3.3Deze bewezenverklaring steunt op onder meer de volgende bewijsmiddelen:
“5. Een
proces-verbaal van aangiftevan 16 december 2016, opgemaakt door daartoe bevoegde
opsporingsambtenaar (pag. 1011 tot en met 1014).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, de op 15 december
2016 afgelegde
verklaring van [betrokkene 1]:
Opeens werd de bus tot stilstand gebracht. Ik hoorde vervolgens dat er andere voertuigen aan kwamen rijden. De persoon bleef in de bus. Ik hoorde verschillende motoren van de voertuigen en ik hoorde het geluid van een scooter. Ik hoorde de man zeggen dat we laag moesten blijven met onze hoofden tussen de knieën, anders schiet ik jullie. Ik voelde nog steeds dat er iets hards in mijn zij drukte. Ik hoorde hem zeggen in de Nederlandse taal dat ze op moesten schieten, snel..., snel... Dit was gericht naar de andere personen buiten de bus. Ik hoorde hem roepen: “Maak die laadruimte open, snel...”. De collega (
het hof begrijpt: [medeverdachte]) heeft de knop ingedrukt van de laadruimte en achterdeuren werden geopend.
Ik hoorde veel lawaai en de bus ging schudden. Toen kwam bij mij het gevoel dat er meerdere mensen bij waren. Ik schat 4 a 5 personen. De bus ging flink heen en weer. Ik hoorde dat er spullen
vielen. Dit duurde ongeveer 10 minuten. Ik hoorde dat er werd geroepen “steek hem in de fik, steek hem in de fik”. De persoon die bij ons in de bus zat, is toen uitgestapt en buiten de bus zei hij dat we steeds laag moesten blijven (
het hof begrijpt: in de bus moesten blijven met hun hoofden naar beneden). Wij moesten vervolgens onze mobiele telefoons inleveren. Mijn telefoon heeft hij meegenomen.
Nadat hij was uitgestapt, zag ik dat hij iets zwarts in zijn hand had. Ik kon niet zien wat het precies was. Ik hoorde vervolgens deuren dicht slaan en slippende banden van het hard wegrijden. We hebben even gewacht tot het stil werd. We zijn uit de bus gestapt en we zijn naar de achterzijde van de bus gelopen. Ik zag dat er brand in de bus gaande was. We zijn daarna hulp gaan zoeken. We zijn teruggelopen naar de bus. Ik zag dat de bus flink in de brand stond. We bleven op afstand omdat ik wist dat de tank van de bus nog vol was.
7. Een
proces-verbaal van verhoor van de raadsheer-commissarisvan 28 november 2022, (los stuk.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, de ten overstaan van de raadsheer-commissaris afgelegde
verklaring van [betrokkene 1]:
Vraag: Zag u toen u in de bus zat dat die in brand stond?
Antwoord: Nee, je ruikt het. Ik zag in de buitenspiegel iets, een vlamachtig licht. Het is helemaal donker en je ziet dan wat gebeuren. Daarom dacht ik dat de bus in brand was gestoken. We zijn er allebei toen uit gegaan. We gaven onze telefoons.
8. Een
proces-verbaal van aangiftevan 15 december 2016, opgemaakt door daartoe bevoegde
opsporingsambtenaar (pag. 1001 tot en met 1004).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, de op 15 december 2016 afgelegde
verklaring van [medeverdachte]:
Uiteindelijk zijn we op de plek terechtgekomen waar de auto is uitgebrand.
Toen de auto stilstond, moest ik de achterbak met een knopje in de auto voor hem openen. We moesten onze hoofden naar beneden doen. Er waren dus mensen die in de laadbak bezig waren. Vervolgens werd de laadbak in brand gestoken. Ik hoorde gekletter van een vloeistof die in de laadbak werd gegooid. Ik rook vervolgens brandstof. Op dat moment werd de auto in brand gestoken. De persoon die bij ons stond, zei tegen ons: “blijf naar beneden kijken”. NN1 is vervolgens ook weggegaan. Ik hoorde een scooter wegrijden. Toen we het geluid van de scooter niet meer hoorden, zijn we alle twee snel uitgestapt. Op dat moment zagen we dat de auto in de brand stond.
18. Een
proces-verbaal beschrijving beelden [A]van 3 januari 2017, opgemaakt door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (pag. 1203-1207).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
relaasvan deze
opsporingsambtenaar:
Het waardetransport stopt voor het hek. Kort nadat het waardetransport stilstaat, komen er vanuit rechts verschillende personen in beeld. Deze personen lopen langs de zijkant van het waardetransport en achter het waardetransport langs. Het vermoeden bestaat dat deze personen het waardetransport leegruimen. Na enkele seconden dooft de verlichting van het waardetransport en zijn de personen niet meer zichtbaar in beeld.
Er is een persoon zichtbaar. De persoon loopt ongeveer 20 minuten nadat het waardetransport voor het hek is gestopt in beeld. Ik zag dat de persoon aan de uiterlijke kenmerken van [betrokkene 1] voldeed. Dit zag ik aan de jas met het groen/bruine camouflagepatroon. Ik herkende de jas als de jas die [betrokkene 1] droeg ten tijde van de overval. [betrokkene 1] loopt een aantal keer heen en weer langs het hek. In het hek zit een deur. Het is zichtbaar dat [betrokkene 1] de deurkruk heen en weer laat bewegen. Deze deur lijkt op slot te zitten.
Op screenshot 5 is zichtbaar dat het waardetransport in brand staat. Dit screenshot is gemaakt op
het einde van het gevorderde camerabestand.
19. De
eigen waarneming van het gerechtshofvan op de terechtzitting van 12 juni 2023 besproken camerabeelden van [A] .
Deze eigen waarneming houdt het volgende in:
camera ch01:
• om 18:45:51 uur stapt een persoon uit de achterzijde van een voertuig, waaruit vlammen slaan en rook komt. De brand lijkt (vooralsnog) niet door te zetten tot een grotere uitslaande brand; het blijft op de camerabeelden vervolgens nog een tijd donker;
camera ch04:
• om 18:45:53 uur is heel even een zeer fel licht te zien dat bij brand past;
camera ch01:
• om 19:01:23 uur zijn beginnende vlammen te zien op de plek waar aanvankelijk vlammen en rook waarneembaar waren. Daarna is voortdurend licht te zien en is rook die onder de achterdeur van het waardetransport doorkomt waarneembaar;
• om 19:07:15 uur is de brand duidelijk waarneembaar;
• om 19:07:21 uur is een beginnende brand te zien die vervolgens uitgroeit tot een grote, uitslaande brand.
Het hof heeft vastgesteld dat de beelden zelfgeen tijdsaanduiding bevatten. Op grond van de aanwezige informatie in het dossier kan de tijdsaanduiding echter wel worden bepaald. De titel van de beelden bevat immers wel een tijd. Op grond van de GPS-gegevens en de beelden van VBAT kan worden vastgesteld dat het waardetransport om 18:31 uur bij [A] op [a-straat] is aangekomen. Uit de tijdsaanduiding in de titel van de beelden van [A] blijkt dat het waardetransport om 18:22 uur tot stilstand wordt gebracht. Gelet op de genoemde informatie is dit dus feitelijk 18:31 uur. Er dienen derhalve telkens negen minuten te worden opgeteld bij de tijdsaanduidingen die vermeld staan in de titel van de beelden van [A] .”