Conclusie
Procesgang
€ 100gesteld.
eerstemiddel bevat de klacht dat het hof de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel heeft gebaseerd op een rapport wederrechtelijk verkregen voordeel dat mede was gebaseerd op de verdenking ter zake van de handel in vuurwapens, terwijl het hof de verdachte nadien heeft vrijgesproken van de handel in vuurwapens. Daardoor zouden de conclusies van dat rapport, mede gelet op het arrest Geerings v. Nederland, in ieder geval zonder nadere motivering die ontbreekt niet langer redengevend kunnen zijn voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Daaraan zou niet afdoen dat de conclusies van het rapport zijn gebaseerd op een eenvoudige kasopstelling. In de toelichting voert de steller van het middel aan dat door de wijze van berekening van het voordeel via de methode van een eenvoudige kasopstelling niet kan worden uitgesloten dat de wapenhandel heeft bijgedragen aan het in deze methode berekende voordeel en dat het voordeel in zoverre niet ontnomen mocht worden. Aangevoerd wordt voorts dat ook niet blijkt ‘dat het enkele witwassen van geldbedragen tot concreet wederrechtelijk voordeel heeft geleid’.
tweedemiddel bevat de klacht dat het hof het verweer dat de betrokkene contante middelen heeft verworven doordat hij in 2015 een Audi A1 die op naam stond van [betrokkene 2] voor een bedrag van € 14.000,- heeft verkocht aan de getuige [betrokkene 1] heeft verworpen op de enkele grond dat deze getuige bij de raadsheer-commissaris heeft verklaard dat deze Audi A1 een kenteken had beginnend met de letters ‘ [kenteken 1] ’. Dit onderdeel van de verklaring van de getuige zou klaarblijkelijk op een vergissing berusten.
Verhoging beginsaldo: verkoop Audi A1
(Productie 1).
1. Kent u [betrokkene ] ?
2.Kunt u bevestigen dat u betrokken bent bij de verkoop van een Audi A1?
3.Als ik als prijs noem 14.300 euro kunt u dat bevestigen als de verkoopprijs?
4.Weet u nog in welk jaar de auto verkocht is? Kan dat 2013/14 zijn?
De raadsman verklaart:
2.2. Post €14.000,-