II.
Het eerste cassatiemiddel en de bespreking daarvan
Het middel
4. Het middel behelst de klacht dat het arrest van het hof niet in stand kan blijven, omdat het hof ten onrechte niet heeft beslist over de teruggave van een geheugenkaartje dat in een Samsung Galaxy telefoon zat die inbeslaggenomen is tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte op 31 december 2016.
De beslagbeslissing in eerste aanleg
5. Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg van 4 april 2018 heeft de raadsman van de verdachte aldaar verzocht om teruggave van het geheugenkaartje in de Samsung Galaxy telefoon. Daarover relateert dat proces-verbaal het volgende:
“
De raadsman mr. Bordewijkvoert aan:
[…]
Ten slotte verzoek ik u het geheugenkaartje welke in de Samsung Galaxy zit terug te geven aan mijn cliënt. Er staan foto’s van het gezin op.
De officier van justitiewordt in de gelegenheid gesteld te repliceren. Zij deelt mede:
[…] Ik verzet mij niet tegen teruggave van de geheugenkaart, als die in de telefoon zit.”
6. De rechtbank heeft ten aanzien van het beslag onder meer het volgende overwogen en beslist:
“
8. In beslag genomen voorwerpen
[…]
De verdediging heeft verzocht om het geheugenkaartje, welke in de Samsung-telefoon zit, terug te geven aan de verdachte. Op het geheugenkaartje staan persoonlijke foto’s van de verdachte.
De volgende in beslag genomen voorwerpen zullen worden verbeurd verklaard:
- Samsung smartphone (G_389818);
[…]
Ten aanzien van het geheugenkaartje in de Samsung smartphone G_389818 – welke niet apart is vermeld op de beslaglijst – zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.
[…]
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1 en 2:
o Samsung smartphone (G_389818);
[…]
- gelast de teruggave aan verdachte van:
o Geheugenkaartje in de Samsung smartphone G_389818.”
De beslagbeslissing in hoger beroep
7. Namens de verdachte is in hoger beroep – zo maak ik op uit het proces-verbaal van ’s hofs terechtzitting van 7 en 8 november 2022 en de daaraan gehechte pleitnota van de raadsman – niet opnieuw het verzoek gedaan tot teruggave van het geheugenkaartje van de Samsung Galaxy telefoon.
8. De advocaat-generaal heeft op de terechtzitting van 8 november 2022 wél nadrukkelijk de teruggave van het geheugenkaartje gevorderd. Op de schriftelijke vordering van de advocaat-generaal die ter terechtzitting van 8 november 2022 is overgelegd aan het hof en aan het proces-verbaal van die zitting is gehecht, staat de volgende, handgeschreven aantekening genoteerd:
“vv telefoons, teruggave geheugenkaartje.”
9. Het door de advocaat-generaal op 8 november 2022 overgelegde requisitoir houdt verder het volgende in:
“Ten aanzien van het beslag: vv 3 telefoons en teruggave geheugenkaartje Samsung.”
10. Het bestreden arrest houdt – voor zover hier relevant – het volgende in:
“
Beslag
Het hof zal het op de beslaglijst onder 12 genummerde voorwerp (een Samsung telefoon) die onder de verdachte in beslag is genomen en nog niet is teruggegeven – overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal – verbeurd verklaren, aangezien dit voorwerp aan de verdachte toebehoort en de strafbare feiten met behulp van dit toestel zijn begaan of voorbereid. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Voorts merkt het hof op dat geen beslissing zal worden genomen over een geheugenkaartje, nu dit voorwerp niet op de beslaglijst staat vermeld.”
De bespreking van het middel
11. Het hof heeft – niettegenstaande de vordering van de advocaat-generaal in hoger beroep – niet beslist over de teruggave van het geheugenkaartje dat in de Samsung Galaxy telefoon van de verdachte zat. Daartoe heeft het hof overwogen dat het voorwerp niet op de beslaglijst staat vermeld.
12. Voor zover het hof daarmee heeft bedoeld te zeggen dat alleen dan een beslissing wordt genomen omtrent een inbeslaggenomen voorwerp indien dit voorwerp op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen staat, berust dat oordeel op een onjuiste rechtsopvatting. Voor het antwoord op de vraag of een voorwerp in beslag is genomen, is namelijk niet doorslaggevend of dat voorwerp is vermeld op een kennisgeving van inbeslagname, in een proces-verbaal van bevindingen, of op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen.
13. Voor zover het hof heeft bedoeld te zeggen dat het strafdossier ook voor het overige geen aanwijzingen bevat dat het geheugenkaartje in beslag is genomen, is dat oordeel niet zonder meer begrijpelijk. Een blik achter de papieren muurleert mij namelijk dat in het opsporingsonderzoek door de politie onderzoek is gedaan naar de inbeslaggenomen Samsung Galaxy en naar de SD-kaart die daarin zat. Ik verwijs naar het daarvan opgemaakte proces-verbaal van 20 januari 2017 (documentcode 1701091438.OIG), waarin onder meer is gerelateerd:
“
SD-kaart
Ik zag dat in het toestel een externe geheugenkaart aanwezig was.
Geautomatiseerd uitlezen
Met gebruikmaking van de daartoe bestemde soft- en hardware werden door mij, voor zover mogelijk, de in het toestel en de op de SIM-kaart en SD-kaart aanwezig gegevens uitgelezen.
Het rapport met de uitgelezen gegevens werd digitaal opgeslagen bij het onderzoeksteam.”
De op de SD-kaart aanwezige gegevens die zijn uitgelezen door de politie worden vervolgens nader beschreven in het ‘Proces-verbaal onderzoek uitgelezen gegevens’ van 2 februari 2017 (documentcode 1702020749.OIG).
14. Het middel is aldus terecht voorgesteld. Ik heb mij afgevraagd of de verdachte wel belang heeft bij cassatie. De verdachte kan immers op de voet van art. 552a Sv een klaagschrift indienen over het uitblijven van een last tot teruggave van het desbetreffende voorwerp.Gelet op het feit dat het oordeel van het hof om niet te beslissen over de teruggave van het geheugenkaartje lijkt te berusten op een onjuiste rechtsopvatting, ligt een vernietiging naar mijn inzicht hier evenwel meer in de rede.De Hoge Raad kan de zaak om doelmatigheidsredenen zelf afdoen.