2.2De bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“
Bewijsmiddelen ten aanzien van feiten 1 en 2:
1. Een proces-verbaal van aangifte (…) van 18 februari 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (…). Dit proces-verbaal houdt in (…) als de op 18 februari 2016 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[betrokkene 2]:
Ik ben namens de gemeente Amsterdam, Stadsdeel West, gerechtigd tot het doen van aangifte.
Op 25 januari 2016 op de locatie Bos en Lommerplein te Amsterdam (stadsdeel west) heeft [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1992 met spoed een nieuw paspoort aangevraagd. Hij overhandigde de medewerker een pasfoto. De medewerker die deze pasfoto in ontvangst nam had direct twijfel of de persoon op de foto dezelfde was als de persoon die voor de balie stond. De volgende dag, 26 januari 2016, werd het paspoort opgehaald. Echter, de man die nu het paspoort kwam ophalen was niet degene die het had aangevraagd, maar de persoon die op de foto stond. Deze persoon was [mededader] , geboren [geboortedatum] 1985, terwijl [verdachte] de foto waarover al twijfel bestond de dag ervoor heeft aangeleverd. De medewerker aan de balie die op 25 januari 2016 de aanvraag had behandeld herkende [mededader] als de persoon van de ingeleverde foto. Hij had de aanvraag dus niet gedaan.
De medewerker heeft mij direct hiervan verwittigd en ik heb een onopvallende controle in de hal gedaan. Ik heb [mededader] van een kleine afstand bekeken en hem vergeleken met de ingeleverde foto.
Ik zag dat dit dezelfde persoon was.
2. Een geschrift, te weten: een Kopie Aanvraag Reisdocument (…), ingediend door [verdachte] (…). Dit geschrift houdt in (…):
Gegevens houder/ bijgeschreven:
Geslachtsnaam [verdachte]
Voornamen [verdachte]
Geboortedatum [geboortedatum] 1992
Geboorteplaats [geboorteplaats]
Gegevens aanvraag Spoed - Rekening aanvrager
Datum aanvraag 25 januari 2016
Documentgegevens:
Documenttype PN – nationaal paspoort
Documentnummer [001]
3. Een proces-verbaal verhoor verdachte [verdachte] (…)van 3 mei 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (…). Dit proces-verbaal houdt in (…) als de op 3 mei 2016 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
verdachte:
V: Wie stond er op die pasfoto?
A: Dat waren foto’s van mijn broer. Ik had de verkeerde foto ingeleverd.
4. Een proces-verbaal verhoor getuige (…) van 28 juni 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (…). Dit proces-verbaal houdt in (…) als de op 28 juni 2017 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[betrokkene 3]:
U vraagt mij wat ik mij kan herinneren van de aanvraag van een reisdocument door de broers [verdachte] , toen ik daar vorig jaar behandelend ambtenaar van was. Het was een spoedaanvraag. De jongen die bij mij stond gaf mij een pasfoto. Ik twijfelde of hij de persoon van de pasfoto was. Ik heb toen aan mijn teamleden gevraagd of de persoon die de aanvraag indiende dezelfde persoon was als de persoon op de pasfoto. Ik moet daarbij zeggen dat de broers erg op elkaar lijken. De teamleden zeiden dat het wel klopte en ik heb daarna de aanvraag afgerond. De persoon die de aanvraag had ingediend, heeft de aanvraag contant afgerekend. De volgende dag lag het paspoort klaar en kwam echter de persoon van de pasfoto binnenlopen. Door toeval zat ik aan de balie en
zag ik meteen dat de aanvraag niet klopte. De aanvrager is korter van postuur dan de persoon die het paspoort kwam ophalen en waarvan de pasfoto in het paspoort zou komen. Ik heb mijn teamleider uitgelegd dat er een jongen in de hal stond die een valse paspoortaanvraag had gedaan. De persoon die het paspoort kwam ophalen heeft toen kennelijk argwaan gekregen en is weggegaan. Opvallend was dat hij niet is gaan zitten om te wachten tot hij aan de beurt was. Daarentegen bleef hij een beetje bij de buitendeur hangen en was daarom weg voordat wij er erg in hadden.”