ECLI:NL:RBAMS:2012:BY2931en Rb. Amsterdam 16 november 2011,
ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ0417)
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a OLW
- de opsporing en vervolging reeds zijn aangevangen in Italië;
- stukken en bewijs werden verzameld in Italië en zich aldaar bevinden;
- de drugs bestemd waren voor de Italiaanse markt en de rechtsorde aldaar direct geschonden is.
NJ2007, 487 en 489, r.o. 3.5). Gelet op de door de officier van justitie aangevoerde argumenten heeft de officier van justitie in redelijkheid tot zijn vordering kunnen komen. Er dient dan ook te worden afgezien van de in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, OLW bedoelde weigeringsgrond.
8.De weigeringsgrond als bedoeld in artikel 11 OLW
hardship of an intensity exceeding the unavoidable level of suffering inherent in detention.’ In de uitspraak wordt expliciet gezegd dat het hele gevangenissysteem in Italië hetzelfde, mensenrechten schendende, probleem kent: een onmenselijke en vernederende behandeling van gevangenen. Geconcludeerd kan worden dat Italië op dit punt niet meer het interstatelijke vertrouwen kan genieten dat de bepalingen in het EVRM worden nageleefd als er een overlevering plaatsvindt.
remedyten aanzien van de schending van artikel 3 EVRM die verband houdt met de
overcrowdingin de gevangenissen. Uit het document getiteld
Action Plan presented by the Italian Government,d.d. 27 november 2013, door de officier van justitie ter terechtzitting overgelegd, blijkt dat Italië daadwerkelijk handelingen heeft ondernomen om de situatie te verbeteren. Italië laat daarmee blijken het interstatelijke vertrouwen nog steeds te mogen en moeten genieten. Ten aanzien van de gezondheidsomstandigheden van de opgeëiste persoon geldt dat in beginsel in de medische stukken kan worden gelezen dat het goed gaat met de behandeling van de opgeëiste persoon. Zo worden geen klachten beschreven en zou de opgeëiste persoon cardiaal stabiel zijn. De gezondheidsomstandigheden vormen geen grond voor weigering van de overlevering.
ECLI:NL:RBAMS:2010:BO1448) zal de rechtbank in onderhavige zaak beoordelen of sprake is van een reëel risico dat de opgeëiste persoon na overlevering zal worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen. De rechtbank merkt daarbij op dat zij van oordeel is dat wanneer er sprake is van een schending van artikel 3 EVRM dit in zijn algemeenheid kan worden beschouwd als een naar zijn aard flagrante inbreuk op een absoluut recht.
(espace vital individuel)van 3 m2 en dat die ruimte nog werd beperkt door de aanwezigheid van meubilair. Het EHRM heeft daaraan toegevoegd dat het gebrek aan warm water in beide gevangenissen en onvoldoende verlichting en ventilatie in één van beide gevangenissen op zichzelf geen schending van artikel 3 EVRM opleverden, maar de situatie wel verergerden.
“procédure d’arrêt pilote”en de Italiaanse regering opgedragen de in zijn arrest genoemde maatregelen te treffen.
action plan” van 27 november 2013, volgt kortgezegd dat Italië inspanningen verricht om de situatie te verbeteren, maar dat nog steeds van overbevolking sprake is.
“action plan”van 27 november 2013 worden afgeleid (p. 9) dat de genoemde overbevolkingspercentages niet zijn gebaseerd op de door het EHRM geformuleerde absolute ondergrens van 3 m2 individuele leefruimte in meerpersoonscellen (herhaald in het aangehaalde arrest, r.o. 68), maar op een individuele leefruimte volgens de Italiaanse wetgeving van 5 m2. Daar komt nog bij dat afgaande op genoemd
“action plan”,het aantal detentieplaatsen inmiddels is uitgebreid. In het geval van Nederlanders, zoals de opgeëiste persoon, is tenslotte nog van belang dat overlevering slechts plaatsvindt onder de garantie dat de executie van een eventuele vrijheidsstraf in Nederland kan worden ondergaan.
.Voorts is door de raadsvrouw ter zitting aangevoerd dat de opgeëiste persoon na ontslag uit het ziekenhuis al tweemaal – waarvan de laatste keer vier maanden geleden is – met de ambulance naar het ziekenhuis is gegaan in verband met zuurstoftekort, waarna hij is opgenomen op de afdeling hartbewaking.