ECLI:NL:PHR:2022:483
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van het onderzoek ter terechtzitting door ontbrekende pleitnota in hoger beroep
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 mei 2022 geconcludeerd dat het onderzoek ter terechtzitting nietig is, omdat de pleitnota die door de raadsvrouw van de verdachte was overgelegd, niet meer beschikbaar is. De verdachte, geboren in 1973, was eerder door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld voor overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994. De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad heeft de conclusie getrokken dat de ontbrekende pleitnota de mogelijkheid om de verdediging te toetsen heeft belemmerd, wat leidt tot nietigheid van het onderzoek en de uitspraak van het hof. De conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling van de zaak.
De zaak heeft betrekking op een hoger beroep dat is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. A.C. Vingerling, advocaat te Utrecht. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf weken, waarvan twee weken voorwaardelijk, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor tien maanden. De conclusie van de AG benadrukt dat de Hoge Raad geen gronden heeft aangetroffen om ambtshalve de uitspraak te vernietigen, maar dat de procedure niet correct is verlopen door de afwezigheid van de pleitnota. Dit heeft geleid tot de beslissing om de zaak terug te verwijzen naar het hof voor een nieuwe behandeling.
De conclusie van de AG is in lijn met eerdere uitspraken van de Hoge Raad, waarin het belang van een volledige processtukken en de mogelijkheid tot verdediging wordt onderstreept. De zaak heeft ook samenhang met een andere zaak, 20/03898, waarin eveneens een conclusie is getrokken.