Conclusie
1.Inleiding en samenvatting
(…) opdat de Hoge Raad nog voor die datum uitspraak doet.” [1]
2.Feiten en procesverloop
de rechtbank) ten aanzien van betrokkene een zorgmachtiging verleend tot en met uiterlijk 29 april 2025.
de bestreden beschikking). [5]
3.Bespreking van het cassatiemiddel
primairdat de rechtbank heeft miskend dat de op 24 april 2025 verleende zorgmachtiging, door het van rechtswege vervallen van de eerdere zorgmachtiging op 20 april 2025, niet aansloot op die eerdere zorgmachtiging en/of dat de rechtbank (dus) de zorgmachtiging d.d. 24 april 2025 niet voor de duur van twaalf maanden kon verlenen.
Subsidiair, voor zover de Hoge Raad zou oordelen dat overschrijding van de beslistermijn aan betrokkene kan worden verweten en daarom (kennelijk) wel sprake zou zijn van een aansluitende zorgmachtiging, klaagt betrokkene dat die aansluitende zorgmachtiging dan uiterlijk op 19 april 2025 had moeten zijn verleend.
primaire klachtslaagt, gelet op het volgende.