In deze zaak heeft de belanghebbende beroep ingesteld tegen een WOZ-beschikking die op haar naam is gesteld voor een woning die zij huurt. Het Hof heeft geoordeeld dat het beroep ongegrond is, omdat de belanghebbende geen 'direct financieel gevolg' ondervindt van een wijziging van de WOZ-waarde, waardoor het relativiteitsvereiste in artikel 8:69a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing is. De belanghebbende heeft cassatie ingesteld tegen dit oordeel.
De Advocaat-Generaal Pauwels heeft in zijn conclusie betoogd dat het Hof is uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting. Volgens de A-G moet worden aangenomen dat een persoon die een WOZ-beschikking heeft ontvangen, belang heeft bij de daarin vastgestelde WOZ-waarde. Dit betekent dat artikel 17 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) wel degelijk bescherming biedt aan de belangen van de belanghebbende. De A-G pleit ervoor dat de Hoge Raad de eerdere uitspraak in HR BNB 2020/66 heroverweegt, vooral in het licht van de vraag of huurders die geen direct financieel belang hebben bij de WOZ-waarde, toch procesbelang kunnen hebben.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de belanghebbende is huurder van een woning en heeft een WOZ-beschikking ontvangen met een waarde van € 139.000 per 1 januari 2019. De heffingsambtenaar heeft de beschikking gehandhaafd, maar zowel de Rechtbank als het Hof hebben geoordeeld dat de belanghebbende geen recht heeft op vermindering van de WOZ-waarde, omdat deze niet in aanmerking komt voor bescherming onder de Wet WOZ. De belanghebbende heeft in cassatie één middel ingediend, gericht tegen het oordeel van het Hof over het relativiteitsvereiste.
De Hoge Raad heeft in eerdere uitspraken vastgesteld dat iedereen aan wie een WOZ-beschikking is bekendgemaakt, belang heeft bij de daarin vastgestelde waarde. Dit betekent dat het Hof in deze zaak een verkeerde rechtsopvatting heeft gehanteerd. De A-G concludeert dat het beroep in cassatie gegrond moet worden verklaard en dat verwijzing naar een lagere rechter voor verdere behandeling voor de hand ligt.