Conclusie
Nummer21/04990
Inleiding
Het eerste middel
[verbalisant 1] en [verbalisant 2]
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak is de verdachte, geboren in 1976, door het gerechtshof Amsterdam veroordeeld voor bedreiging met zware mishandeling, maar zonder straf of maatregel opgelegd. De verdachte heeft cassatie ingesteld tegen de afwijzing van het hof om drie verbalisanten als getuigen te horen. De verdediging heeft aangevoerd dat het hof de verzoeken tot het horen van deze getuigen ontoereikend heeft gemotiveerd. Het hof heeft de verzoeken afgewezen op de grond dat het belang bij het horen van de getuigen onvoldoende was onderbouwd. De conclusie van de advocaat-generaal is dat deze afwijzing niet begrijpelijk is, gezien de jurisprudentie van de Hoge Raad na het Keskin-arrest, waarin is bepaald dat het belang bij het oproepen van getuigen moet worden voorondersteld als de verdediging het ondervragingsrecht nog niet heeft kunnen uitoefenen. De advocaat-generaal stelt dat de afwijzing van het verzoek tot het horen van de getuigen ontoereikend gemotiveerd is en dat de zaak moet worden terugverwezen naar het hof voor herbehandeling. De conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling van de zaak.