ECLI:NL:PHR:2025:78
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen verbeurdverklaring van in beslag genomen telefoons in drugszaken
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte, geboren in 1993, tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het hof heeft op 9 november 2022 het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 11 augustus 2020 bevestigd, waarbij de verdachte was veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank had een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken en een taakstraf van tachtig uren opgelegd, en daarnaast twee telefoons verbeurd verklaard. De Procureur-Generaal, T.N.B.M. Spronken, heeft in zijn conclusie opgemerkt dat er onduidelijkheid bestaat over de bevestiging van de verbeurdverklaring door het hof. Hoewel het hof de strafoplegging heeft vernietigd, is het niet expliciet duidelijk of de verbeurdverklaring is bevestigd. De Procureur-Generaal concludeert dat het hof de verbeurdverklaring in stand heeft willen laten, maar dat dit niet voldoende gemotiveerd is. Het middel van cassatie richt zich specifiek tegen de verbeurdverklaring van de telefoons, waarbij de verdediging aanvoert dat er geen voldoende bewijs is dat de telefoons zijn gebruikt bij het bewezenverklaarde feit. De Hoge Raad kan om doelmatigheidsredenen het arrest vernietigen ten aanzien van de verbeurdverklaring en de teruggave van de telefoons aan de verdachte gelasten. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot vernietiging van de uitspraak van het hof, maar alleen wat betreft de verbeurdverklaring van de telefoons, en tot verwerping van het beroep voor het overige.