Conclusie
Nummer22/01775
Inleiding
Het middel
verdachteverklaart desgevraagd met betrekking tot zijn persoonlijke omstandigheden:
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak gaat het om de verbeurdverklaring van een personenauto van de verdachte, die eerder door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden was veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken en een proeftijd van twee jaren. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan meerdere overtredingen van artikel 9, zevende lid, van de Wegenverkeerswet 1994. De verbeurdverklaring van de auto werd aangevochten met de argumenten dat het hof geen rekening had gehouden met de draagkracht van de verdachte en dat er geen geldelijke tegemoetkoming was toegekend. De advocaat van de verdachte voerde aan dat de auto toebehoorde aan een BV en dat de waarde van de auto inmiddels was gedaald. Het hof oordeelde dat de verbeurdverklaring binnen de wettelijke kaders viel en dat de klachten van de verdachte faalden. De Hoge Raad bevestigde deze conclusie en merkte op dat de redelijke termijn van de procedure was overschreden, maar vond geen grond voor vernietiging van de uitspraak van het hof. De conclusie van de procureur-generaal strekte tot verwerping van het beroep.