Conclusie
Nummer21/04532 P
Inleiding
Het middel
De strafzaak
De bewijsvoering en voordeelberekening in de ontnemingszaak
Dit brengt de totale bruto opbrengst op € 34.343,56
(378 hennepplanten x 27,7 gram x € 3,28 per gram).
afschrijvingskosten € 350
hennepstekken € 1.593,15 (559 x 2,85)
variabele kosten € 1.861,47 (559 x 3,33)
vergoeding [betrokkene 2]€ 5.500,00 +
bruto opbrengst 5 oogsten x € 50.788,50 € 253.942,50
totale kosten 5 oogsten x € 9.304,62€ 46.523,10–
De verplichting tot betaling aan de Staat
Het beoordelingskader: de toepasselijkheid en reikwijdte van ‘Geerings’
1. Op vordering van het openbaar ministerie kan bij een afzonderlijke rechterlijke beslissing aan degene die is veroordeeld wegens een strafbaar feit de verplichting worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Following a final acquittal, even the voicing of suspicions regarding an accused's innocence is no longer admissible.” [13]
De bespreking van het middel
in de strafzaakmet betrekking tot (volgens de tenlastelegging) “
een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 1118 hennepplanten (op basis van 559 aangetroffen hennepplanten en een eerdere oogst van 559 hennepplanten)”. De rechtbank heeft (slechts) bewezen verklaard dat de betrokkene (kort gezegd) tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk een hoeveelheid van in totaal 559 hennepplanten heeft geteeld. Dat betreft alleen de bij de inval aangetroffen hennepplanten.
In de ontnemingszaakis het hof, blijkens de hiervoor geciteerde overwegingen, uitgegaan van (in totaal) “
vijf eerdere oogsten” die hebben plaatsgehad “
vóór de aangetroffen hennepplanten” [ik begrijp: ‘vóór het aantreffen van de hennepplanten’, DA] “
vanaf het moment dat de hennepkwekerij in mei 2014 in werking is getreden”. [22]