Conclusie
Nummer21/02661 P
Inleiding
De hoofdzaak
Het verweer en de bewijsmotivering
Met betrekking tot de ontnemingsprocedure
“Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
De toelichting op het tweede middel
Het beoordelingskader
1. Op vordering van het openbaar ministerie kan bij een afzonderlijke rechterlijke beslissing aan degene die is veroordeeld wegens een strafbaar feit de verplichting worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
De bespreking van het middel
kunnenafleiden uit de door het hof in aanmerking genomen feiten en omstandigheden. In het bijzonder heeft het hof mogen aannemen dat de kilogram cocaïne waarvan de strafrechter het vervoer bewezen heeft verklaard voor de verkoop was bestemd, terwijl er geen aanwijzingen zijn, en evenmin van de zijde van de betrokkene is aangevoerd, dat die verkoop achterwege is gebleven. Dat het hof hierin een voldoende aanwijzing heeft gezien voor de daadwerkelijke verkoop van één kilogram cocaïne, acht ik niet onbegrijpelijk. Het oordeel van het hof is gelet hierop toereikend gemotiveerd. Verder reikt de toets in cassatie niet.