Conclusie
1.Inleiding
2.Het middel
Vonnis waarvan beroep; beschermde vrijspraak?
personen of goederen”. [5]
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak is de verdachte op 14 juni 2023 door het gerechtshof 's-Hertogenbosch veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, met aftrek van voorarrest. De verdachte heeft tegen deze veroordeling cassatie ingesteld, waarbij hij aanvoert dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat er geen sprake was van een beschermde vrijspraak voor een deel van de tenlastelegging. De verdachte was vrijgesproken van geweld tegen [slachtoffer 1], maar het hof oordeelde dat de gehele tenlastelegging aan zijn oordeel was onderworpen. De Hoge Raad toetst in cassatie of de uitleg van de tenlastelegging door het hof niet onverenigbaar is met de bewoordingen daarvan. De Hoge Raad concludeert dat het hof terecht heeft geoordeeld dat het tenlastegelegde moet worden gezien als één feit, en dat er geen sprake is van een beschermde vrijspraak. De conclusie van de procureur-generaal strekt tot verwerping van het beroep.