Conclusie
1.De feiten en de telasteleggin(en); samenhang met zeven andere zaken
Brexit, dus intra-EU. De rechtspersonen werden verdacht van valselijk claimen van het btw-nultarief voor die intracommunautaire leveringen (ICL) en vervalsing van de bedrijfsadministraties door facturen op te nemen voor in werkelijkheid niet-bestaande onderlinge transacties of voor leveringen aan anderen dan de werkelijke afnemers die ten onrechte geen aangifte deden of geen btw voldeden in het VK.
Jaddoe-verweer: uw uitleg in HR NJ 2023/106 [1] van de
Jaddoe-opinie van het VN-mensenrechten-comité zou in een geval zoals dit (een verrassingsbeslissing volgens de cassatieschriftuur) niet voldoende tegemoet kunnen komen aan de strekking van de opinie van het Mensenrechtecomité.
2.De bewezenverklaring en dier motivering
IV Eindconclusie
3.Het cassatieberoep
input-btw en op het nultarief bij intra-communautaire levering is onvoldoende dat ergens verderop in de handelsketen uiteindelijk geen btw is voldaan. Voor zover het Hof dat wél voldoende heeft geacht, heeft hij het recht geschonden omdat vereist is dat verderop in de keten de intracommunautaire verwerving (ICV)
opzettelijkniet is aangegeven of weliswaar is aangegeven maar met de opzet om de verschuldigde btw niet te voldoen (ECLI:NL:HR:2018:51, r.o. 3.4.2). Heeft het Hof dit niet miskend, dan is zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd omdat uit de bewijsmiddelen niet kan volgen dat de Britse afnemers opzettelijk geen ICV hebben aangegeven of ondanks aangifte de op de ICV verschuldigde btw opzettelijk niet wilden voldoen;
input-btw of recht op het nultarief bij intra-communautaire levering is evenmin voldoende dat de werkelijke afnemer buiten beeld, (deels) verhuld of onduidelijk is gebleven. Voor zover het Hof dat wél voldoende heeft geacht, heeft hij het recht geschonden omdat de maatstaf voor fraude is dat de leverancier de identiteit van de werkelijke afnemer heeft verborgen om die gelegenheid te geven de btw te ontduiken (HvJ zaak C285/09, strafzaak tegen R., ECLI:EU:C:2010:742, punt 55). Heeft het hof dit niet miskend, dan is zijn oordeel onvoldoende gemotiveerd omdat uit de bewijs-voering niet kan volgen dat de verdachte geen werkelijke rechtsbetrekkingen aanging met de in de bewezenverklaring genoemde Britse ondernemingen, noch dat die ondernemingen niet de werkelijke afnemers kunnen zijn. Het Hof heeft in elk geval een ontoelaatbare verrassingsbeslissing genomen door de verdachte geen gelegenheid te geven zich er over uit te laten of zij bij haar leveringen de identiteit van de echte afnemer heeft verborgen om die gelegenheid te geven btw te ontduiken. Door de bewezenverklaring desondanks daarop te baseren, heeft het Hof de beginselen van een eerlijk proces geschonden. Ook is het hof onvoldoende gemotiveerd voorbijgegaan aan een uitdrukkelijk onderbouwd pleitbaar standpunt.
4.De rechtsklachten; verrassingsbeslissing?
überhauptgeen transacties is aangegaan, laat staan met Britse afnemers, maar juist valselijk niet-bestaande transacties en omzet fingeerde die de werkelijke transacties en omzet (van [A] met Britse afnemers; zie zaak 24/02468) moest verhullen om de btw-fraude van [A] en dier leidinggevers aan het oog van de fiscus te onttrekken.
Italmodac.s. [3] ,
Aquila Part Prod Com [4] en
R. (C-285/09). [5] Terecht heeft het Hof op die basis overwogen dat voor nultariefweigering niet vereist is dat wordt vastgesteld wie allemaal bij de btw-fraude zijn betrokken en welke handelingen ieder van hen heeft verricht, [6] dus ook niet welk individueel opzet zij precies hadden. Anders dan het middel stelt, stelt r.o. 55 van het HvJ-arrest in de zaak R. voor nultariefverlies ook niet als eis dat de leverancier de identiteit van de werkelijke afnemer heeft verborgen om die gelegenheid te geven de btw te ontduiken. Dat arrest zegt slechts dat
alser geknoeid wordt met facturen om fraude mogelijk of moeilijk traceerbaar te maken, dat
voldoendeis voor nultariefweigering. Zulk geknoei is geen
noodzakelijke, maar wel een
voldoendevoorwaarde voor nultariefweigering. Voor die weigering is ook al voldoende ‘het verzuim om als bedachtzame marktdeelnemer een zekere zorgvuldigheid aan de dag te leggen’ bij tekenen van onregelmatigheden. Maar voor de bewezenverklaring ten laste van deze verdachte is dat alles dus niet relevant.
5.De motiveringsklachten
en [A]werden gefingeerd om andermans btw-fraude te verhullen, nl. die van [A] : om te verhullen dat
[A]werkelijke transacties met
andere(onbekende) Britse afnemers aanging dan de voorgewende Britse afnemers, die ploffers/katvangers/
missing tradersbleken te zijn.