ECLI:NL:PHR:2025:12
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen veroordeling voor het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine en/of MDMA met zoutzuur
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep ingesteld door de verdachte, die is veroordeeld door het gerechtshof 's-Hertogenbosch tot 10 jaren en 8 maanden gevangenisstraf voor verschillende feiten, waaronder het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine en/of MDMA. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van ongeveer 722 liter zoutzuur, dat zou zijn gebruikt voor de productie van verdovende middelen. De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor de veroordeling, met name omdat het monster van het zoutzuur niet door het NFI was onderzocht en er geen wettig bewijs was dat de jerrycans daadwerkelijk zoutzuur bevatten. De verdediging stelde dat de geur van zoutzuur niet onderscheidend was en dat de Encrochat-berichten niet voldoende bewijs boden voor de aanwezigheid van zoutzuur. Het hof oordeelde echter dat de aangetroffen chemicaliën, op basis van de bevindingen van de LFO-experts, wettig en overtuigend bewezen konden worden verklaard als zoutzuur. De Hoge Raad concludeert dat het hof de bewijsvoering voldoende heeft gemotiveerd en dat de klachten van de verdediging niet opgaan. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het cassatieberoep.