ECLI:NL:RBAMS:2008:BF8586
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de noodregeling op Landsbanki Islands HF (Icesave) door de Rechtbank Amsterdam
Op 13 oktober 2008 heeft de Rechtbank Amsterdam op verzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) de noodregeling verklaard voor Landsbanki Islands HF, ook bekend als Icesave. Dit verzoek werd ingediend vanwege een acute liquiditeitsnood bij Landsbanki, die haar betalingen aan spaarders had gestaakt. De rechtbank behandelde het verzoek op een niet-openbare zitting, waarbij DNB de noodzaak van de maatregel toelichtte en Landsbanki verweer voerde. DNB stelde dat Landsbanki geen bankvergunning meer had in IJsland, wat de basis vormde voor het verzoek om de noodregeling.
De rechtbank oordeelde dat het acute liquiditeitsprobleem van Landsbanki vaststond en dat de bevoegdheid om een noodregeling te verzoeken niet onder artikel 3:160 van de Wet op het financieel toezicht (WFT) viel, omdat Landsbanki geen zetel in Nederland had. De rechtbank concludeerde dat artikel 3:202 WFT van toepassing was, aangezien het bijkantoor van Landsbanki in Nederland geen vergunning meer had en niet in staat was om aan zijn verplichtingen te voldoen. De rechtbank benoemde mr. K.D. van Ringen als rechter-commissaris en mr. M. Pannevis en de heer H. Sliedrecht als bewindvoerders.
De rechtbank bepaalde dat de noodregeling voor een periode van anderhalf jaar van kracht zou zijn en dat de bewindvoerders bevoegd waren tot overdracht of liquidatie van de activa van het bijkantoor. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De rechtbank benadrukte dat de gelijkheid van schuldeisers gewaarborgd moest blijven, en dat de noodregeling ook gevolgen zou hebben voor de spaarders die onder het depositogarantiestelsel vielen. De uitspraak is van belang voor de crediteuren van Landsbanki en de verdere afwikkeling van de financiële situatie van het bijkantoor in Nederland.