Conclusie
1.Inleiding
2.Het middel
voor het verlaten van de parkeergaragede van aangever gestolen jas heeft aangetrokken over zijn eigen jas. De verklaring van [medeverdachte 1] bij de raadsheer-commissaris dat hij de jas
buiten de parkeergarage gevondenhad en dat verdachte die jas alleen even heeft vastgehouden toen [medeverdachte 1] de gevonden jas aanpaste, acht het hof ongeloofwaardig en onaannemelijk.
kort [4] na het pleegmoment worden aangetroffen in het bezit van de buit [5] en/of inbrekerswerktuigen), maar tegelijkertijd op basis van deze omstandigheden alternatieve scenario’s waarin de verdachte onschuldig is of hem slechts een minder ernstig (bijvoorbeeld medeplichtigheid) of een ander (bijvoorbeeld heling of witwassen [6] ) verwijt kan worden gemaakt niet kunnen worden uitgesloten, van de verdachte mag worden gevergd dat hij een aannemelijke verklaring aflegt over de – in het licht van het tenlastegelegde – relevante belastende omstandigheden. [7] Hij is immers degene die in zo’n geval uitsluitsel kan geven over hetgeen heeft plaatsgevonden. Doet hij dat niet dan kan de rechter veroordelen voor medeplegen. [8] Als de omstandigheden waaronder de verdachte wordt aangetroffen echter op zichzelf vooral in de richting van medeplichtigheid of zijn onschuld wijzen, dan kan bij het uitblijven van een verklaring van de verdachte voor de belastende omstandigheden waaronder hij is aangetroffen niet alsnog worden veroordeeld voor medeplegen. [9]