ECLI:NL:HR:2009:BH2931

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01867
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbeurdverklaring van inbeslaggenomen telefoons in strafzaak tegen verdachte

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 maart 2009 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de verbeurdverklaring van twee inbeslaggenomen telefoons die aan de verdachte toebehoren. De verdachte, geboren in 1961 en ten tijde van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire inrichting 'Veenhuizen', had beroep ingesteld tegen de verbeurdverklaring van deze telefoons. De advocaat van de verdachte, mr. T.E. Korff, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van de verbeurdverklaring en gelast tot teruggave van de telefoons aan de verdachte, maar heeft het beroep voor het overige verworpen.

Het Hof had overwogen dat de inbeslaggenomen telefoons verbeurdverklaard moesten worden, omdat het bewezenverklaarde met behulp van deze voorwerpen zou zijn begaan of voorbereid. De Hoge Raad oordeelde echter dat uit de processen-verbaal van de terechtzittingen en de stukken van het geding niet kon blijken dat het bewezenverklaarde, namelijk het vervoeren en aanwezig hebben van heroïne, met de inbeslaggenomen telefoons was begaan of voorbereid. De klacht van de verdachte slaagde, en de Hoge Raad besloot om de zaak zelf af te doen om doelmatigheidsredenen.

De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de verbeurdverklaring van de telefoons, en gelastte de teruggave van deze telefoons aan de verdachte. Voor het overige werd het beroep verworpen. De uitspraak is gedaan door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.M.E. Thomassen en M.A. Loth, in aanwezigheid van de waarnemend griffier J.D.M. Hart.

Uitspraak

3 maart 2009
Strafkamer
nr. 08/01867
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 5 november 2007, nummer 23/001228-07, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961, ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd in de Penitentiaire inrichting "Veenhuizen, locatie Esserheem" te Veenhuizen.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. T.E. Korff, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak voor wat betreft de verbeurdverklaring van de telefoons, tot het gelasten van de teruggave van de onder verdachte inbeslaggenomen telefoons en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het eerste middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beoordeling van het tweede middel
3.1. Het middel klaagt onder meer over de verbeurdverklaring van een tweetal telefoons.
3.2. Daarover heeft het Hof in de bestreden uitspraak overwogen:
"De inbeslaggenomen telefoons, die aan verdachte toebehoren, dienen te worden verbeurdverklaard en zijn daarvoor vatbaar aangezien het bewezengeachte met behulp van deze voorwerpen is begaan of voorbereid."
3.3. Noch uit de processen-verbaal van de terechtzittingen noch uit de stukken van het geding die aldaar zijn voorgelezen of waarvan de korte inhoud is meegedeeld, kan blijken dat, zoals het Hof heeft geoordeeld, het bewezenverklaarde (kort gezegd, het tezamen met anderen binnen het grondgebied van Nederland brengen en het vervoeren en aanwezig hebben van heroïne) met de inbeslaggenomen telefoons is begaan of voorbereid. Het Hof heeft in dit opzicht dus niet beslist naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting. De daarop gerichte klacht slaagt.
De Hoge Raad zal om doelmatigheidsredenen de zaak op dit punt zelf afdoen.
3.4. Voor het overige kan het middel niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel in zoverre niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet als volgt worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de verbeurdverklaring van een zaktelefoon ibn-code [001] en een zaktelefoon ibn-code [002];
gelast de teruggave van deze zaktelefoons aan de verdachte;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren W.M.E. Thomassen en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 3 maart 2009.